Opinie
Dring aan op religietop bij ministerie OCW

Christenen zijn helemaal uit beeld in het emancipatiebeleid van de overheid, schrijft Johan Quist. Een religietop bij het ministerie van Onderwijs kan helpen om de wensen van christenen duidelijker kenbaar te maken aan de overheid.

18 June 2010 07:58Gewijzigd op 14 November 2020 10:56
Het gebouw van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in Den Haag (de spitse toren op de achtergrond). Foto ANP
Het gebouw van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in Den Haag (de spitse toren op de achtergrond). Foto ANP

Zo’n 4 procent van de Nederlanders heeft homogevoelens en ruim 50 procent van de Nederlandse bevolking is verbonden met een religie. Toch is er bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) weinig aandacht voor religie en zeer veel aandacht voor het beleid rond vrouwen- en homo-emancipatie, waarvoor dit ministerie verantwoordelijk is. Voor dit beleid worden speciale topontmoetingen georganiseerd, zoals de homotop, waaraan ik zelf deelneem, en de vrouwenemancipatietop.

Tijdens zo’n topoverleg wordt gekeken naar het emancipatiebeleid en is een zware delegatie van het ministerie aanwezig. Veel maatschappelijke organisaties, ook organisaties die geen subsidiebanden met OCW hebben, schuiven bij dit topoverleg aan. Organisaties met een specifiek religieuze achtergrond zijn daar nauwelijks bij. Zo kan het gebeuren dat het ministerie van OCW zijn beleid mede laat bepalen door seculiere invloeden en dat, als reactie hierop, religie steeds minder ruimte krijgt.

Betrek hierbij de uitspraak van de Hoge Raad over de vrouwen in de SGP waarmee het fragiele evenwicht in de grondrechten is verstoord. Het gelijkheidsbeginsel weegt nu zwaarder dan de vrijheid van vereniging of de vrijheid van godsdienst. Dit zal zijn weerslag hebben op de ruimte om als reformatorische school een praktiserend homoseksuele leerkracht bij een sollicitatie te weigeren.

Aannamebeleid

Neem hierbij ook andere ontwikkelingen, zoals de toenemende wens om de evolutieleer als de wetenschappelijk onderbouwde ontstaansvisie in het lespakket van scholen te stoppen, en het voornemen om aandacht voor seksuele diversiteit op te nemen in de kerndoelen van het onderwijs. Ongetwijfeld gaat de overheid zich daarna ook bemoeien met de wijze waarop die kerndoelen ingevuld gaan worden.

Ook wordt er gerommeld aan 
het aannamebeleid van leerlingen op bijzondere scholen, met daaraan gekoppeld de opgelegde inspraak door de ouders van deze leerlingen. Door al deze ontwikkelingen zal het reformatorisch onderwijs slechts nog een korte tijd zijn identiteit kunnen waarborgen.

De welwillendheid waarmee de meeste politieke partijen moslims tegemoettreden, met daar tegenover de onwelwillendheid waarmee orthodoxe christenen worden bejegend, kan een toenemende spanning veroorzaken tussen christenen en moslims. Echter, door het tijdig oppakken van een religietop georganiseerd door OCW kan veel onnodige spanning zowel tussen religies onderling als tussen overheid en religies in de toekomst voorkomen worden. Daarom moeten kerken en religieuze organisaties aandringen op een spoedige religietop en een grotere betrokkenheid bij het werk van OCW

Getuigen

Het ministerie zou hiervoor de deputaatschappen hoge overheid van de diverse kerken kunnen uitnodigen. Kerken die een dergelijke vertegenwoordiging bij de overheid nog niet hebben, zouden deze moeten instellen. Op de religietop geven kerken en religieuze maatschappelijke organisaties de wensen aan voor het komende kabinetsbeleid, om zo ruimte te bepleiten waarbinnen zij kunnen functioneren. Dit is temeer noodzakelijk nu de christelijke partijen veel minder aanwezig zijn in de Tweede Kamer.

Aan de andere kant moeten reformatorische scholen zich 
beraden op hun positie, zij zullen moeten inschatten hoelang zij nog binnen hun identiteit kunnen functioneren. Wellicht moeten zij bepaalde lessen onderbrengen op het kerkelijk erf, bijvoorbeeld door uitbreiding van de catechese aan jongeren. Hoelang onze kerken in Nederland nog de vrijheid krijgen om te handelen naar hun overtuiging, zal sterk afhangen van een actieve of passieve houding van diezelfde kerken.

Ik geloof dat de toenemende druk op de reformatorische gezindte het middel in Gods hand zal zijn om ons uit die veilige zuil te drijven, zodat we werkelijk in de wereld gaan getuigen. De moderne media bieden de mogelijkheden om ons zout uit te strooien en vele seculiere partijen en bewegingen staan open voor dialoog en dagen ons hiertoe zelfs uit. Blijven wij dan wegkruipen?

De auteur is directeur van RefoAnders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer