Dr. ir. S. M. de Bruijn: Macht beeldcultuur onvoldoende onderkend
Het haast ongebreideld gebruiken van moderne media heeft een enorme invloed in de gereformeerde gezindte. De macht van de beeldcultuur wordt onvoldoende onderkend, zegt dr. ir. S. M. de Bruijn.
„Een paar jaar geleden was ik vooral bezorgd over de opdringerige rol van met name bewegend beeld via de media”, zegt De Bruijn, lector nieuwe media bij Driestar Hogeschool. „Ik ben dat nog steeds, maar ik vrees dat die slag grotendeels verloren is, terwijl EO-presentator Knevel in de jaren negentig al waarschuwde dat selectief kijken onmogelijk is. Het gaat nu niet meer over een natuurfilm of een actualiteitenprogramma, maar je ziet dat steeds meer christenen zonder bezwaar dubieuze sport- en entertainmentprogramma’s bekijken.”
Dat is volgens De Bruijn een breuk met het verleden. „Door alle eeuwen heen, maar met name na de Reformatie, zijn christenen kritisch geweest over drama, toneel en theater en later ook over bioscoop en tv. Die drempel lijkt nu geslecht. We onderkennen te weinig hoe door dit entertainment het oppervlakkige werelds denken, het postmoderne gedachtegoed onze gezinnen binnensijpelt. Dat merk je bij het denken over relaties en seksualiteit.”
Het blijkt ook een macht zonder maat. „Mijn bezorgdheid betreft nu vooral de invloed op onze tijdsbesteding. Media hebben ons in hun greep. Dat breidt zich uit tot de randen van de dag, want de aantrekkingskracht is groot, de drempel is laag en de apparatuur is mobiel.”
Het zijn echt niet alleen jongeren die hiervoor vallen, zegt De Bruijn. „Er is te weinig tijd voor echte ontmoeting, echte verdieping, en daardoor ook minder tijd voor Bijbelstudie en gebed.”
Anderzijds beseffen christenen volgens de lector door hun afwijzende houding vaak te weinig welke grote voordelen media bieden. „Denk aan het breed ontsluiten van oude bronnen en de snelle toegang tot informatie. Christenen kunnen hierdoor hun eigen visie veel gemakkelijker bekendmaken buiten de eigen kring. Dat was met oude media ondenkbaar.
Daarnaast vergeten we snel dat sociale media ook zinvolle en waardevolle communicatie mogelijk maken, ook op het oog vluchtige media als WhatsApp en Twitter. Via nieuwe media kun je effectief samenwerken, of familiecontacten en zelfs pastorale contacten hebben, bijvoorbeeld via Skype.”
Christenen zijn er onvoldoende in geslaagd de jongere generaties toe te rusten voor het nieuwe mediagebruik, stelt De Bruijn. „Er is tweespalt over de vraag of je moet vertrouwen op afschermen –filters– of juist op toerusten –gewetensvorming–, maar het een is zinloos zonder het ander. Zo’n discussie verzwakt ons.
In weinig gezinnen wordt aandacht besteed aan huisgodsdienst, terwijl daar juist de openingen liggen voor gewetensvorming en wapening. Bovendien zitten kerk, gezin en school vaak niet op een lijn met betrekking tot mediagebruik en is er geen oog voor de positieve kanten ervan. We benaderen jongeren daardoor vaak negatief en bieden ze onvoldoende houvast.”