Het tweede kabinet-Rutte, dat deze week officieel aftrapte, beleefde een unieke start. Nooit eerder werd een regeerakkoord al voor het afleggen van de regeringsverklaring gewijzigd. Wat zegt dat over de tijd van tegenwoordig? „Niks. Rutte heeft gewoon een fout gemaakt.”
In een tijd waarin mensen gewend zijn eigen keuzes te maken, moet de politiek zich fundamenteel aanpassen, betoogde zondag PvdA’er Wallage in het tv-programma Buitenhof over de vervanging van de inkomensafhankelijke zorgpremie door een fiscaal alternatief. „De politiek doet alsof ze een mandaat krijgt voor vier jaar, maar die wereld is er niet meer. De kiezer blijft ook na het stemmen de baas.”
Even het regeerakkoord uitvoeren, moet volgens de voorzitter van de Raad voor het openbaar bestuur worden vervangen door steeds kijken of er wel draagvlak te vinden is in de samenleving voor maatregelen. „Je moet zorgen dat je vakbonden, werkgevers, maar ook de burgers overtuigt.”
Hoogleraar staatsrecht prof. mr. Paul Bovend’Eert van de Radboud Universiteit Nijmegen ziet niet in wat daar nu anders aan is dan twee, vier of zes jaar geleden. „Draagvlak verwerven voor maatregelen in een regeerakkoord kan altijd pas nadat de coalitiefracties ermee hebben ingestemd en het kabinet aan de slag gaat. Dat hebben bewindslieden altijd moeten doen om hun beleid te kunnen uitvoeren.”
Volgens hem is het niet de tijdgeest die vraagt om een nieuwe vorm van politiek bedrijven. „De onderhandelaars van de VVD, Rutte en Blok, hebben gewoon een inschattingsfout gemaakt. Omdat zij niet hebben voorzien hoe slecht het voorstel voor een inkomensafhankelijke zorgpremie zou vallen bij hun achterban, moest het kabinet het regeerakkoord al voor het afleggen van de regeringsverklaring wijzigen.”
Op die lijn zit ook drs. Charlotte Brand, onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen. „De onderhandelaars van VVD en PvdA hebben gekozen voor een snelle formatie waarbij weinig mensen betrokken waren. Zelfs VVD-minister Schippers van Volksgezondheid wist niet van de zorgpremieplannen. Vroeger zag je weleens gebeuren dat tijdens de informatieperiode bewust plannetjes werden gelekt om te zien welke reacties ze losmaakten. Vielen ze verkeerd, dan kon je ze tijdig aanpassen.”
Gewone man
VVD-prominent Wiegel verklaarde na de aanpassing maandag van het regeerakkoord dat „de macht van de gewone man toch groter is dan politici denken.” „Flauwekul”, reageert Bovend’Eert. „Het ging hier niet om de gewone man, maar om het draagvlak in de VVD.”
Daaruit valt volgens hem te concluderen dat het onvoldoende is dat het regeerakkoord alleen wordt gedragen door de fracties in de Tweede Kamer. „Op de achtergrond speelt ook de partij een rol. Normaal merk je daar weinig van, nu viel het een keer op.”
Het doet hem een beetje denken aan België. „Politieke partijen zijn daar ook heel machtig. De steun van partijprominenten bij het sluiten van een regeerakkoord is daar heel belangrijk. Een aspect daarvan zien we nu in Nederland. Maar het is een incident, geen nieuwe trend.”
De tijden dat burgers kritiekloos hun politiek leiders volgen, liggen inmiddels al heel ver achter ons, vult Brand aan. „In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw werkte dat nog zo, maar sinds de jaren zestig al niet meer.”
De huidige tijd vraagt wel om nieuw type politiek leiderschap, stelt Brand. Haar collega Peter van der Heiden typeerde de moderne aanvoerder onlangs als iemand die geen kant-en-klare blauwdruk meer presenteert voor bestaande problemen, maar met een algemene visie komt op de samenleving, en met op zijn best een oplossingsrichting voor toekomstige problemen.
„Samsom is daar een goed voorbeeld van”, vindt Brand. „Hij is eerlijk naar de kiezer, doet geen beloftes behalve dat hij aan zijn koers vasthoudt. Politici moeten duidelijk maken dat wat er in een verkiezingsprogramma staat, niet een-op-een kan worden uitgevoerd. En ze moeten altijd terug naar de burgers om uit te leggen waarom ze bepaalde beslissingen nemen.”
Vertrouwen
Premier Rutte heeft zich dat inmiddels ook gerealiseerd, stelt ze. In zijn regeringsverklaring klonk dat dinsdag al door: „In het breed gedragen maatschappelijk besef dat moeilijke maatregelen onvermijdelijk zijn, ligt de basis waarop het regeerakkoord de komende jaren kan worden uitgevoerd. Maar dat begrip en die bereidheid van mensen om een bijdrage te leveren, zijn niet vanzelfsprekend. Dat heeft de politieke actualiteit van de afgelopen twee weken duidelijk laten zien.” Juist als de politiek veel van mensen vraagt, vervolgde Rutte, „is rust en vertrouwen belangrijk voor een zo breed mogelijk draagvlak.”
Precies aan dat vertrouwen heeft de VVD-leider afbreuk gedaan, meent Bovend’Eert, door zijn foute inschatting rond het zorgpremieplan. „Hij heeft zichzelf op achterstand gezet. Rutte moet nu een inhaalslag gaan maken, met zijn partij in discussie om zijn leiderschap weer te versterken.”
Heel vaak kan hij zich dergelijke fouten niet meer permitteren, stelt Brand. „Door de zorgpremie te vervangen, heeft hij nu ook een ereschuld opgebouwd bij de PvdA.”
Die partij zal dat krediet overigens goed kunnen gebruiken, verwacht ze, om later zelf ook wijzigingen in het regeerakkoord te bewerkstelligen. „Daarin zitten heel lastige punten voor de sociaaldemocraten. Denk bijvoorbeeld aan de verkorting van de WW-duur.”
Uitgerekend de PvdA weet overigens hoe pijnlijk het is als kabinetsbeleid helemaal verkeerd valt bij de achterban. De WAO-crisis in 1991 (zie kader) trok diepe voren in de partij. Volgens Bovend’Eert en Brand is die kwestie uit het verleden nog het meest vergelijkbaar met de commotie vorige week rond het regeerakkoord van Rutte II.
Tumult
Want dát een regeerakkoord wordt aangepast, is op zichzelf niet nieuw. Het kabinet-Balkenende IV brak het coalitieakkoord begin 2009 open om de recessie als gevolg van de economische crisis aan te pakken. En de partijen van paars II wijzigden in 1999 hun plannen voor een volksraadpleging, nadat de Eerste Kamer het voorstel voor een correctief referendum had afgeschoten.
Wel nieuw is volgens Bovend’Eert dat het akkoord nu werd aangepast na druk van buitenaf, terwijl de coalitiepartijen het onderling eens waren over het te voeren beleid. Hij zou het onverstandig vinden als VVD en PvdA het regeerakkoord vaker gaan aanpassen als er tumult ontstaat. „Dan maak je het jezelf onmogelijk om een regeringsprogramma goed uit te voeren.”
Ex-informateur Bos schreef donderdag in zijn column in de Volkskrant dat de wereld alsmaar ingewikkelder en diverser wordt. Politici proberen daar met steeds verfijnder maatwerk greep op te krijgen. „We moeten echter niet meer, maar juist minder verfijnd durven ingrijpen”, betoogde hij. „Bij een steeds complexere wereld horen steeds eenvoudiger beleidsuitgangspunten.”
Een minder gedetailleerd, meer op hoofdlijnen gericht regeerakkoord in de toekomst zou daarmee in lijn zijn, denkt Brand. „Tegelijkertijd eisen kiezers exactheid. De recente discussie over de koopkrachtgevolgen van de inkomensafhankelijke zorgpremie toont aan dat mensen precies willen weten waar ze aan toe zijn. Politici zitten tegenwoordig in een lastige spagaat.”
WAO-crisis in PvdA
Vergelijkbaar met de ophef die twee weken terug in de VVD ontstond over de inkomensafhankelijke zorgpremie was de WAO-crisis in de PvdA. In zijn Rode Canon heeft de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, die kwestie als volgt geboekstaafd:
„(...) In juli 1991 kondigde het kabinet-Lubbers III (CDA/PvdA) aan dat er flink gesneden zou worden in de hoogte en duur van de WAO. De plannen bevatten ook scherpere toelatingseisen en een toenemende druk om een baan te accepteren. De PvdA-ministers stemden in met de beperking van de WAO.
De maatregelen stuitten in en buiten de PvdA op heftig verzet. De vakbonden brachten bijna een miljoen demonstranten op de been. De PvdA raakte verscheurd tussen behoudende sociaal-democraten en hervormers. In het hele land kwamen gewesten en afdelingen in opstand. Sommigen vonden dat de PvdA uit het kabinet moest stappen of dreigden hun lidmaatschap op te zeggen. De positie van partijleider en vice-premier Kok stond zwaar onder druk. Partijvoorzitter Sint trad als gevolg van de kritiek af.
Kok wist de scherpste kantjes van het kabinetsbesluit af te halen. De partijleden konden zich op 28 september 1991, op een speciaal congres, uitspreken. Door zijn eigen positie aan het plan te verbinden wist Kok de partij achter de WAO-herziening te scharen. Ruim 80 procent stemde in met de maatregelen. In zijn toespraak wees Kok op de noodzaak van de hervorming van de verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving (...).
Het besluit leidde tot een vertrouwensbreuk met het FNV, die pas aan het einde van de kabinetsperiode zou helen. Mede door de WAO-crisis verloor de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 maar liefst 12 zetels. De SP, die in 1991 de marxistisch-leninistische ideologie had verruild voor socialistische uitgangspunten, kwam met 2 zetels voor het eerst in de Tweede Kamer. De tegenpartij (”Stem tegen, stem SP”) trok teleurgestelde PvdA-kiezers en groeide in de strijd om de ‘rode’ kiezer uit tot een geduchte concurrent.”