‘Oefendienst’ voor kinderen eigentijdse vorm van zondagsschool
Kerken kunnen de oorspronkelijke bedoeling van de zondagsschool in deze tijd vormgeven via kindernevendiensten die kinderen voorbereiden op een spoedige deelname aan de kerkdienst, betoogt Fieke Bijnagte MSc.
„De kerk heeft, naast de ouders, de taak om de kinderen te onderwijzen in de Bijbelse geschiedenis en de toepassing daarvan voor hun eigen leven.” Met deze uitspraak van Geertje Fokkema van het LCJ in het artikel over de zondagsschool in het RD van 10 september ben ik het volmondig eens. De kerkdienst is daartoe de belangrijkste bijeenkomst van de gehele gemeente. Als gemeente en ouders verlangen we ernaar om de kinderen van de gemeente al jong bij de Heere Jezus te brengen. In bijvoorbeeld Markus 10:13, maar ook op vele andere plaatsen in de Bijbel nemen kinderen een vooraanstaande plaats in. Maar of de zondagsschool daarvoor náást de kerkdienst nog steeds de meest geschikte vorm is?
Zondagsscholen zijn begin vorige eeuw opgericht met het doel onkerkelijke kinderen te bereiken met het Evangelie. In genoemd artikel was te lezen dat dit vrijwel nergens meer het geval is. Als het zondagsschoolbezoek zelfs in kerkelijke regio’s als Rijssen en Veenendaal afneemt, is dat een signaal dat we niet moeten negeren. Wellicht moeten we andere manieren vinden om deze kinderen toch te bereiken én uit te nodigen voor de kerkdienst.
Op dit moment zie ik drie vormen die gemeenten gebruiken om kinderen te onderwijzen en laten toegroeien naar de gewone kerkgang. Ten eerste is er het klassieke model. Kinderen wonen al jong, vanaf ongeveer 4 tot 6 jaar, de gehele kerkdienst bij en volgen catechese. Begin vorige eeuw, de eeuw van het kind, kwam daar de zondagsschool bij.
Dit voldeed lange tijd, maar vanaf de jaren zestig breekt een deel van de kerk met de klassieke onderwijsvormen. Een nieuw model ontstaat, het kindernevendienstmodel. Kinderen van 4 tot 12 jaar wonen een deel van de dienst bij en krijgen een eigen programma aangeboden dat beter aansluit bij hun niveau en relevantiebesef. Een combinatie van kerkdienst en zondagsschool, bedoeld als tijdelijke vorm om kinderen voor te bereiden op het bijwonen van de gehele kerkdienst. We moeten ons echter ernstig afvragen of dat doel wel wordt bereikt. Het lijkt erop dat er eerder verdere aanpassingen naar het kind toe ontstaan door bijvoorbeeld de tienernevendienst.
Puberteit
Daarom pleit ik voor een nieuw model dat in steeds meer behoudende kerken toegepast wordt, het oefenmodel. Dat is een vorm van kindernevendienst die kinderen laat toegroeien naar het bijwonen van de gehele kerkdienst. Kinderen van de laagste groepen van de basisschool gaan tijdens de preek naar hun eigen ruimte en horen daar een Bijbelverhaal. Na bijvoorbeeld twee jaar kindernevendienst blijven de kinderen één of twee keer per maand in de kerk, zodat ze wennen aan het bijwonen van de gehele dienst.
Belangrijk is dat de kinderen geleidelijk wennen aan volledig kerkgang en dat deze oefenperiode ruim voor de puberteit is afgerond. In die periode spelen het verkennen van grenzen en onzekerheid een grote rol. Een periode waarvan ze wel eens zeggen: wegens verbouwing gesloten. Dat is niet de beste tijd voor ingrijpende veranderingen van bestaande gewoonten.
Bij dit oefenmodel zien we in de praktijk dat er ouders zijn die hun jonge kind(eren) nu wél meenemen naar de kerk, terwijl ze hen anders thuis lieten omdat zij de stap van thuis of crèche naar kerkgang te groot en abrupt vonden. Deze kinderen kwamen ook niet op de zondagsschool.
Het doel van de zondagsschool, namelijk het bereiken van onkerkelijke/randkerkelijke kinderen, wordt op deze manier meer behaald. Deze kinderen zullen het ook veel vanzelfsprekender vinden om, als ze wat groter zijn, mee te gaan naar de hele kerkdienst. Ze zijn dan immers al gewend om te komen en ze weten wat er tijdens een kerkdienst gebeurt.
Inwijden
Dit model stelt wel andere eisen aan het materiaal. Dat moet de kinderen niet alleen Bijbelse geschiedenis leren maar ook inwijden in de onderdelen van en taken in de eredienst. Hierbij valt te denken aan het gebed, de geloofsbelijdenis, de taak van koster, predikant, ouderling en diaken. Het materiaal van de stichting sAmen Leren Geloven leert de kinderen wat de Bijbel over deze onderwerpen zegt. Het brengt hen ook in contact met gemeenteleden die betrokken zijn bij de kerkdienst.
Zo ontdekken kinderen dat er niet zomaar wat gebeurt in de kerkdienst en dat het gaat om een levende gemeente van mensen die daaraan bijdragen. En zo worden ze uitgedaagd om niet alleen maar stil te zitten, maar zelf ook deel van de gemeente te worden.
De auteur is onderwijspedagoog en conceptontwikkelaar voor de stichting sAmen Leren Geloven (samenlerengeloven.nl).