Politiek
Kommer en kwel rond voetbalwet

DEN HAAG – De voetbalwet moet vaker worden toegepast óf worden aangescherpt om voetbalrellen te voorkomen, vindt de Tweede Kamer. Het effect van de wet is tot dusver ondermaats. Zeven vragen.

Wat is de voetbalwet ook alweer?

De voetbalwet heet voluit: Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast. Eerst was hij alleen bedoeld voor de aanpak van groepsoverlast in wijken, zoals de Diamantbuurt in Amsterdam Voetbalgerelateerd geweld en de overlast door kinderen onder de twaalf jaar, de zogeheten 12-minners, kwamen er later bij. Ruim een jaar geleden trad de wet in werking, om precies te zijn op 1 september 2010.

Wat regelt de wet precies?

Burgemeesters kunnen met de wet een gebiedsverbod, een meldingsplicht of een groepsverbod opleggen aan personen „die herhaaldelijk individueel of in groepsverband de openbare orde hebben verstoord of daarbij een leidende rol hebben gehad” wanneer er sprake is van „ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde.” Deze maatregelen kunnen voor de duur van maximaal drie maanden worden opgelegd en drie keer voor de duur van ten hoogste drie maanden worden verlengd. Justitie kan verdachten na hun aanhouding en voorafgaand aan hun berechting voor maximaal negentig dagen een gebiedsverbod, contactverbod of meldingsplicht opleggen. De duur daarvan kan maximaal drie keer met negentig dagen worden verlengd.

Indrukwekkend, al die bevoegdheden.

Op papier zeker, maar ook ten aanzien van deze wet is de hamvraag: Werkt het in de praktijk? Uitgerekend over die vraag zijn er bij de PvdA, PVV, VVD en CDA al na een jaar lichte tot ernstige twijfels ontstaan.

Terecht?

Zonder meer. Afgelopen juli presenteerde de Inspectie voor de Openbare Orde en Veiligheid een alarmerend rapport over de toepassing van de voetbalwet door 53 gemeenten, waaronder alle gemeenten met een betaaldvoetbalorganisatie, en justitie. De schrale oogst: om voetbalvandalisme tegen te gaan, was de voetbalwet door maar vijf burgemeesters en één officier gebruikt, alles bij elkaar slechts 25 keer. Twee burgemeestersbevelen werden aangevochten bij de rechter. In beide gevallen floot de rechter de burgemeester terug.

Kortom, een aarzelende start?

Ja, en een die andere burgemeesters ronduit ontmoedigt om de wet rond voetbalwedstrijden te gebruiken. Het blijkt namelijk dat een burgemeestersbevel pas standhoudt bij de rechter wanneer in het bestuurlijk dossier de aspecten groepsgewijze verstoring van de openbare orde of daarbij een leidende rol spelen, een herhaaldelijk patroon en ernstige vrees zijn aangetoond. Gemeenten ervaren het opstellen van zo’n dossier „als belangrijk struikelblok”, zo constateert de inspectie. Hoe toon je „ernstige vrees” aan?

Een ander knelpunt is volgens gemeenten de maximumtermijn van drie maanden. Een thuiswedstrijd vindt doorgaans eens in de twee weken plaats. Dat betekent dat de maatregel voor gemiddeld zes wedstrijden geldt. Als in de drie maanden echter ook nog de zomer- of winterstop plaatsvindt, of het wedstrijdprogramma wordt aangepast, kan het in de praktijk gaan om een zeer beperkt aantal wedstrijden. De inspanningen die dan moeten worden gedaan om een hooligan uiteindelijk maar een paar wedstrijden op afstand te houden, vinden gemeenten „niet altijd de moeite waard.”

Anders gezegd, voor burgemeesters is de huidige voetbalwet een waardeloos instrument?

Lees de (voorlopige) conclusie van de inspectie. „Men verwachtte een koevoet, een stevig instrument dat kon worden ingezet tegen grote groepen overlastgevers. In de praktijk blijkt het een precisiegereedschap dat alleen tegen een klein aantal notoire overlastgevers kan worden gebruikt.”

En dus?

En dus lijken het verlengen van de maximumtermijn van een gebiedsverbod naar een jaar en andere aanscherpingen geboden, om te voorkomen dat de voetbalwet een papieren tijger blijft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer