HARDINXVELD. De SGP is onduidelijk in de manier waarop zij omgaat met godsdienstvrijheid, stelde dr. A. A. Kluveld zaterdag op een jubileumbijeenkomst van het wetenschappelijk instituut van de partij.
Kluveld, verbonden aan de Universiteit Maastricht, verwees naar SGP-raadsleden die in hun woonplaats doen wat zij altijd deden, bijvoorbeeld zich keren tegen de bouw van een moskee, op grond van het gedachtegoed van de partij. „Het lijkt me dat die mensen zich in de kou voelen staan als ze hun partijleider op het landelijke podium horen zeggen: „Godsdienstvrijheid is een groot goed.” En wanneer mensen daarop doorvragen, het antwoord luidt: „Tja, dat is een ingewikkelde kwestie.”
Kluveld kreeg in 2012 van de SGP een beurs voor een onderzoek naar gewetensvrijheid. Het kan nog wel tot begin 2016 duren voor haar studie is afgerond. Zaterdag, toen de SGP het veertigjarig bestaan van haar wetenschappelijk instituut, de Guido de Brès Stichting, vierde door een congres over ”Geloofsvrijheid en tolerantie in tijden van religiestress”, gaf zij alvast een voorproefje.
De wetenschapper en publiciste gaf de SGP onder meer mee dat ze ervoor moet waken het begrip gewetensvrijheid uitsluitend negatief in te kleuren. „Christenen die dat doen zijn bezig het wettelijk recht te verkrijgen iets níét te hoeven doen. Maar gewetensvrijheid houdt ook de plicht in iets wél te doen. Het gaat er ook om dat je mag zeggen, en zegt, dat het huwelijk de ideale samenlevingsvorm is, en dat het er alleen is voor een man en een vrouw. Als je aan gewetensvrijheid niet zó’n getuigenis koppelt, ben je alleen bezig je eigen geweten schoon te houden, en ben je niet je broeders hoeder.”
Kluveld kreeg haar beurs samen met dr. M. J. Kater. Hij doet voor de SGP onderzoek naar tolerantie. Zaterdag zei de hoofddocent aan de TUA daarover dat bezinning op het begrip tolerantie voor de SGP doordenking vraagt van verschillende begrippen, zoals de verdraagzaamheid van God. „Wat betekent die precies voor ónze tolerantie? Wat betekent het als de Heere Jezus zegt: „Hoe lang zal Ik u nog verdragen?””
Dr. Kater noemde een uitspraak van de hervormde theoloog Van Ruler: „Tolerantie is geen zaak van concessie, maar van confessie”, een „gouden greep.”