Belfast na 100 jaar weer trots op Titanic
Duizenden protestantse arbeiders bouwden in Belfast jarenlang aan de drie grootste schepen ter wereld. De Titanic was er een van. Tot voor kort heeft de stad over het rampschip gezwegen, maar inmiddels is hij er weer net zo trots op als toen.
Alles is Titanic vandaag in Belfast. Geen boekwinkel vergeet iets over het schip in de etalage te zetten, de shop voor modelbouwers heeft extra pakketten ingeslagen en de Belfast Telegraph brengt speciale bijlagen uit.
Wie al deze aandacht waarneemt, zou niet vermoeden dat er in Noord-Ierland tientallen jaren is gezwegen over het rampschip. Harland & Wolff mocht dan de grootste scheepswerf ter wereld zijn geweest, juist dit werd een bron van schaamte. De 15.000 werknemers waren vrijwel uitsluitend protestanten. Die leverden de kwaliteit, dat wel, maar ze verdeelden ook de welvaart.
De arbeiders woonden met hun gezinnen rond het havengebied. Er lagen speciale tramlijnen naar wat vandaag het ”Titanic Quarter” heet. Er werd keihard gewerkt. Alleen al in 1911 werden hier tien schepen te water gelaten, waaronder de Titanic op 31 mei. Het rampschip was het 401e vaartuig dat vanaf 1859 door H&W werd gebouwd.
Op zondag lag het werk stil. Dan bezochten de gezinnen de kerk. Niet lang na de bouw van de Titanic werkte de bekende prediker W. P. Nicholson in dit deel van de stad. Onder zijn prediking was een krachtige opleving. Op een zondag drukte hij in een preek over ”Gij zult niet stelen” alle dieven op het hart het gestolene terug te brengen. De volgende dagen werden er zo veel spullen bij Harland & Wolff teruggebracht dat er een speciale schuur voor is gebouwd, die als ”Nicholson Shed” de geschiedenis in is gegaan.
De spanning tussen (Britse) protestanten en (Ierse) katholieken leidde tot een verbitterd conflict, dat eigenlijk pas in de laatste jaren is opgelost. De katholieken verweten de protestanten aan discriminatie te doen. En scheepsbouwer Harland & Wolff was een van de grote boosdoeners.
Bij de oude werf staat nog altijd het toenmalige hoofdkantoor van H&W, onder meer met de prachtige tekenkamer. Naast dit hoofdkantoor staat nu ook het immense Titaniccentrum, ”Titanic Belfast” geheten. Het is gebouwd in stervorm, waarvan de vier punten doen denken aan de boeg van het grote schip. Eind vorig maand werd het geopend. Het heeft 117 miljoen euro gekost.
De hoogte van het gebouw geeft de bezoeker er al direct een indruk van hoe nietige mensen tegen het schip hebben opgekeken. Het is dan ook geen museum –er zijn geen originele voorwerpen van het schip– maar een ”belevingscentrum”.
Binnen waant de bezoeker zich zomaar in het Belfast van rond 1910. De eerste afdeling (”Boomtown Belfast” geheten) brengt de bedrijvigheid van de stad in beeld. Beamers projecteren foto’s en filmbeelden op de wand. Door die beelden schuiven weer silhouetten van wandelende en fietsende mensen, om het effect te versterken dat de bezoeker écht in de stad loopt. Omgevingsgeluiden van rijtuigen, vogels en pratende mensen maken het af.
De wandeling gaat nu naar de scheepswerf zelf. Het originele hek van Harland & Wolff biedt toegang.
Belfast is nog altijd trots op de mannen die de 3 miljoen klinknagels in het schip dreven. Dat gebeurde in teams van vijf. De eerste maakte de nagels roodgloeiend, een ander gooide ze tegen de hoge steiger op. Boven ving een jong knechtje ze op, en gaf ze aan de mannen die ze in de scheepswand smeedden.
Goede klinknagelmannen waren op een werf even belangrijk als vandaag de lassers. Ze verdienden dan ook het dubbele van de gemiddelde arbeider. Door het geluid van hun eigen hamers werden ze vrijwel allemaal doof. Veiligheid op de werkplek telde toen nog niet zo. „Het was een vreemde week als er niemand gewond raakte”, zegt iemand op een video.
De hoge steigers kenden nauwelijks een reling. Door de jaren heen zijn heel wat jonge krachten die de gloeiende nagels opvingen, naar beneden gevallen.
Dit risico nam toe naarmate Harland & Wolff grotere schepen ging bouwen. De Titanic was van de kiel tot boven op de brug al 32 meter. Naar de top van de schoorsteen was het 53 meter.
Hoewel Titanic Belfast allerlei grote en kleine feiten over het reuzeschip vermeldt, vertelt het nieuwe centrum niet dat er tijdens de bouw negen mensen zijn verongelukt. En misschien zelfs meer, want in de Noord-Ierse hoofdstad circuleren verschillende getallen. Het ervaringscentrum legt de nadruk echter op de euforie.
Een volgende afdeling laat de aftimmering van het passagiersschip zien. Bijzonder illustratief is de eersteklashut naast een tweedeklas- en een derdeklasverblijf. In de derde klas stond een stapelbed met daarnaast een kleine ruimte voor een wastafel en een stoel. In de eerste klas baadde je in een zee van ruimte. De tweede klas zat ertussenin.
Op de deuren van de eersteklashut projecteert een beamer een steward die de wensen van een deftige dame noteert.
Intussen wordt het schip geladen. Tonnen voedsel worden aan boord gebracht, alsmede 8000 goede sigaren.
Bij de afvaart in Southampton komt ook de Ierse pater Frank Browne aan boord. Hij mag graag een plaatje schieten. De meeste aan boord gemaakte beelden komen uit zijn camera. Hij had wel meegewild naar Amerika, maar kreeg van de bisschop het bevel in de Ierse stad Queenstown (sinds 1922 Cobh) van boord te gaan. Zijn foto’s begeleiden de bezoeker van het Titaniccentrum in Belfast naar de afdeling over de ramp.
In een donker gedeelte klinkt onophoudelijk het SOS-signaal. Beamers projecteren felgroen het morsesignaal op de muur. Het maakt een sinistere indruk.
Aan de muur hangt het verhaal van stewardess Mary Sloan, die na de aanvaring de verbijstering zag bij de ontwerper van de Titanic, Thomas Andrews. „Ik las in zijn gezicht alles wat ik moest weten.” Voor Andrews was het schip dus niet onzinkbaar. Zijn lichaam is nooit gevonden.
Bijzonder informatief zijn de afdelingen over de Amerikaanse en de Britse onderzoeken na de ramp. Binnen korte tijd kreeg de scheepvaart met strengere regels te maken.
De laatste afdeling gaat over het werk van dr. Robert Ballard, die in 1985 het wrak van de Titanic ontdekte en nog steeds actief is in het zoeken en bestuderen van gezonken schepen.
De banketzaal op de bovenste verdieping is het paradepaardje van het nieuwe centrum. Er is plaats voor ten minste 800 mensen. In de hoek staat de replica van de beroemde trap uit het schip. Aanstaande echtparen staan –figuurlijk gesproken– al te dringen om zich op deze trap te laten vereeuwigen.
De ramen bieden uitzicht op de plek waar in 1910 en 1911 de Olympic en de Titanic naast elkaar stonden. Het heeft even geduurd, maar na 100 jaar is Belfast zo mogelijk nog trotser op de Titanic dan toen.
Dit is de tweede aflevering in een serie artikelen over de Titanic. Vrijdag deel 3. www.titanicbelfast.com
Met vier kinderen wachten op bericht over vader
De grootvader van Ian Frost was voorman op de werf van H&W. Hij liep daar met een bolhoedje en een fluitje. Grootvader mocht mee met de Titanic als lid van een inspectiegroep.
Na het ongeluk hoorde grootmoeder lange tijd niets. Met haar vier kinderen zat ze in onzekerheid. Totdat er bericht kwam van rederij White Star Line: Uw man is vermist op zee.
Ian Frost vertelt erover op een interactieve videopresentatie in het Ulster Folk & Transport Museum, even buiten Belfast. Daar is dit jaar een bijzonder uitgebreide tentoonstelling over de Titanic ingericht, onder meer met originele voorwerpen die tot voor kort op de zeebodem lagen.
Alle vitrines staan in een cirkel rond een metersgroot schaalmodel van het schip in zijn laatste minuten. Langs de rand staan poppetjes van de drie klassen in twee groepen; gered en verdronken. Van de eerste klas is het grootste deel gered, van de bemanning is het grootste deel omgekomen. Bezoekende schoolkinderen komen steevast eerst op dit model af.
In de video toont Ian Frost ook het fluitje van zijn grootvader. Hij is trots op het vakmanschap van zijn opa. Daarom blijft het voormanfluitje in de familie.
In het havengebied in Belfast voeren gidsen van Titanic Walking Tours bezoekers door het gebied waar rond 1910 de grote schepen van de Olympic Class werden gebouwd. De wandeling eindigt bij Thompson’s Dock, het droogdok dat speciaal is gemaakt om zulke grote schepen te kunnen bouwen. De gids loopt met een grote map met oude foto’s onder zijn arm en toont onder meer hoe de Titanic destijds in dit dok lag.
www.titanicwalk.com voor Titanic Walking Tours; www.nmni.com/uftm voor het Ulster Folk & Transport Museum.