Tel Aviv: geboorte van stad en staat
TEL AVIV – Bleek schuimt de zee langs een vrijwel verlaten strand. Achter de boulevard rijzen de luxehotels en kantoorflats van Tel Aviv hoog op. Weinig doet vermoeden dat hier honderd jaar geleden niet meer dan zand en een paar armetierige citroenbosjes waren.
De Joodse immigranten die zich aan het einde van de negentiende eeuw aan de kust van Palestina vestigden, kwamen voornamelijk in het stadje Jaffa terecht. De oude Arabische stad bood veiligheid – niet bepaald onbelangrijk in die roerige tijd. Maar al snel bleek Jaffa te klein voor de gestaag groeiende Joodse bevolking.
De pioniers bouwden ten noordoosten van Jaffa de wijk Neve Tsedek. Modern opgezet, met straten die van oost naar west en van noord naar zuid liepen. Anno 2011 worden de oude huisjes geheel gerenoveerd en vormen een gewilde plek voor vooraanstaande Israëliërs.
In 1909 kochten de immigranten een strook grond ten noorden van Jaffa. Vanuit het zand verrees daar de eerste Joodse stad sinds 2000 jaar. Ze noemden de plaats Tel Aviv – Heuvel der Lente. Theodor Herzl noemde die plaatsnaam al in zijn manifest Alt-Neuland. De naam komt oorspronkelijk uit Ezechiël 3:15: „En ik kwam tot de weggevoerden te Tel-abib, die aan de rivier Chebar woonden, en ik bleef daar zij woonden; ja, ik bleef daar verbaasd in het midden van hen zeven dagen.”
De geboorte van Tel Aviv was al bijzonder genoeg. Maar op 14 mei 1948 had in de jonge stad een regelrecht wonder plaats. Voor het oog van de wereld riep David Ben Gurion de staat Israël uit. Na 2000 jaar hadden de verstrooide Joden weer een eigen nationaal tehuis.
Het uitroepen van de staat gebeurde in het huis van burgemeester Meir Dizengoff, op een steenworp afstand van de zee. Daags voor de plechtigheid werden de uitnodigingen verzonden, om geheimhouding te verzekeren. Maar een uur nadat de eerste envelop was bezorgd, wist het hele land al wat er ophanden was.
Bij de ingang van de voormalige burgemeesterswoning herinnert de tekst uit Amos 9 eraan waarom de Joden juist in dit deel van de wereld een eigen plek kregen: „En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israël wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen.”
In de grote vergaderzaal van het pand hangt nog altijd de beeltenis van Theodor Herzl, het decor waartegen David Ben Gurion in 1948 de historische woorden sprak: „Wij kondigen hierbij de oprichting van een Joodse staat in het land Israël aan.”
Bijna 63 jaar en vele oorlogen later zijn de woorden van Ben Gurion niet gelogenstraft. De citroenbosjes en moerassen van weleer hebben plaatsgemaakt voor bruisende steden, waar overal de blauw-witte vlag van de staat Israël wappert.
Tot op de dag van vandaag is Israël het brandpunt van de wereld. Dat besefte David Ben Gurion in 1948 ook. Niet voor niets besloot hij zijn toespraak met de woorden: „Met vertrouwen op de almachtige God zetten wij onze handtekening onder deze proclamatie.”
RD-journalist Richard Donk en fotograaf Henk Visscher reizen van noord naar zuid door Israël. In woord en beeld doen zij verslag. Vrijdag deel 3: Geboorte van stad en staat.