DEN HAAG. Zo’n veertig pro-Israëlorganisaties hebben donderdag in Den Haag geprotesteerd tegen het ontmoedigingsbeleid van het kabinet om zaken te doen met Israëlische bedrijven. „Je vraagt je weleens af of het zin heeft, maar deze actie heeft grote indruk gemaakt”, aldus coördinator Jack van der Tang van het Israëlplatform.
In elk geval op de Israëlische ambassadeur, Haim Divon. Hij kreeg een verklaring overhandigd waarin onder meer Christenen voor Israël, Pillar of Fire, Schreeuw om Leven en Stichting Corrie ten Boom Huis lieten weten zich „diep te schamen” voor het kabinetsbeleid, en „ontzet” te zijn over bedrijven als PGGM, Vitens en Royal HaskoningDHV, die zich terugtrekken uit Israël.
Ze lieten de ambassadeur –en het volk Israël– verder weten dat „Israël in Nederland nog steeds een grote groep vrienden heeft” die „onvoorwaardelijk achter Israël staan” en zich „volledig zullen inzetten om Israël te zegenen en te steunen, met daden, woorden en gebeden.”
Divon werd „erg geraakt” door de verklaring, merkte Van der Tang op. „Hij was zeer bewogen.” De ambassadeur en zijn staf werden door de actie „bemoedigd.”
De pro-Israëlorganisaties vrezen dat het ontmoedigingsbeleid van het kabinet „het begin is van een boycot” van Israël en een voedingsbodem is voor meer antisemitisme. In een bijeenkomst met Kamerleden van ChristenUnie en SGP uitten ze daarom hun zorgen, maar ook hun boosheid en verontwaardiging over het beleid. Ze riepen de parlementariërs op daartegen in actie te komen.
Volgens Van der Tang is er sinds het aantreden van minister Timmermans van Buitenlandse Zaken „een wissel omgegaan.” Die geeft namelijk een heel andere invulling aan het ontmoedigingsbeleid dan diens voorganger Rosenthal.
De Kamerleden Voordewind (CU) en Van der Staaij (SGP) beklemtoonden dat zij hun invloed op het kabinet niet onbenut zullen laten. De regering beseft heel goed dat een anti-Israëlische opstelling de steun van beide partijen aan het kabinet bepaald niet bevordert.
Tegelijkertijd riep Van der Staaij de pro-Israëlorganisaties en klanten van genoemde bedrijven op van zich te laten horen. „Tegenover anti-Israëlische geluiden moeten wij iets positiefs stellen.”
Hij wees er verder op dat rond Israël niet alleen sprake is van een politieke strijd, maar vooral ook van een geestelijke strijd. „Daarom moeten we het gebed voor Israël niet veronachtzamen.”