Analyse: Faillissement Griekenland afgewend, althans voorlopig
APELDOORN – Griekenland kan weer even vooruit. De Europese ministers van Financiën hebben in de nacht van maandag op dinsdag in Brussel groen licht gegeven voor een nieuw steunprogramma. De dreiging van een faillissement is afgewend, althans voorlopig. Zeker niet definitief.
Strikt genomen zíjn de Grieken al lang failliet. Zij redden het alleen met behulp van noodleningen. En zij betalen, maar wel in overleg met de betrokken partijen, een deel van de staatsschuld gewoon niet terug; private beleggers moeten een forse afwaardering van hun bezit aan obligaties accepteren. Een faillissement in de zin van een acute, wanordelijke situatie van geen geld meer hebben om de verplichtingen na te komen, bleef tot dusver echter uit. Geen chaotische toestanden.
Zo’n twee jaar geleden dienden de problemen in de EU-lidstaat aan de zuidoostflank van ons continent zich in alle hevigheid aan. De overheidsfinanciën waren er volledig ontspoord. In mei 2010 kreeg Athene van de overige eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in totaal 110 miljard euro aan kredieten toegezegd.
Gaandeweg bleek dat niet toereikend te zijn. Er gloorde geen enkel perspectief dat Griekenland op afzienbare termijn weer gewoon, dat wil zeggen tegen een normale rente, een beroep zou kunnen doen op de kapitaalmarkt om zijn tekorten te financieren. Daarom besloten de regeringsleiders uit de muntunie in juli 2011 tot een tweede overlevingspakket. Zij hadden daarvoor 109 miljard euro in gedachten. In oktober verhoogden zij het bedrag tot 130 miljard.
De afgelopen maanden is stevig onderhandeld over de voorwaarden voor de daadwerkelijke toekenning van dat geld. Vooral de laatste weken voerden de europartners de druk sterk op. Met name de Duitse bewindsman Schäuble koos voor een keiharde opstelling.
Anderen schrijven voor wat er moet gebeuren, de Grieken staan feitelijk onder curatele. Zij ervaren dat als een vernedering. Een uiting daarvan vormde vorige week de foto in een krant waarop bondskanselier Merkel stond afgebeeld in een nazi-uniform. President Papoulias reageerde getergd op de minachting die onze oosterburen zijns inziens in de richting van zijn land aan de dag legden.
De Griekse politici sloten kortgeleden een akkoord over aanvullende maatregelen, waaronder flinke ingrepen in de pensioenen, ontslag voor meer ambtenaren en een forse verlaging van het minimumloon. Veel te kiezen viel er niet. Zij wisten dat als zij medewerking weigerden, de geldkraan zou worden dichtgedraaid. Verder bereikten zij met de private investeerders, waaronder de banken, een deal over kwijtschelding van een deel van de vorderingen van die zijde. Na de onderhandelingen van de afgelopen nacht is voor de financiële instellingen de schadepost gestegen tot zo’n 75 procent.
Al met al vinden de ministers van Financiën dat nu aan hun eisen is voldaan. Maanden na de beslissing van de regeringschefs om nogmaals de portemonnee te trekken voor de armlastige Grieken, zijn de uitgewerkte plannen gereed.
Zonder toekenning van nieuwe middelen zou Griekenland volgende maand niet meer aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen hebben kunnen voldoen, ofwel: een faillissement. Dat gevaar is verdwenen. Toch blijven de zorgen.
De achterliggende tijd confronteerden de Grieken hun geldschieters voortdurend met tegenvallers. De omvang van daadwerkelijke bezuinigingen en hervormingen haalde niet het afgesproken niveau, het begrotingstekort daalde minder dan werd beoogd, de vooruitzichten voor een reductie van de schuld verslechterden. Bovendien houdt de krimp van de economie aan. De diepe recessie verzwaart uiteraard de ombuigingsinspanningen.
Niemand kan garanderen dat het vanaf nu beter zal gaan. Bij weer slecht nieuws valt niet uit te sluiten dat de eurolanden hun hulpverlening alsnog stoppen. Schaüble zinspeelde daar vanmorgen al op. De partners wensen niet almaar geld te storten in een bodemloze put. Politiek draagvlak voor, indien nodig, verdere uitbreiding van de kredietstroom in de toekomst lijkt in bijvoorbeeld Duitsland en Nederland afwezig.
Een andere risico is de stemming onder de Griekse bevolking. De burgers brengen er ongekend pijnlijke offers. De boog staat gespannen, de weerstand tegen verdere aanpassingen is groot. Mogelijk werpt dat een barrière op voor de uitvoering van het voorgenomen beleid, ondanks de afgedwongen beloften van de politieke partijen om door te zetten.
Loopt het niet volgens plan, dan volgt voor Griekenland straks toch het faillissement. Dat houdt overigens niet automatisch in dat het ook de eurozone verlaat. Die twee zaken zijn niet aan elkaar gekoppeld.
Een bankroet en een uitstappen uit de gemeenschappelijke munt zijn inmiddels geen taboe meer. Minister De Jager vertelde vorige week in de Tweede Kamer dat hij achter de schermen met andere landen volop praat over dergelijke scenario’s. Hij noemt die weliswaar niet wenselijk, maar het feit dat hij er openlijk over spreekt, zegt genoeg. Binnen de eurozone groeit het vertrouwen dat de hand terugtrekken van de Grieken niet echt dramatische gevolgen zal hebben.
De besluiten tijdens de vroege uren van vandaag betekenen allerminst dat de crisis tot het verleden behoort.