Ruime steun voor SGP-vrouwenvoorstel
DEN HAAG – Ruim 70 procent van de SGP-leden en -kiezers staat in grote lijnen achter het voorstel van het SGP-hoofdbestuur om belemmeringen voor vrouwen op kieslijsten te schrappen.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Reformatorisch Dagblad waaraan ruim 1100 lezers hebben meegewerkt en dat is uitgevoerd direct nadat het SGP-hoofdbestuur zijn voorstel maandag openbaar maakte.
Zoals bekend wil de partijleiding in het algemeen reglement opnemen dat het geslacht van een kandidaat niet bepalend mag zijn bij de selectie van partijgenoten voor kandidatenlijsten. Artikel 10 in het program van beginselen, waarin staat dat het regeerambt de vrouw niet toekomt, blijft gehandhaafd.
Op de vraag of deze route van het SGP-hoofdbestuur in de gegeven omstandigheden de beste is, antwoordt ruim 48,3 procent van de respondenten: „Helemaal mee eens”, en 23,5 procent: „Gedeeltelijk mee eens”.
Er is in dezen geen noemenswaardig verschil van opvatting tussen SGP-leden en SGP-kiezers. Ook tussen opvattingen van respondenten uit de verschillende kerkgenootschappen bestaan geen grote verschillen. Verschillen in leeftijd leiden gemiddeld genomen ook niet tot uiteenlopende opvattingen.
Een kleine 30 procent van de respondenten vindt dat het SGP-hoofdbestuur er beter aan had gedaan niet met een eigen voorstel te komen, maar af te wachten waar de regering mee zou komen. Een kleine 70 procent vindt het wel goed dat het hoofdbestuur zelf tot actie is overgegaan.
Ruim 3 procent van degenen die meededen aan het onderzoek zal niet meer op de SGP stemmen of mogelijk zelfs het lidmaatschap opzeggen als de partij het voorstel van het hoofdbestuur aanvaardt.
Ruim 12 procent van de respondenten onderschrijft geheel of gedeeltelijk de stelling dat de SGP zichzelf beter kan opheffen als ze voor de keuze staat om óf het beginsel over de vrouw te schrappen óf zichzelf op te heffen. Bijna 80 procent is het met die stelling geheel of gedeeltelijk oneens.
Het aantal principiële voor- en tegenstanders van vrouwen in de politiek houdt elkaar in de SGP-achterban min of meer in evenwicht. Bijna 45 procent antwoordt: „Helemaal mee eens”, of: „Gedeeltelijk mee eens”, op de stelling dat Bijbels gezien een vrouw onder geen voorwaarde raadslid, wethouder of Kamerlid kan zijn. Nipt 47 procent is het gedeeltelijk of helemaal oneens met deze stelling.
Er bestaat een verschil tussen degenen die wel en geen SGP-lid zijn. Van de SGP-leden onderschrijft 49 procent laatstgenoemde stelling wel en 42 procent niet. Van niet-SGP-leden is 40 procent het eens met de uitspraak en reageert 53 procent afwijzend.
Over de vraag of de SGP naar vier of meer zetels kan groeien als ze het beginsel over het regeerambt van de vrouw schrapt, denken de ondervraagden verschillend: 46 procent is het daarmee geheel of gedeeltelijk eens en krap 26 procent is het daar geheel of gedeeltelijk mee oneens.
Niet alleen uit het RD-onderzoek blijkt dat er draagvlak is bij de SGP-achterban voor het voorstel van het SGP-hoofdbestuur; de Evangelische Omroep deed dezer dagen een onderzoek onder SGP-raadsleden. De meerderheid van hen steunt de lijn van het hoofdbestuur.
Van de 127 raadsleden, statenleden, burgemeesters en wethouders zou 48 procent het een goede zaak vinden als vrouwen voortaan politiek actief zouden worden voor de SGP.
Ook op de eerste besloten regionale voorlichtingsbijeenkomsten van de SGP voor bestuurders van SGP-kiesverenigingen in Goes, maandagavond, was de stemming positief, zo meldde een ingewijde dinsdag. Ook daar was er steun voor het SGP-hoofdbestuursvoorstel.
De komende dagen belegt het hoofdbestuur nog enkele besloten regionale bijeenkomsten. Voor 16 maart moeten de kiesverenigingen hun standpunt bepalen. Op die dag is er een huishoudelijke vergadering waarop de partij een besluit neemt.
SGP-partijvoorzitter Van Leeuwen noemt de uitslag van het onderzoek in een eerste reactie bemoedigend: „Hoewel je kunt discussiëren over de waarde van een lezersonderzoek geeft het wel een richting aan. Kennelijk ervaart de SGP-achterban het onvermijdelijke van dit voorstel.”
Van Leeuwen wijst erop dat de partij nog over het voorstel moet discussiëren: „Het hoofdbestuur probeert momenteel door het beleggen van informatieavonden voor bestuurders van kiesverenigingen tot een breed draagvlak te komen.”
Een ruime meerderheid voor het voorstel houdt ook in dat er een betekenisvolle minderheid tegen is. Van Leeuwen: „De partij is en blijft er ook voor hen die na een zorgvuldige afweging tegen het voorstel zijn.”