Opinie

Leven onder aan de trap

Dr. Bart Jan Spruyt

6 December 2013 16:39Gewijzigd op 15 November 2020 07:32
beeld Flickr, Jorge Lascar
beeld Flickr, Jorge Lascar

In het moderne, evolutionaire denken staat de mens boven aan de trap met een duistere afgrond aan zijn voeten. In het christelijke wereldbeeld staat die mens onder aan de trap met uitzicht op het heiligdom van Gods heerlijkheid.

Soms lijk je daar een glimp van op te vangen. „Het leven kent ook zaligheên”, zoals Willem Bilderdijk al wist: een echte cappuccino bijvoorbeeld, geconsumeerd onder het genot van een kleine corona, een boekpresentatie, of een goede lezing.

Recent werd mij de zegen van twee prachtige lezingen op één dag vergund. Zeker voor wie zelf regelmatig mag opdraven om een enkele ziel te bezwangeren, is het luisteren naar anderen vaak bepaald aangenaam. De rare nervositeit die je een hele dag tot vijf minuten voor het begin van je lezing kan verontrusten, ontbreekt. Je kunt je onderdompelen in de kennis en de wijsheid van een ander.

Ik trof het zeer: ’s middags sprak mijn Franse vriend Rémi Brague in Rotterdam, ’s avonds sprak mijn eerste leraar Tom Hage in Gouda. Brague is classicus, arabist en hoogleraar in Parijs. Hij sprak bij de presentatie van de eerste Nederlands vertaling van een van zijn boeken (”Europa, de Romeinse weg”, een boek dat u echt moet lezen) en had het over de Europese identiteit.

Op volmaakt socratische wijze hield hij zijn gehoor drie vragen voor die leidden tot de conclusie dat er geen doel is dat het voortbestaan van de mensheid rechtvaardigt – tenzij wij durven nadenken over een hoger goed. Daarmee nodigde hij zijn gehoor onnadrukkelijk uit de waarheid van het christelijk geloof weer eens welwillend te overwegen.

Het besef van dat hogere goed heeft de Europese cultuur eeuwenlang doortrokken. Niet dat wij Europeanen dat zelf hebben bedacht. De Europese christelijke cultuur is secundair, dat wil zeggen: heeft weinig origineels voortgebracht maar is gevormd door twee steden buiten Europa: Athene en Jeruzalem. In Rome zijn beide tradities een grootse synthese aangegaan, die begint met de erkenning dat wij barbaren zijn die gevormd, geheiligd en bekeerd moeten worden door bronnen die buiten onszelf liggen.

Kathedraal

Tom Hage sprak aan de Driestar over C. S. Lewis als mediëvist. Hij had het onder andere over het middeleeuwse wereldbeeld dat een kern bevat die elke christen anno 2013 nog altijd deelt: de gedachte namelijk dat niets voor niets is, dat alles in een goddelijke orde een aangewezen plaats heeft, en dat er dus ook een vervulling van onze verlangens moet zijn, anders zouden wij die verlangens niet hebben.

Hage herinnerde er ook nog maar eens aan dat ons beeld van het middeleeuwse wereldbeeld niet klopt. De middeleeuwer geloofde niet dat de aarde plat was en het centrum van het heelal. Het universum was als een kathedraal, met sferen van muziek en orde, waarin men vanaf de uiterste rand naar boven keek. In het moderne, evolutionaire denken staat de mens boven aan de trap met een duistere afgrond aan zijn voeten. In het christelijke wereldbeeld staat die mens onder aan de trap met uitzicht op het heiligdom van Gods heerlijkheid.

Zo’n onderdompeling kan verootmoedigen. Wij mensen leven aan de uiterste rand van het universum, in een ondermaanse dat door vergankelijkheid en vergetelheid wordt geregeerd. En in dat ondermaanse zijn wij bewoners van een barbaars continent dat is aangeraakt door een geloof dat dat continent eigenlijk vreemd is, maar dat stukje aarde eeuwenlang toch heeft gevormd – alhoewel wij nu aan het staartje van die Traditie bungelen.

Dankzij die Traditie worden wij omringd door ouders, leraren en instituties die zorg besteden aan ons zielenheil. Maar hoe precair is ons geloof. Zoals George Herbert al dichtte: één listige boezemzonde kan dat alles in één keer wegblazen.

Doop

Daags na deze lezingen was ik in Amsterdam voor de doop van een vriend uit de kring van de Edmund Burke Stichting. Na veel gezoek en getwijfel had hij –evenals enkele andere vrienden uit die kring, en net als hij niet kerkelijk of randkerkelijk opgegroeid– de keuze voor het christelijk geloof gemaakt. Zijn doop en vormsel ontving hij in de Krijtberg in Amsterdam. Hij had het protestantisme geprobeerd, schreef hij mij, maar de hervormden waren daar in Amsterdam vooral bezig met „meditatiecursussen voor daklozen” (dat klopt waarschijnlijk niet, maar zo’n observatie geeft te denken). Ik kon het niet nalaten hem te herinneren aan een uitspraak van de vorige paus, die in zijn boek over Paulus heeft gezegd dat de zaligheid nooit beter onder woorden is gebracht dan door Maarten Luther toen hij het had over de „vrolijke wissel en ruil.”

Het was een mooie dienst. Een jonge intellectueel, bezig met een proefschrift over de invloedrijke Spaanse filosoof Ortega y Gasset, beloofde de strijd aan te gaan tegen „alle bekoring van zonde en onrecht” en „God de Heer alleen te dienen.” Een mens, getrokken uit de slavernij van de zonde tot de vrijheid van het geloof van de Kerk.

We stonden in deze kathedraal in hartje Amsterdam, en keken naar boven en zagen daar, onder aan de trap, iets, meende ik, van „het heiligdom waarvan de aarde de buitenste grens is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer