Boven de massiefhouten kerkdeur hangt een crucifix. Elke bezoeker loopt eronderdoor als hij de rooms-katholieke Petrus en Pauluskerk van Dinteloord binnenstapt. De parochie gaat gebukt onder kerkverlating. In november is de laatste dienst gepland. Dan gaat de kerk uit. Voorgoed.
De Sint-Annaparochie omvat een aantal dorpen in westelijke puntje van Noord-Brabant. De parochie telt zeven kerkgebouwen op zo’n 17.000 tot 18.000 parochianen. Dat lijkt genoeg, 2000 tot 3000 parochianen per bedehuis. Maar de meesten komen niet vaak in de kerk. Steenbergen heeft nog een grote en vitale gemeenschap. Maar De Heen is klein. Dinteloord zit ertussenin met 900 rooms-katholieke gezinnen.
De parochie is een van de vele die kerkgebouwen moet afstoten. De gebouwen drukken te zwaar op de begroting, waardoor er voor het pastoraat minder geld overblijft. In de Sint-Annaparochie sluiten de kerken van de gehuchten De Heen en Welberg. Maar ook het godshuis van Dinteloord moet eraan geloven. Het is een fors naoorlogs gebouw, drie beuken opgetrokken uit rode baksteen met dikke steunberen aan de buitenzijde. De drie toegangsdeuren zijn een teken van de Drie-eenheid. Erboven hangt een ster van lichtkabels, nog van het kerstfeest. Binnen zuigt iemand de plavuizen. Het kabaal van de stofzuiger echoot tegen de wanden en gewelven. De kerststal tussen altaar en bankenrijen staat er nog.
Rouwproces
Elke zaterdagavond gaan de deuren van de Dinteloordse kerk open voor een viering. Maar na een jaar beraad tussen bisdom en parochie heeft pastoor Hans van Geel 9 december aan de parochianen bekendgemaakt dat de kerk gaat sluiten. De reacties waren wisselend. Verdriet en teleurstelling overheersten. Adrie Hommel, bestuurslid van de Sint-Annaparochie: „Voor iedereen was het helder dat er iets gebeuren moest. Maar als er concreet kerken worden aangewezen om gesloten te worden, raakt het mensen toch. „Waarom moet onze kerk eraan?” hoor je dan.”
De pastoor heeft een dubbel gevoel aan die avond overgehouden. „Parochianen moeten zorgen voor inkomsten om de parochie draaiende te houden. Ik ken mensen die wel komen maar niet betalen. En anderen zijn vertrokken. Als ze nu allen waren gebleven, was er niets aan de hand geweest. Tegelijk moet er ruimte zijn voor verdriet. Mensen zijn hier gedoopt, getrouwd, gevormd en hebben communie gedaan, voor protestanten belijdenis en avondmaal. Het proces van loslaten heeft tijd nodig. We proberen mensen mee te nemen naar een nieuw begin.”
Vrijdag heeft een gesprek plaatsgehad met de parochiekerncommissies, een soort kerkenraden, van de kerken die gaan sluiten. Hommel: „Voor de toekomst van de kerk zijn alle opties bespreekbaar, behalve dat de kerk openblijft.”
Zinkend schip
De kerksluiting is bedoeld om de parochie vitaal te houden, zegt Hommel. „Als ieder aan zijn eigen gebouw vasthoudt, overleeft geen enkele kerk. En dan hebben we niets meer.”
De pastoor hoopt dat mensen wakker geschud worden door de sluiting en de kerk weer een plaats geven in hun geloof. In gesprekken verneemt hij dat veel mensen zeggen te geloven en bidden zonder een voet te willen zetten over de drempel van het kerkgebouw. „Ik mag het niet zeggen, maar dat is wel een makkelijke weg. Het is moeilijker om elke zondag met elkaar het geloof te vieren. Daarvoor is ritme nodig, anders droogt het geloof op.”
Sommige mensen zeiden vorige maand geëmotioneerd een punt achter hun betrokkenheid op de kerk te willen zetten. Pastoor Van Geel herkent dat uit het verleden. „In 1991 ben ik begonnen met de priesteropleiding in Bovendonk. Toen ik thuis voor het eerst vertelde dat ik priester wilde worden, reageerde mijn moeder: „Je wilt toch niet op een zinkend schip stappen?””
Hommel: „Al is het maar een roeiboot, we overleven het.”
Van Geel: „Paus Franciscus heeft gezegd dat er om de 600 meter een plaats moet zijn waar mensen samen kunnen komen. Dat mag gerust een garage zijn. Net zoals de Vroege Kerk in kamers en op zolders samenkwam. Onlangs was de verwarming van de Petrus en Pauluskerk kapot. We zaten opeengepakt in het zaaltje van de sacristie. Mensen vonden dat erg fijn. Er ontstond saamhorigheid. Zo willen we mensen met elkaar verbinden en hun leren te geloven en te vertrouwen.
Het was maandag Driekoningen. Jullie kennen dat feest zeker niet, hè. We houden dan een mis en herdenken de openbaring van Jezus aan de wereld. Het feest gaat over wijze mannen die een lange weg gingen om bij Jezus te komen. Via een andere weg moesten ze huiswaarts keren. Dat was door de Geest geïnspireerd. Zo moet ook onze kerk een andere weg gaan dan gedacht. Maar wel onder Gods leiding.”
Geloofsgesprek
Inwoners van Dinteloord kunnen vanaf november kerken in de omgeving, zoals in Steenbergen. Hommel: „We willen de beelden van Petrus en Paulus meenemen en plaatsen in een kerk die openblijft. Zo blijft de band tussen parochianen en kerk levend. Kerkgangers van De Heen zouden een schilderij kunnen meenemen van veertien staties van de lijdensweg van Christus.”
Dinteloord blijft wel iets katholieks houden. De parochie stelt zich als opgave de Dinteloordse gemeenschap levend te houden zonder kerkgebouw. Mensen moeten in het dorp hun verhaal kwijt kunnen, vindt Van Geel. „We proberen in de dorpskernen groepen te laten ontstaan. Diensten beleggen kan er niet meer, maar die groepen bieden wel ruimte voor een rozenkransgebed, voor een geloofsgesprek en voor ontmoeting.”
Beeldbepalend
Na november wordt de kerk niet gesloten maar door het bisdom aan de eredienst onttrokken, legt de pastoor uit. Dat betekent dat er geen vieringen meer mogen worden gehouden, maar dat de parochie de kerk wel in goede staat houdt.
Voor rooms-katholieken is het bedehuis niet alleen een plaats van samenkomst. Christus is er aanwezig in brood en wijn en daarom verkozen bisdommen in het verleden vaak sloop boven ontheiliging door herbestemming. Zo scherp ligt dat niet meer in Dinteloord. Jan Legierse, belast met bouwtechnische zaken, weet nog niet wat er met het gebouw gaat gebeuren. „De parochie is eigenaar van het gebouw en ij beslist dus over de toekomst ervan. Verkoop ligt voor de hand. Het is natuurlijk wel een beeldbepalend element in het dorp waar goed een bibliotheek of appartementen in kunnen worden gehuisvest. De politiek weet van de status van de kerk af. Er is hulp toegezegd. Geld nog niet.”
Kerksluitingen in 2014
De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland telde per 1 november 2013 volgens Actie Kerkbalans 1571 kerkgebouwen. In de afgelopen vijf jaar sloot per jaar 1 tot 1,5 procent van de gebedshuizen. In 2013 gingen 22 kerken dicht, waarvan bijna de helft in bisdom Den Bosch. De meeste kerkgebouwen worden verkocht. Andere gebouwen krijgen binnen de parochie een nieuwe bestemming, bijvoorbeeld als diaconaal centrum.
Enkele rooms-katholieke kerken die dit jaar sluiten, zijn: de Sint-Henricuskerk in Amersfoort (1908); de Sint-Jozefkerk in Budel-Dorplein (1951); de Maria-ten-Hemelopnemingkerk in Bakkum (1951); de Heilig Hartkerk in Bergen op Zoom (1952); de H. Ritakerk in Boskant (1955); de Kerk van de Goddelijke Voorzienigheid in Bergen op Zoom (1963); en de Goede Herderkerk in Eerschot (1966).
Bezield Verband keert zich tegen kerksluiting
Het straffe beleid vanuit het aartsbisdom Utrecht werkt kerkverlating in de hand, zegt voorzitter Ad de Groot van Bezield Verband. „Als de bisschop inzet op de kracht van lokale gemeenschappen, geloof ik dat het aantal katholieken niet zal afnemen maar toenemen.”
Voor voorzitter De Groot van de protestbeweging Bezield Verband kwam het nieuws dat zo’n duizend kerken moeten sluiten in de periode tot 2025 niet als een verrassing. De organisatie had dit ook al berekend.
Desondanks verwacht hij dat het niet zo’n vaart zal lopen met de sluitingen. Hij merkt dat het beleid van kardinaal W. J. Eijk weerstand oproept. „Tot november kon hij het front gesloten houden. Maar bisschop G. J. N. de Korte heeft in het Dagblad van het Noorden gereageerd dat hij niet van plan is om zo veel kerken te sluiten. Ik hoor ook in andere bisdommen deze geluiden.”
Volgens het officiële beleid moeten parochies fuseren met naastgelegen parochies. Vieringen worden gehouden in één „eucharistisch centrum”, vaak een groot, centraal gelegen kerkgebouw. Kerken in kleinere plaatsen moeten dicht.
De Groot laakte de demotiverende aanpak van de Nederlandse kerkprovincie in de afgelopen decennia. „De boodschap klinkt helder: er zijn te weinig priesters, er is te weinig geld, dus kerken moeten dicht. Het gevolg is echter dat mensen de moed opgeven en geen kerkelijke bijdrage meer betalen.”
De conservatieve opstelling inzake de liturgie jaagt bovendien veel mensen uit de kerk, vindt De Groot. „Het tweede Vaticaanse concilie in de jaren 60 bracht veel vernieuwingen, maar die zijn door de dood van paus Johannes XXIII in 1963 nooit goed uitgevoerd. Zijn opvolger verving progressieve bisschoppen door conservatieve. In het eucharistisch centrum zijn de vieringen dan ook behoudend, precies zoals Van Eijk dat wil. Kerkgangers bekruipt het gevoel dat met de sluiting en reorganisatie de klok wordt teruggedraaid en dat ze niet meer actief mogen zijn in de kerk.”
Bezield Verband helpt parochies om „decreten van kerksluitingen” tegen te gaan, zegt De Groot. „We zullen als het nodig is tot aan het Vaticaan procederen. Voor een bisschop blijkt het uiteindelijk ontzettend moeilijk om een kerk te sluiten als een parochie dat niet wil.”
De eerste successen heeft Bezield Verband al geboekt. Een aantal parochies heeft beslist om een sluiting op de lange baan te schuiven of zelfs ongedaan te maken.
Bezield Verband gelooft in de vitaliteit van parochies en vraagt om meer vrijheid op plaatselijk vlak. „Ik ken parochies waar leden protesteren door een te sluiten kerkgebouw te kopen en te onderhouden. Andere parochianen willen een zaal huren in het dorp of de wijk om toch samen te komen. Dan moet Eijk echter wel het verbod op het houden van vieringen opheffen.”
Dit is het tweede deel van een drieluik over kerksluitingen binnen de Rooms-Katholieke Kerk. Volgende week deel 3.