Gerda Schreuder kan na schietpartij Alphen verstijven van schrik
Als ze ratelgeluiden hoort, kan ze verstijven van schrik. Gerda Schreuder (72), ontsnapt aan de kogels van Tristan van der V., is de schietpartij in Alphen aan den Rijn een jaar later nog niet te boven.
„Daar stond het die zaterdagmiddag vol met amublances”, wijst Schreuder in haar woonkamer in een appartementencomplex naar het op steenworp afstand gelegen winkelcentrum De Ridderhof.
Die middag, 9 april 2011, schiet Tristan van der V. om zich heen. In enkele minuten doodt de Alphenaar zes mensen en zichzelf. Ook raken verschillende slachtoffers –zwaar– gewond. Gerda Schreuder ontsnapt aan de kogelregen. Vanwege haar kordate optreden ontvangt ze in september 2011 een onderscheiding van het Carnegie Heldenfonds.
Schreuder staat zatermiddag 9 april als vrijwilliger van het Rode Kruis in De Ridderhof met een kraam met breispullen, vlak bij een kiprestaurant. Ze draagt het hesje van het Rode Kruis. Vanwege een rugkwaal zitten haar beide benen in beugels en is ze slecht ter been.
Oerkracht
Vanachter haar kraam hoort Schreuder ineens een ratelend geluid. Al snel rent een man in haar richting. Hij is getroffen door een kogel uit een van de wapens van Tristan van der V. „Die gewonde man schreeuwde: Ik ben beschoten!” vertelt Schreuder in haar woonkamer. „Ik riep: „Liggen!” Ik duwde hem tegen de grond en wist hem het kiprestaurant in te slepen. Hoe ik dat gedaan heb, weet ik nu nog niet. Ik moet oerkracht hebben gehad. Toen ik de trui van de man omhoog deed, zag ik dat hij een gat in zijn lichaam had. De kogel was dwars door hem heengegaan.”
Schreuder gaat zelf het kiprestaurant in, maar er ook weer uit. Ze weet ook nog een vrouw in een scootmobiel het kiprestaurant in te duwen, zodat die buiten schootsafstand van Tristan van der V. komt. Intussen herlaadt de schutter zijn wapen en gooit hij zijn lege magazijn richting de kraam met breispullen.
Schreuder ziet tot haar schrik dat even verderop onderneemster Margriet ter Haar zich in de deuropening van haar modewinkel waagt. „Ik schreeuwde dat ze weg moest gaan.” Het mag niet baten. Tristan van der V. schiet Margriet ter Haar dood.
Glasplaat
De schutter vuurt ook in de richting van Schreuder. Die duikt weg tussen een paar rijen stoelen, die bedoeld zijn voor publiek voor een modeshow. Wonderwel wordt ze niet geraakt. „Er zijn 24 kogels om me heen ingeslagen, vooral in een glasplaat achter mij.”
Schreuder kijkt Tristan van der V. in de ogen. „Hij was gekleed in het zwart, zijn haar viel rond zijn wangen. Hij zag er verwilderd uit en zei niets. Zijn ogen waren vreselijk groot. Later vroeg de politie: „Maar hij had toch ook een mond en een neus?” Ik zei: „Ik heb alleen die grote ogen gezien.””
Als Van der V. verder loopt, wordt Schreuder even later geroepen bij een neergeschoten jong echtpaar. De twee liggen zo’n 40 meter verderop bij de Kruidvatwinkel. „Ik voelde in hun hals en wist meteen dat ze waren overleden. Naast het lichaam van de vrouw lag haar tasje. Dat heb ik op haar gelegd, dat was haar bezit.”
Vergeefs probeert Schreuder intussen 1-1-2 te bereiken. „De lijn was overbelast. Ik was kwaad en riep: „Wanneer komt nu die politie?!”” Het lukt haar wel haar man Dik thuis te bellen. „Toen ik vertelde wat er was gebeurd, schrok hij natuurlijk enorm. Toen hij even later in het winkelcentrum kwam en mij zag, riep hij: „Wat zie jij eruit?!”” Tot haar opluchting hoort ze dat de schutter zichzelf heeft omgebracht en niet meer mensen kan doden.
Een agent in burger, die ter plekke is in De Ridderhof, vraagt Schreuder publiek op afstand te houden. Ze merkt de verslagenheid. „Het was ook zo heftig. Twee jonge agenten, een man en een vrouw, stonden in een hoekje te huilen.” Agenten in kogelvrije vesten sommeren haar het winkelcentrum te verlaten. Op dat moment vrezen de autoriteiten dat er nog meer geschoten kan worden. „Ik moest alles achterlaten, maar ik heb toch gauw mijn geldkistje meegenomen. Ik zei tegen mijn man: „Naar huis, naar huis.” Ik was het zat.”
Eenmaal thuis dringt het tot haar door wat voor drama zich in het winkelcentrum heeft afgespeeld. „Ik zag beelden van De Ridderhof op tv.” De avond brengt ze „als in een droom” door. Van slapen komt die nacht weinig. Ze weet nog dat ze boos was toen het bericht rondging dat Tristan van der V. een camouflagebroek droeg. „Dat was helemaal niet waar. Hij had een zwarte broek aan.”
Nachtmerries
De schietpartij in Alphen aan den Rijn trekt nog altijd sporen in het leven van Gerda Schreuder. De eerste maanden heeft ze meer moeite met lopen dan anders. Zeker in verband met de herdenking van de schietpartij maandag gaan oude wonden weer open. Soms wordt ze gekweld door nachtmerries en ze is nog altijd in behandeling bij een psycholoog. Ze kan verstijven van schrik als ze bijvoorbeeld geluiden hoort die lijken op het geratel van de schoten.
Een paar weken na het drama raakt Schreuder, die verbonden is aan de PKN-gemeente De Bron in Alphen, tijdens een kerkdienst in paniek. „Er spraken twee dominees. De microfoons maakten ineens een raar, zoemend geluid. Ik begon te gillen en wilde meteen weg.”
Van onverwachte incidenten kan ze helemaal van slag zijn. „Pas stond ik in De Ridderhof weer achter de kraam. Iemand legde een hand op mijn schouder. Daar schrik ik dan van en gelijk denk ik: Stel je niet aan. Ik ga nu altijd half gedraaid achter de kraam staan, zodat ik een beetje kan zien wat er half achter me gebeurt. Onlangs zou mijn man me vergezellen naar De Ridderhof; hij zou meteen achter me aankomen. Toen ik in het winkelcentrum was en mijn man maar op zich liet wachten, raakte ik helemaal in paniek. Hij bleek gewoon even door iemand te zijn aangesproken.”
Ze zegt steun te vinden in haar geloof. „Bijvoorbeeld door te bidden. Fijn is ook dat we van tijd tot tijd bezoek krijgen van de ouderenpastor.” Kritiek van PvdA-Kamerlid Marcouch dat er onvoldoende nazorg is voor de slachtoffers van de schietpartij, wijst Schreuder verontwaardigd van de hand. „Deze week heeft iemand van Slachtofferhulp me nog gebeld.”
Wat dreef Schreuder ertoe een jaar geleden zo kordaat op te treden? „Ik heb alsof ik in een trance was en in een vlaag gehandeld. Ik was niet bang. Ik heb me erover verbaasd dat ik met mijn beugels aan mijn benen zo heen en weer heb gerend. Het was allemaal zo onwerkelijk, zo raar. Ik bleef tot het eind toe handelen.”
Ze pakt de medaille van de kast, die ze september vorig jaar kreeg van het Carnegie Heldenfonds. Maandag onthult ze de herdenkingsplaat in De Ridderhof, op de plek waar vlak bij haar de kogels in de glasplaat sloegen. „Nee, ik voel me geen held. Ik wilde redden wat er te redden viel.”
Schietpartij Alphen trekt diepe sporen
Het is maandag, 9 april, precies een jaar geleden dat Tristan van der V. (24) zes mensen en zichzelf in winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn doodschoot. Er is een officiële herdenking, waarbij een gedenkteken wordt onthuld. Ook vindt er een gebedsdienst plaats.
Na het drama in Alphen aan den Rijn ontstond discussie over het verlenen van wapenvergunningen in Nederland. Tristan van der V., lid van een schietclub, kampte met psychische problemen. De politie maakte in 2008 een misser rond de afgifte van een wapenvergunning. Bij de toekenning van de vergunning is over het hoofd gezien dat Van der V. in 2006 vanwege zijn psychische problemen tien dagen opgenomen is geweest in een gesloten inrichting.
Tristan van der V. ontwikkelde steeds sterkere denkbeelden over zelfmoord, maakte hoofdofficier van justitie C. A. Nooy in juli 2011 bekend. De schutter leed aan schizofrenie van het paranoïde type, met depressieve stoornissen. Van der V., christelijk opgevoed, ontwikkelde een „enorme haat” tegen God en zag zichzelf als paranormaal onderzoeker.
Intussen worstelen nabestaanden en andere slachtoffers nog altijd met het schietdrama. Eind vorige week stelde PvdA-Kamerlid Marcouch dat er te weinig nazorg is. De gemeente Alphen spreekt die kritiek tegen.