Sleutelen aan de menselijke machine
Hersenen aansluiten op internet, blinden het gezicht teruggeven, doven laten horen en lammen laten lopen. Profane spot of, zoals de voortrekkers het noemen, een „hemels vergezicht”?
Het blijkt volgens het boek ”Leven als bouwpakket” al mogelijk om met onze hersenen opdrachten naar een computer door te sturen. Binnenkort komt er een ”bionisch oog” –een kunstnetvlies– terwijl een ”bionisch oor” –een implantaat– al bestaat. Ook zijn neuroprothesen –kunstmatige ledematen die door de hersenen in beweging kunnen worden gezet– volop in ontwikkeling.
Nanotechnieken zullen computers zo klein en goedkoop maken dat ze geïntegreerd worden in huishoudelijke apparaten en zelfs behang. Daar nemen ze de burger allerlei taken uit handen. Zelfs kunnen ze zijn geweten opvoeden, zodat hij veiliger gaat autorijden of geen sigaret meer aanraakt.
Is er dan nog wel nog ruimte voor menselijke moraal? Medici hopen hun patiënten continu in de gaten te kunnen houden met geïmplanteerde sensoren, die een ziekte voorspellen. Dat zou de gezondheidszorg goedkoper maken, maar stelt ook de lichamelijke integriteit ter discussie. Bovendien verschuift daarmee het momentum dat iemand als ziek beschouwd wordt: er komt een categorie niet-zieke patiënten.
Daarnaast willen synthetische biologen met kunstmatig DNA zelf nieuwe levensvormen ontwikkelen, leven vanaf de tekentafel.
Dit alles is mogelijk gemaakt door een samenvoeging van nanotechnologie, informatietechnologie, biotechnologie en cognitieve wetenschappen (NIBC-convergentie). Nanowetenschappers denken zo met de ‘bouwblokken’ van levenloze en levende natuur aan de slag te kunnen en knutselen aan atomen (nano), bits (info), genen (bio) en neuronen (cogno).
Het Rathenau Instituut in Den Haag voorziet dat deze NIBC-convergentie ethische problemen gaat opleveren en publiceerde het boek ”Leven als bouwpakket”, als bijdrage aan bezinning op dit terrein.
De auteurs constateren dat het onbekend is wat er gaat gebeuren en niemand kan beoordelen of het wenselijk is wat Nederland hiermee te wachten staat. Het zal volgens hen mogelijk leiden tot nieuwe verboden, rechten, plichten en verantwoordelijkheden en de samenleving onderwerpen aan een nieuw normatief kader, zoals anticonceptiemiddelen de opvattingen over seksualiteit hebben veranderd.
Bovendien vervaagt de grens tussen mens en machine, wanneer een chip ingrijpt in de menselijke geest, zoals bijvoorbeeld het geval is met Deep Brain Stimulation (DBS). Een patiënt die met DBS behandeld is, vertelde: „Ik heb een keer een instelling gehad, waarvan ik helemaal hyper werd. Ik was onvermoeibaar en hield niet meer op met praten. Ik verweet mensen in mijn omgeving dat ze me niet meer begrepen. Ik ben in die tijd veel vrienden kwijtgeraakt.”
De auteurs vragen zich dan ook serieus af of hiermee een ”cyborg” –een cybernetisch organisme, een mix tussen mens en machine– werkelijkheid zal worden.
Ook traditionele opvattingen over de verhouding lichaam en geest gaan op de helling. „Wat is geest meer dan een verzameling neuronen, synapsen, neurotransmitters en elektrische pulsen?” zo vragen de auteurs zich af.
Het leven wordt daarmee onderdeel van een ingenieurspraktijk: er mag aan geknutseld, gebouwd en verbouwd worden. Volgens de Amerikaanse robotexpert Rodney Brooks zijn mensen machines. „Als zodanig zijn zij onderworpen aan dezelfde manipulatie die we routinematig toepassen op machines.”
”Leven als bouwpakket” schetst een toekomstbeeld dat huiver oproept. Dat het geen sciencefiction is maar ”real science” geeft voldoende reden tot bezorgdheid over de maatschappij van morgen.
Leven als bouwpakket. Ethische verkenningen van een nieuwe technologische golf, Tsjalling Swierstra e.a;uitg. Klement, Kampen, i.s.m. Rathenau Instituut, Den Haag, 2009; ISBN 978 90 868 7049 3; 214 blz.; € 19,95.