Frinsel: Kerstverhaal heeft slechts één thema
Als hij een verhaal vertelt, verandert zijn lichaamshouding. J. J. Frinsel schuift omhoog in zijn stoel en gebaart vol vuur met zijn handen. Zijn stem zorgt ervoor dat je wel naar hem moet luisteren. Met diezelfde stem heeft hij ook talloze verhalen voorgelezen. „Tijdens het lezen zit ik zo in het verhaal dat het echt gaat leven.”
Schrijver J. J. Frinsel is 83 jaar oud. Hij werd geboren in Amsterdam. Op de kleuterschool kwam hij dankzij juffrouw Huisman voor het eerst in aanraking met het christelijk geloof. „Zij heeft me ook over mijn verlegenheid heen geholpen. Daardoor durfde ik te gaan vertellen.”
Zijn eerste verhaal schreef Frinsel uiteindelijk heel wat jaren later, als leider van een jeugdclub. Daarna is hij nooit meer opgehouden met schrijven. „Het is moeilijk te zeggen waar mijn inspiratie vandaan komt. Als ik met een verhaal begin, weet ik vaak ook nog niet hoe het eindigt. Het verhaal wordt in mijn hart geboren en krijgt vorm tijdens het schrijven.”
De verhalen spreken een breed publiek aan. „Ik heb ze eigenlijk altijd geschreven voor volwassenen, maar tijdens de kerstvieringen van Tot Heil des Volks kwamen er ook veel kinderen naar me luisteren. Het viel blijkbaar in de smaak.” Zijn vrouw weet wel hoe dat komt. „Dat kwam door de manier waarop je vertelde en door je Amsterdamse accent.” Frinsel op droge toon: „Ja, mijn stem schijnt iets bijzonders te hebben.”
Frinsel begon zijn verhalen op de radio voor te lezen. Daarna volgde er al snel een luister-cd. Het voorlezen bleek een vak apart. „Ik noem het zelf geen voorlezen, maar voordragen. In mijn enthousiasme veranderde ik wel eens details. Ik voegde bepaalde woorden of uitroepen toe en niemand had het door.”
Als een bepaald gedeelte niet naar de zin was van de schrijver, deed hij het gewoon overnieuw. „Ik zat in zo’n klein studiootje met een koptelefoon op. Achter het glas zaten de technici. Na het voorlezen ging ik vaak met mijn armen zwaaien en riep dan: „Stop! Ik wil dit toch anders doen!” Dan begonnen we weer van voren af aan.”
Soms las Frinsel wel vier of vijf verhalen voor op één dag. „Dat is vermoeiend, want je stem moet gelijk blijven en mag natuurlijk niet schor worden. Maar het was heerlijk om te doen.”
Veel van Frinsels verhalen hebben te maken met Kerst. „Het kerstfeest is voor mij het feest waarmee alles begint, want God kwam met Kerst naar deze wereld. Daarom komen alle andere feesten voort uit Kerst.”
Een goed kerstverhaal heeft volgens Frinsel maar één thema: God komt door Christus in de wereld om zondaars te verlossen. Alle andere informatie is daaraan ondergeschikt, want een kerstverhaal is meer dan alleen sneeuw en sfeer. Ten diepste gaat het om de boodschap van genade. „Het klinkt misschien als een cliché, maar zo hoort het gewoon. Die genadeboodschap probeer ik er altijd in naar voren te brengen. In mijn verhaal ”Kareltje” laat ik ome Piet bijvoorbeeld zeggen: „Genade is iets wat je niet verdient, maar wel krijgt.”