Met enkele korte zinnen spreekt de jonge Justus zijn ongenoegen uit over de preek die hij die avond van Petrus heeft gehoord. Sinds enkele maanden gaat de apostel voor in de kleine gemeente van de Griekse havenstad Korinthe. Maar inmiddels is wel duidelijk dat niet iedereen is ingenomen met zijn prediking. Justus, student aan de stadshandelsschool, in ieder geval niet.

Toen vorig jaar bekend werd dat Petrus van zins was naar Korinthe te komen om daar enige tijd de gemeente te dienen, was het grootste deel van de leden bijna euforisch. Petrus was immers niet zomaar een apostel. Zijn roem was hem vooruitgegaan. Binnen de christelijke gemeenten wist iedereen dat hij al tijdens de omwandeling van de Heere Jezus een bijzondere positie had ingenomen. Samen met Jakobus en Johannes.

En wat een machtige en indrukwekkende preek had hij niet in Jeruzalem gehouden op de pinkster­dag. Duizenden waren erdoor geraakt; 3000 waren die dag tot de christelijke gemeente toegedaan. De verwachtingen waren dus hooggespannen geweest.

„Ik kan je wel begrijpen”, zegt Stefanus tegen Justus. „Je mist bij Petrus toch het Evangelie. Zijn preken zijn zo wettisch. Soms denk je: Moeten we nu al die Joodse wetten, waarbij ik zelf ben opgevoed, nog steeds onder­houden? Weliswaar is op het apostelconvent besloten om de heidenen die wetten niet op te leggen, maar ik merk dat Petrus dat Joodse verleden nooit helemaal is kwijtgeraakt.

Ik heb gehoord dat Paulus nog niet zo lang geleden in een brief aan de Galaten heeft geschreven dat Petrus in Antiochië omwille van de vreze van de Joden toch weer de oude wetten volgde. En dat is gebeurd ná de vergadering van de apostelen in Jeruzalem. Kortom, je blijft bij hem merken dat hij niet helemaal los is van het Jodendom. Dan waren Paulus en Apollos toch predikers die meer de Christus verkondigden.”

„Ja, dat is zo”, merkt Justus op. „Een bijkomend probleem is dat Petrus maar weinig lijkt te weten van wat er echt in de wereld te koop is. Wat weet die man nu van de moderne cultuur zoals we daar dagelijks in ons mondaine Korinthe mee worden geconfronteerd? Hij spreekt wat in algemene termen over het moderne leven. Maar van de vragen die de moderne wetenschap stelt en van de thema’s die bekende klassieke schrijvers aan de orde stellen, heeft hij geen weet.”

Stefanus: „Je kunt inderdaad merken dat Petrus een eenvoudige visser is geweest en dat hij geen academische vorming heeft gekregen. Jawel, hij heeft drie jaar onderwijs van de Heere Zelf gehad. En dat was uniek. Maar scholing in de klassieken? Die zijn daarbij niet aan bod gekomen. En ja als ik, die als Jood in Jeruzalem ben geboren, hem hoor praten, merk ik ook direct dat hij uit het achtergebleven Galilea afkomstig is. Eigenlijk zou die man spraaklessen moeten hebben.”

„Maar zo iemand kun je vandaag de dag toch niet uit preken laten gaan?” zegt Justus met duidelijk waarneembare ergernis in zijn stem. „Wil je het debat met de samenleving kunnen aangaan, dan moet je toch een goede academische opleiding hebben gehad?

Paulus en Apollos hebben dat wel. Dat kun je merken. Paulus is opgegroeid in Tarsen, heeft daar onderwijs gevolgd. Hij is student geweest op de school van de beroemde wijsheidsleraar Gamaliël. Hij kent zijn klassieken. Hij durfde in Athene met de elite van die stad de discussie aan te gaan op de Areopagus. Hij haakte daar aan bij uitspraken van beroemde dichters. En Apollos heeft in Alexandrië ook een goede scholing gekregen. Die mannen hebben de samenleving iets te zeggen.”

Fortunátus, de presbyter van de gemeente, die tot nu toe alleen maar heeft zitten luisteren, vindt het tijd om in te grijpen. „Mannen, bepaalde opmerkingen kan ik best begrijpen. Er is inderdaad verschil in opleiding tussen Petrus en Paulus. Dat valt niet te ontkennen. Er is ook onderscheid in de mate van welsprekendheid. Aan Petrus kun je horen dat hij uit Galilea komt. En Paulus is meer schrijver dan spreker, terwijl Apollos, die vorig jaar hier preekte, juist een vurig redenaar is. Er is ook verschil in benadering. Paulus keert zich krachtiger tegen het voortzetten van de Joodse inzettingen dan Petrus. Allemaal waar. Maar waar gaat het om?

Zowel Petrus als Paulus en ook Apollos zijn onderwezen in de Schriften. Petrus door de Heiland Zelf, Paulus door Gamaliël en later door zelfstudie. Apollos is in Efeze door Aquilla en Priscilla in de Schriften onderwezen. De kern van de prediking van alle drie is: Jezus Christus en Dien gekruisigd. Dat staat bij hen centraal. En dat klonk ook vanavond door.”

Fortunátus stopt even en gaat dan verder. „Er dreigt verdeeldheid in de gemeente. Waarom? Omdat men op bijzaken let. De gaven van de prediker worden beoordeeld. Gewaardeerd zou moeten worden hetgeen elk van de voorgangers aan gaven heeft. Maar vaak gaat het debat vooral over hetgeen de prediker níét heeft. En daarmee wordt de kernvraag omzeild.

God stuurt Zijn knechten met hun gaven en beperkingen om het Evangelie te brengen. Verschillen in afkomst, opleiding en karakter zijn er altijd al geweest. Amos was een boer, Ezechiël een goed opgeleide priester en van Jesaja wordt gezegd dat hij van koninklijken bloede was. Ook in toonzetting en accent van de prediking was er tussen de profeten verschil. Maar het ging en gaat om Gods boodschap van verlossing voor verloren mensen.”

Justus en Stefanus zwijgen. Waar ligt Korinthe vandaag?

De auteur is hoofdredacteur van deze krant. Reageren? goedbekeken@refdag.nl