Opinie
Lof zij de God van Israël

Een indrukwekkende lofzang, die van Zacharias. Calvijn schrijft dat deze oude priesterzoon door de adem van de Geest werd bezield om op goddelijke wijze te kunnen spreken en hemelse waarheden te verkondigen. Hij was een profeet op de grens van het oude en het nieuwe verbond. Zijn tong was werktuig van de Heilige Geest. „Lof zij de God van Israël…” We zingen die lofzang graag en gretig in de weken van advent en Kerst. Samen met die andere twee: de lofzangen van Maria en van Simeon.

Ds. J. M. J. Kieviet

„…en Isrel zal verhogen!” Zo eindigt het laatstgenoemde lied. Opmerkelijk. Opnieuw de naam Israël. Klinkt die soms ook in Maria’s lofzang? Ja, ook daar. „Zijn goedheid klom ten top. Hij nam Zijn Isrel op…” Aldus de onder ons bekende berijmingen.

Bij de voorbereiding van enkele preken viel het me opnieuw op. De grote aandacht voor Israël voor en rond de geboorte van de Heere Jezus. Als Maria haar Heere groot maakt, belijdt ze dat Hij Israël, Zijn knecht, heeft opgericht, gedachtig zijnde aan Zijn barmhartigheid (Luk. 1:54). Zacharias in zijn lofzang bezingt de Heere als de God van Israël Die aan Zijn volk verlossing heeft gebracht (Luk. 1:68).

En wat te denken van Simeon? Samen met anderen verwacht hij de vertroosting van en voor Israël (Luk. 2:25). Die verwachting wordt vervuld als hij het Kindje Jezus in zijn armen heeft en hij in vervoering spreken gaat. Simeon zingt over het verschenen Licht, niet alleen tot verlichting van de volkeren, maar ook tot heerlijkheid van het volk Israël (Luk. 2:32).

Trouwens, hoe luidt de blijde mare van de engel aan de herders in de velden van Efratha? Het zijn bekende woorden geworden: „Ik verkondig u grote blijdschap die al den volke wezen zal” (Luk. 2:10).

”Alle den volcke”, zo heette veel jaren lang het officiële orgaan van een bekende zendingsorganisatie onder ons. Zou echt bedoeld zijn ”alle volken”, zoals ik zelf lang gedacht heb? En dat terwijl de engel toch echt in het enkelvoud spreekt. De grote blijdschap zal ”heel het volk” ten deel vallen. Welk volk? Hier is geen ander volk bedoeld dan Gods eigen volk, namelijk Israël. In de komst van de beloofde Zoon van David, geboren in de stad van David, wordt het waar: „Hij heeft gedacht aan Zijn genade. Zijn trouw aan Israël (!) nooit gekrenkt…”

Zullen we mogen zeggen dat wanneer boven Bethlehem de hemel scheurt, de Koning van Israël Zijn volk bezoekt om aan hen het heil te brengen? Ja, dat mogen we zeggen. Hij is gekomen tot het Zijne. Zoals Hij zelf getuigde: gekomen voor de verloren schapen van het huis van Israël. Dat allereerst. Later zal Petrus het getuigen tegenover Gamaliël en anderen: „een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving der zonden” (Hand. 5:31). Eerst de Jood, en ook de Griek.

Hoe aangrijpend is in dit licht de verwerping door Israël van deze Koning. De Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Laat het voor de kerk van nu nog steeds en steeds weer een zaak van grote droefheid en een gedurige smart zijn, zoals het voor Paulus was. Zullen juist de weken van advent en Kerst niet de tijden zijn dat de christenen hun gebed voor Israël intensiveren? We missen onze oudere broeder nog. Er staan nog stoelen leeg aan de tafel van de Bruidegom Jezus.

Gebed voor en getuigenis aan Israël zijn een christelijke roeping. Ook dat laatste: de daadwerkelijke verkondiging. „Christenen bewijzen Joden de slechtst denkbare dienst als ze hun het Evangelie onthouden”, aldus ds. Baruch Maoz eerder dit jaar. En Jonathan Goldberg, enkele jaren geleden: „Als je Israël werkelijk liefhebt, wil je het vertellen over Jezus, de Messias van Israël!”

Wat een dag van vreugde zal het zijn als Israël zijn Koning zal erkennen. Immers, indien hun verwerping de verzoening van de wereld is, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden?!” (Rom. 11:15).

Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer