Dr. Visser: Er gaat iets verkeerd in de prediking
„Er gaat iets verkeerd in de prediking. Of bij de prediker, of bij de hoorder of bij allebei.” Dat stelde ds. P. J. Visser vrijdag in Amersfoort tijdens een studiedag voor predikanten en gemeenteleden.
De bijeenkomst was georganiseerd door Areopagus, het centrum van de IZB voor contextuele en missionaire verkondiging. Het thema van de studiedag was: ”Onder de preek gebeurt het?!” Twee gemeenteleden en een predikant gaven hun mening over de preek. Ds. Visser, cursusleider van Areopagus, ging erop in.
Arnoud Looijen, hoofd informatisering van het Universitair Medisch Centrum in Utrecht en betrokken bij de Adventkerk te Amersfoort, constateerde dat mensen tegenwoordig een continue stroom aan prikkels op zich af zien komen. De zondagse preek is een van de vele stemmen in die informatiestroom. „Er gebeurt niets als ik een kleurloos verhaal krijg voorgeschoteld op zondag.”
Langspeelplaat
Het is een gevaar als de zondagse preek niet in verbinding staat met het dagelijkse leven, vindt Looijen. Een preek mag geen „te vaak bekraste langspeelplaat met oude waarheden zijn.”
Looijen verwacht tijdens de preek geen waarheidsclaim. „Ik zie uit naar een ontmoeting met de levende Heere. Die ontmoeting moet een prediker kennen.”
Gemeentelid Thea Metske uit Rotterdam-Zuid, huisvrouw en moeder van vijf kinderen, zei dat er bij haar minder onder de preek gebeurt dan toen ze net tot geloof kwam. Ze vindt het lastig om met haar kinderen na de preek te praten over God. Dat gaat gemakkelijker tijdens de afwas of onder aan de trap.
Het belangrijkste vindt Metske dat een predikant het Woord uitlegt. „Het is belemmerend als de tekst bijna niet aan de orde komt en de preek over dogmatiek gaat. Die moet over de tekst gaan. Dan hoeft er niemand kritiek te hebben.”
Verrassing
Ds. G. van Meijeren, hervormd predikant te Dirksland, vindt dat de preek de hoorder op andere gedachten over God en over zichzelf moet brengen. Hij bekritiseerde preken die geen verrassingen bieden. „We weten het allemaal wel. Het enige is dat de dominee het weer zegt, maar dan met een andere tekst.”
De predikant vindt dat de mens en zijn problemen niet te veel in het middelpunt moeten staan. Sommige thema’s horen meer thuis in het pastoraat. De Schrift heeft een andere actualiteit, aldus ds. Van Meijeren, die adviseerde om af te steken naar de diepte. „Dat menselijke problemen zo vaak op de voorgrond staan, heeft ermee te maken dat de plaats van Jezus Christus in de preek steeds meer vervaagt.”
In zijn reactie op de drie toespraken stelde ds. Visser vast dat er inderdaad soms wat misgaat in de prediking. „Ook bewust gelovende mensen beleven minder aan de preken dan vroeger. We moeten eerlijk zeggen dat er iets verkeerd gaat, óf bij de prediker óf bij de hoorder óf bij allebei.”
De Amsterdamse predikant noemde het bemoedigend dat het verlangen van mensen om tijdens de preek gevoed en gezegend te worden, er nog wel is. „Het is niet allemaal uit en over.”
Eeuwige dingen
Ds. Visser vroeg zich af of veel predikanten het besef zijn kwijtgeraakt dat ze tijdens de preek de eeuwige dingen verkondigen. „Is het zo druk geworden met het werk dat de preek iets bijkomstigs is geworden?”
Hij vindt het nodig dat predikanten, die gewend zijn om anderen een spiegel voor te houden, zichzelf onder kritiek stellen. „Predikers moeten er alles aan doen om goede preken te houden. Ze moeten een hartstocht hebben om te verkondigen dat Christus in het gewaad van Zijn Woord aanwezig is.”