Prof. Jongeneel: Christendom wordt godsdienst van grote steden
Het christendom wordt de komende eeuw meer de godsdienst van Afrika en Azië dan van Europa en Noord-Amerika. Bovendien wonen de meeste christenen over enkele decennia niet langer op het platteland, maar in steden.
Deze conclusies over hoe het Woord van God zich naar verwachting over de wereld verspreidt, zijn op basis van al in gang gezette ontwikkelingen te trekken. Dat stelt prof. dr. J. A. B. Jongeneel, emeritus hoogleraar missiologie aan de Universiteit Utrecht.
Nog dagelijks schuift de 73-jarige emeritus klokslag negen uur ’s ochtends in zijn studeerkamer achter het bureau, om zich te verdiepen in zijn vakgebied. Ook doceert hij soms nog in derdewereldlanden.
Nadat hij in 2003 afscheid nam van de Universiteit Utrecht, konden gedurende vijf jaar nog studenten bij hem promoveren. In totaal begeleidde de missioloog tijdens zijn hoogleraarschap 41 promovendi, een zeldzaam hoog aantal aan de theologische faculteit.
Het op deze manier actief zijn, past in wat prof. Jongeneel ziet als de door God aan hem gegeven taak: het opleiden van werkers in Gods Koninkrijk. „Het thema van mijn proefpreek in 1965 was: ”De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinig”. Mijn rol stond in het teken van het opleiden van die mensen. En ook voor mij persoonlijk droeg dat vrucht. Ik word nog steeds geïnspireerd door de omgang met de jongere generatie. Zij stimuleert mij om te blijven onderzoeken.”
Zendingspredikant
Als hervormd zendingspredikant in Indonesië ervoer prof. Jongeneel zo’n veertig jaar geleden hoe het werkzaam zijn ver van Nederland, zijn kijk op geloofsbeleving veranderde. Hij kreeg erdoor naar eigen zeggen meer zicht op de manier waarop Christus doorgaat met Zijn werk, buiten door mensen gedachte wegen.
De zendingspredikant doceerde in het Aziatische land dogmatiek en ethiek. „Studenten kwamen met vragen vanuit een totaal andere achtergrond dan onze westerse. Dat geeft mij de overtuiging dat je het vak missiologie niet kunt geven zonder zelf overzee gewerkt te hebben.”
Tijdens reizen kwam prof. Jongeneel ook in contact met ”geheime christenen” in islamitische of hindoeïstische culturen. „Hij is hun Heer en Heiland, terwijl een band met de kerk voor deze mensen onmogelijk is. Zodra iemand zich laat dopen, loopt hij het risico op vervolging of de doodstraf. Hoe moeilijk die situatie ook is: het komt toch voor dat niet-christenen zich verwonderd afvragen wat die mensen beweegt.”
Als het gaat om de verspreiding van het Woord over de wereld, illustreert de gang van de vervolgde kerk hoe Christus werkt, aldus prof. Jongeneel. „Het christendom is wel gekoppeld aan Christus, maar Christus niet exclusief aan het christendom op aarde. Zending leidt tot bekering van de volken en kerkplanting. Maar God is zo oneindig veel machtiger. Hij komt waar geen zendeling komt. Dat kan via een droom, via radio, tv of andere media.”
Islam
Prof. Jongeneel is niet optimistisch als het gaat om de toekomst van de vervolgde kerk. „In de achterliggende eeuw zijn er meer mensen dan ooit vervolgd om hun geloof in Christus. En er is geen reden om aan te nemen dat dat deze eeuw anders is.”
Hoewel het christendom anno 2012 de grootste godsdienst ter wereld is, stijgt het percentage christenen als deel van de wereldbevolking niet. „In tegenstelling tot de islam, maar ook het hindoeïsme. Waar deze godsdiensten groeien, hebben christenen het zwaar. In Nigeria, Pakistan en het Midden-Oosten weten mensen heel goed wat het betekent om christen te zijn. In dergelijke landen ben je als christen van veel problemen af als je moslim wordt.”
Het doordenken van de relatie christendom-islam is van groot belang, meent prof. Jongeneel. „Luister goed naar de kopten, Armeniërs en andere christenen uit Arabische landen die te maken hebben met de cultuur van de islam. Zij weten veel beter dan westerlingen hoe daarmee om te gaan.”
Bewust christen zijn
Het christendom is per definitie een missionaire godsdienst, aldus prof. Jongeneel. „Ook zonder organisatie achter zich is een christen als het goed is een zendeling. Dat zijn we in Nederland een beetje kwijtgeraakt. Maar als iemand vertelt hoe goed God voor hem is, werkt dat vaak aanstekelijk.” Een dergelijke handelwijze sluit aan bij wat de hoogleraar ziet als het belangrijkste kenmerk van zending: de communicatie van het Evangelie.
Het mechanisme van bewust christen zijn in landen waar vervolging is, werkt in het Nederland van 2012 hetzelfde, aldus prof. Jongeneel. „In het Westen worden christenen door de secularisatie gedwongen zich af te vragen: ”Waarom belijden we te geloven in God?” Ik zie gezinnen die heel bewust christen proberen te zijn en dat ook uitdragen. Dat is denk ik hoe iedere christen in Nederland zich moet opstellen.”
De emeritus signaleert dat Europa en Oceanië de enige werelddelen zijn waar het christendom op zijn retour is. Daarnaast zijn er enkele specifieke gebieden, zoals het Midden-Oosten, waar het aantal christenen in hoog tempo gedecimeerd wordt. „Als je kijkt naar de absolute aantallen, zie je dat de terugval in deze werelddelen gecompenseerd wordt door groei in Afrika en Azië. Kijk naar Afrika ten zuiden van de Sahara. De toename daar van het aantal christenen, in minder dan een eeuw tijd, is enorm.”
China
Een bijzonderheid van de laatste jaren is de groei van het christendom in China. Prof. Jongeneel: „Zelfs de Chinese overheid geeft dat nu toe. Hoe hoog de groeicijfers zijn weet niemand precies, maar feit is dat er van vele kanten meldingen komen van de totstandkoming van nieuwe gemeenten.”
De ontwikkelingen in het Aziatische land passen in een andere trend: dat het christendom zich concentreert in niet-westerse steden. „Afrika of Azië wordt steeds belangrijker spelers. Europa komt excentriek te liggen ten opzichte van de nieuwe centra van het christendom. Nu al kent een stad als Bangalore in India, met ruim 5 miljoen inwoners, honderdduizenden christenen.”
Publicaties
De emeritus hoogleraar neemt publicaties vanuit het Amerikaanse evangelicale christendom over de verspreiding van het Woord met een korreltje zout. Bij het bestuderen van het recent verschenen ”The Future of the Global Church” van Patrick Johnstone, dat hij recenseerde voor het International Bulletin of Missionary Research, kan hij zich niet aan de indruk onttrekken dat de auteur zijn eigen vooronderstellingen bevestigd wil zien. „Zijn eindvraag is feitelijk: krijgen we een evangelicaal-christelijke wereld?”
Tegelijkertijd mist de evangelicale beweging volgens prof. Jongeneel leiders van het kaliber Billy Graham en John Stott, mannen die in de tweede helft van de 20e eeuw een prominente rol innamen bij campagnes om het Woord te verspreiden. „Zij waren katalysators voor een enorme missionaire beweging.”
Desalniettemin leveren de evangelicale christenen en vertegenwoordigers van de pentecostal churches in de VS ook vandaag de dag nog de meeste zendelingen wereldwijd, aldus prof. Jongeneel. „Ik verwacht echter dat in de 21e eeuw de meeste zendelingen vanuit de derde wereld komen. Daar is een enorme drang merkbaar om missionair bezig te zijn. Het Westen ondersteunt slechts.”
Ziet u Gods hand in de manier waarop zending over de wereld wordt bedreven?
„Ja, maar ik wil niet God overal bijhalen. En ik ben er ook voor beducht om van iedere zendeling te zeggen dat hij een rechtstreekse vertegenwoordiger is van God. In Zijn Naam zijn er op die manier al heel wat mensen verkeerd bezig geweest.”
Een Amerikaanse missiologe stelt: we zien het Bijbelwoord dat voor de wederkomst van Christus het Evangelie over de hele aarde gepreekt is, voor onze ogen in vervulling gaan. Heeft ze gelijk?
„Jazeker. We beleven het, kijk om je heen. Er is geen land ter wereld waar geen christenen zijn, al is dat hier en daar bedekt. Dat zie ik als de vervulling van de laatste woorden uit Mattheüs 28. Maar of we daarmee ook weten wanneer Christus terugkomt? We moeten wel rekening houden met de wederkomst. Het moet christenen temeer aansporen een missionaire agenda hebben.”
Zijn er dan geen witte vlekken meer op de wereldkaart, waar het Evangelie niet is geweest?
„Dankzij de moderne communicatiemiddelen nauwelijks. Wycliffe Bijbelvertalers onderscheidt weliswaar gebieden waar nog geen Bijbel is in de stamtaal, maar vaak is er toch een eenheidstaal bekend waarin Gods Woord al is verschenen.”
Waarmee zouden zendingsorganisaties in Nederland zich wat u betreft de komende decennia moeten bezighouden?
„Belangrijk vind ik het focussen op de relatie met de kerk overzee. Op dit moment is men in menige Nederlandse kerk gericht op projecten. Dan weer doen we een paar jaar dit, vervolgens weer dat: er is versnippering. Dat is fnuikend voor zendingskerken, die missen een aanspreekpunt.”
In de relatie met zendingskerken moeten organisaties vanuit Nederland meer gericht zijn op contacten en advisering, dan het aan de zendingskerk voorschrijven van allerlei dingen, aldus prof. Jongeneel. „Ga meer met bestaande kerken in zendingslanden praten over wat de Nederlandse kerk kan toevoegen. Begin alleen nog zelf te pionieren als er in een bepaald land geen kerk is.
Wel blijft de vraag: in hoeverre is een zendeling uit Nederland frontlijnmissionaris en verkondigt hij niet-christenen het Evangelie? Veel Nederlanders zijn actief in de achterhoede, bijvoorbeeld in theologisch onderwijs in de derde wereld. Voor een groot deel verrichten mensen uit die landen zelf het veldwerk. Het is goed om kritisch naar die verdeling te blijven kijken.”
Prof. Jongeneel
Prof. J. A. B. Jongeneel (73) is emeritus hoogleraar missiologie van de Universiteit Utrecht.
Jan Jongeneel studeerde rechten, theologie en filosofie. In 1971 promoveerde hij op een theologisch proefschrift over moderne filosofen. Aansluitend was hij tot 1980 zendingspredikant in Indonesië.
Tussen 1980 en 1982 was prof. Jongeneel predikant in Leiden. In 1982 werd hij benoemd aan de toenmalige Rijksuniversiteit Utrecht. Daar doceerde hij kerkgeschiedenis, met zending als speciaal aandachtsgebied. In 1986 volgde een benoeming als hoogleraar missiologie.
Na zijn afscheid in 2003 begeleidde prof. Jongeneel nog vijf jaar promovendi. Ook schreef hij diverse boeken, waaronder een Engelstalige publicatie over de rol van Christus in de wereldgeschiedenis. Hij is bijna klaar met het schrijven van een boek over de 375-jarige geschiedenis van zendingsstudiën aan de Universiteit Utrecht.