GENÈVE. Praktijken die sterk lijken op gruwelen uit het nazitijdperk. Zo kenschetste onderzoeker Michael Kirby gisteren de wandaden van het regime in Noord-Korea. Strafrechtelijke gevolgen zullen de conclusies van de speciale VN-commissie echter vooralsnog niet hebben.
Een commissie van deskundigen, gemandateerd door de VN-Mensenrechtenraad, presenteerde gisteren een langverwacht rapport over schending van de mensenrechten in Noord-Korea.
Een deel van de conclusies was vrijdag al uitgelekt. En Pyongyang had al voor het verschijnen van het eigenlijke rapport op de inhoud ervan gereageerd. „Dit soort dingen komt in ons land niet voor”, was de kern van de boodschap, die door de gebruikelijke woedende retoriek werd omgeven.
Desalniettemin waren de bevindingen schokkend. Het rapport is gebaseerd op getuigenissen van Noord-Koreanen die hun vaderland zijn ontvlucht. Want de Verenigde Naties kregen geen toestemming in de stalinistische staat zelf onderzoek te doen.
De verhalen variëren van moeders die werden gedwongen hun eigen baby te verdrinken tot kinderen die vanaf hun geboorte werden gevangengezet en vervolgens de hongerdood stierven. Om van regelrechte tegenstanders van het regime nog maar niet te spreken. Wie niet direct werd doodgeschoten, verdween in een van de beruchte strafkampen, waarvan bekend is dat vrijwel niemand die levend verlaat.
Het betrof geen incidenten, maar een „systematische, wijdverspreide, grove schending van de mensenrechten”, aldus het rapport. „Dit zijn wezenlijke componenten van een politiek systeem dat ver afgeweken is van de idealen waarop het zegt te zijn gebaseerd. De ernst, de schaal en de aard van deze schendingen laten een staat zien die zijn gelijke in de huidige wereld niet kent.”
Niets nieuws, op het eerste gezicht. Want dat er in Noord-Korea op grote schaal misdaden tegen de mensheid werden begaan, was allang via diverse kanalen tot de rest van de wereld doorgedrongen.
Niet eerder waren die praktijken echter in een officieel VN-rapport gedocumenteerd. „Onuitspreekbare wreedheden”, zo betitelt de commissie de wandaden van het regime in Pyongyang. Het panel voert tal van getuigenissen op over marteling, politieke repressie en andere misdaden.
De commissie laat het bovendien niet alleen bij een signalering van wantoestanden in Noord-Korea. Voorzitter Kirby bepleitte gisteren „doelgerichte sancties tegen diegenen die verantwoordelijk zijn voor misdaden tegen de mensheid.” Zij moeten voor het gerecht worden gebracht, inclusief de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un, was de boodschap.
Zover zal het voorlopig niet komen. De onafhankelijke onderzoekscommissie zal haar rapport volgende maand aan de VN-Mensenrechtenraad presenteren. Die moet vervolgens beoordelen welke aanbevelingen zij overneemt. De Mensenrechtenraad zelf is al omstreden. Het VN-orgaan telt een aantal landen dat het met de naleving van mensenrechten bepaald niet zo nauw neemt. Het is dus nog maar de vraag of de aanbevelingen van de onderzoekscommissie deze horde zullen passeren.
Voor een strafrechtelijke aanpak van Noord-Korea is een aanklacht bij het Internationaal Strafhof (ICC) nodig. Aangezien Pyongyang niet bij het ICC is aangesloten, zou het strafhof alleen in actie kunnen komen als de VN-Veiligheidsraad daarvoor mandaat verleent. China heeft echter bij voorbaat al aangegeven dat het als permanent lid van de Veiligheidsraad elke poging in die richting met zijn veto zal blokkeren.
Dat toont de zwakheid van het internationaal recht aan als het om concrete handhaving gaat.