Landbouwplannen EU blijven nog vaag
BRUSSEL – Het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) gaat op de schop. Althans, dat is de bedoeling. Maar duidelijkheid over wat er concreet verandert en wat de precieze gevolgen zijn, bestaat er voorlopig niet.
Dacian Ciolos, in de Europese Commissie verantwoordelijk voor de agrarische sector, bracht donderdag de lang beloofde nota naar buiten over de beoogde hervormingen. Invoering vindt plaats in 2014. „We staan pas aan het begin van een proces.”
De mededeling, zoals het in het jargon van de EU heet, bevat slechts een globale oriëntatie van welke richting wordt ingeslagen. Uitgewerkte plannen, met cijfers en met de effecten ervan, laten nog enige tijd op zich wachten.
LTO-voorzitter Maat noemt het document dan ook „een beetje keuzearm.” In het Europees Parlement heerst evenmin enthousiasme over deze eerste aanzet. Zo constateert CDA-afgevaardigde De Lange: „Dit stuk roept meer vragen op dan het beantwoordt.” Haar collega Eickhout (GroenLinks) spreekt van „holle retoriek” en Mulder (VVD) vindt de inhoud vaag.
De komende maanden ligt de nota voor discussie voor aan de politiek en aan belanghebbenden. De Roemeense Eurocommissaris hoopt halverwege 2011 wetgevingsvoorstellen te presenteren. De ministers en het EP nemen daarover uiteindelijk besluiten.
Grote onzekere factor is hoeveel geld er beschikbaar zal zijn voor het GLB. Tot dusver slokt het bijna de helft van het EU-budget op, maar vanaf 2014 treedt een nieuwe meerjarenbegroting in werking, voor de periode tot en met 2020. Het debat over hoe die eruitziet, is nog niet gestart. Binnen dat toekomstige financiële raamwerk krijgt het aangepaste landbouwbeleid een plaats.
Ciolos hield zich donderdag op de vlakte. „Ik kan de hervorming niet vastknopen aan een uitgavenniveau. We zetten nu het kader uit. Details volgen later. Die zijn afhankelijk van de begroting en van de ambities en de keuzes in dat verband.”
Het herziene GLB kent in zijn optiek drie doelen: productie van voldoende en veilig voedsel, duurzaam beheer van de natuur, met aandacht voor grond, water, milieu en klimaat, en een verbetering van de situatie op het platteland, waar landbouw veelal een belangrijke economische activiteit is die zorgt voor werkgelegenheid. „Aansluiten bij de uitdagingen van onze tijd”, aldus Ciolos in een toelichting; om de subsidiestroom tegenover de burger te kunnen verantwoorden.
De concrete invulling zal twee pijlers blijven omvatten. De directe steun vormt de kern van het systeem, met voor de boer een vast bedrag per hectare. Hoe hoog die inkomenstoeslag uitpakt, is afwachten. Bij de extra premies, vooral gericht op de plattelandsontwikkeling, beschikken de nationale overheden over ruimte om zelf, toegespitst op de situatie in de betrokken regio, gedeeltelijk de criteria te bepalen.
Het betreft de eerste landbouwhervorming waarbij 27 landen meepraten. Zo’n uitgebreide club maakt het complex. Waarschijnlijk ontvangen de landen die sinds 2004 zijn aangehaakt bij de Unie straks een grotere hap van de betalingen uit Brussel. Nu bestaan er afwijkende regels voor hen. Betekent dit dat de agrariërs in de oude lidstaten fors gaan inleveren? De commissaris: „We zullen de steun eerlijker verdelen. Echter, geen revolutie, maar evolutie. We zetten niet de boel helemaal op z’n kop.”
In feite ligt alles nog open. Of er daadwerkelijk een ingrijpende herziening uit de bus komt, is ongewis, want er valt forse weerstand te beluisteren. Van Frankrijk bijvoorbeeld, dat onder het huidige regime het meeste geld uit de pot opstrijkt. Parijs zal niet snel instemmen met maatregelen die de inkomenspositie van de eigen boeren aantasten.
Duitsland zit op dezelfde lijn. Er wachten dan ook ongetwijfeld lange en moeizame onderhandelingen.
Vrijdag is Ciolos op bezoek in Nederland. Staatssecretaris Bleker (Landbouw) geeft bij die gelegenheid zijn oordeel over de voornemens.