Uiteindelijk is de Liberiaanse president Charles Taylor gistermiddag dan toch afgetreden. Uit liefde voor zijn land legde hij de scepter neer, zo gaf hij in zijn afscheidstoespraak te kennen. „Als ik mensen zie sterven, dan moet ik stoppen met vechten”, zei hij letterlijk voor de radio.
In Liberia laat dan ook bijna niemand een traan om het vertrek van Taylor, die een kapotgeschoten en ontredderd land achterlaat. Nota bene, dertien jaar geleden verklaarde hij van Liberia het Hongkong van West-Afrika te zullen maken! Het enige dat in zijn land al die jaren heeft gebloeid is de oorlog. En de enige die daarvan heeft geprofiteerd is vanzelfsprekend Charles Taylor zelf. Volgens geruchten zou hij een slordige 3 miljard dollar op een buitenlandse bankrekening hebben staan.
De 56-jarige Liberiaanse leider treedt af onder druk van de Verenigde Staten. Taylor haalde in zijn afscheidsspeech uit naar de regering-Bush, die volgens hem zijn vertrek heeft geforceerd. Hij beschuldigde de VS ervan de rebellen met wapens te hebben gesteund. De Liberiaanse burgeroorlog omschreef hij als een „Amerikaanse oorlog.”
Inderdaad heeft de Amerikaanse regering druk op Taylor uitgeoefend om af te treden. Gelukkig wel. Het is te hopen dat Amerika het hier niet bij laat zitten en troepen naar het land stuurt. Liberia is met het vertrek van Taylor nog niet uit de problemen. Nu al hebben de rebellen verklaard dat ze Taylors opvolger, vice-president Moses Blah, onacceptabel vinden.
Het zou een goede zaak zijn als de Amerikaanse mariniers die sinds een week op oorlogsschepen voor de kust bivakkeren, voet aan wal zetten. Washington is huiverig voor ingrijpen vanwege het desastreuze avontuur in Somalië.
Waarschijnlijk is die angst overtrokken. Anders dan in Somalië kijken zelfs de rebellen uit naar de komst van de Amerikaanse mariniers. Bovendien is het land klein en telt het maar 3 miljoen inwoners. De Britten hebben in buurland Sierra Leone laten zien dat met een paar honderd soldaten orde op zaken kan worden gesteld. Daar moeten de Amerikanen dan ook toe in staat zijn.
De VS hebben een bijzondere relatie met de Afrikaanse staat, die door vrijgelaten Amerikaanse slaven is gesticht. Dat schept dat misschien geen verplichtingen, geheel onbelangrijk is het echter ook niet.
In de eerste dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog was het door toedoen van de VS dat er rust en vrede heerste in Liberia. Washington werkte indertijd nauw samen met de Liberiaanse president William Tubman. Waarom niet opnieuw Amerikaanse betrokkenheid? Zonder inmenging van buitenaf redt Liberia het niet.
Met het vertrek van Charles Taylor lijkt voor Liberia het einde van de tunnel in zicht. De burgers mogen voorzichtig hopen op betere tijden.