Een heidebrandje op zijn tijd is zo erg nog niet
WAGENINGEN. Vooropgesteld: het gevaar voor mensen en de klappen die diverse dierenpopulaties opliepen, maken hem bepaald niet blij. Maar uit puur ecologisch oogpunt is de brand op de Hoge Veluwe zo slecht nog niet.
Dat zegt hoogleraar natuurbeheer en plantenecologie Frank Berendse (Wageningen Universiteit). Ook bij het nationaal park zelf treuren ze er niet al te zeer om.
Vijf tot tien jaar. Zo lang zal het ongeveer duren voordat het afgebrande heidegebied weer in zijn oorspronkelijke staat terug is. „Binnen een paar jaar ziet het er daar echt weer aardig uit”, zegt Berendse. „Meestal krijg je na zo’n brand weer een mooie gesloten heidevegetatie terug. Voor de instandhouding van het gebied is het eigenlijk best goed.”
Berendse is voorzichtig in zijn formulering. Het begrip is niet altijd even groot als hij de voordelen van een natuurbrand noemt. „Ik maak me bij zo’n gebeurtenis altijd zorgen om de mensen. En dit is natuurlijk ook niet goed voor de populatie van slangen en hagedissen. Dat begrijp ik heel goed. Maar het grote voordeel van een brand, is dat de heide voedselarm blijft. De combinatie van humus en veel stikstof zorgt ervoor dat grassen makkelijker groeien. Die ontwikkeling is door de brand nu in een deel van de Hoge Veluwe verstoord. Ook het gevaar van een heidekever- of heidehaantjesplaag is daarmee op een deel van het park ingeperkt.”
Maar zelfs voor de dieren valt de brand van afgelopen weekend mee. Door de vochtige ondergrond hadden reptielen de kans om onder de grond te kruipen. „Het was een zeer oppervlakkige brand”, zegt woordvoerder Hein van Beek. „Alles is zwart, maar daaronder zit leven. Je zult zien dat het over een paar weken weer mooi groen is. Van de dieren is het grote wild natuurlijk gevlucht. De grootste schade zit in de vernietigde vogelnesten. Maar het is vroeg in het jaar, dus nog alle kans voor een tweede leg.”
Ook Van Beek is daarom, los van de hoge kosten die met de bestrijding gepaard gingen, niet al te rouwig om de brand. „Het klopt dat de heide altijd weer sterker terugkomt. Het meest vervelende is eigenlijk dat enkele oude naaldbomen zijn aangetast. Sommige waren 150 jaar oud. Dat herstelt zich natuurlijk niet.”
Vanwege de voordelen voor de heide zou het eigenlijk goed zijn om grond op gezette tijden in brand te steken. Vroeger gebeurde dat ook, maar tegenwoordig wordt er alleen nog geplagd: stukken heide worden weggesneden om zo de kans te krijgen om te verjongen.
Berendse: „In Denemarken en Duitsland gebeurt het heidebranden nog wel. Voor ons zijn de risico’s te groot, Nederland is te dichtbevolkt. De hele sfeer rond natuurbranden is ook veranderd. Ik moet erkennen dat georganiseerde heidebranden veel voorzorgsmaatregelen vergen. Je kunt het bovendien maar sporadisch doen, want je bent van veel factoren afhankelijk. Zo is de windrichting essentieel om de controle te behouden. Maar als er dan brand ontstaat, moeten we het niet te erg vinden.”