Spurgeon: een groot kind
Dr. C. A. van der Sluijs zegt van de prins der predikers, Charles Haddon Spurgeon, te houden als was het zijn vader. Nadat hij ruim twintig jaar geleden een proefschrift over de Engelse prediker schreef, verscheen er van zijn hand een biografie over de Londense predikant. Bijna triest: „Ik denk dat het laatste woord over Spurgeon hiermee wel gezegd is.”
De uiterlijke overeenkomsten tussen dr. Van der Sluijs en Spurgeon blijven opmerkelijk. Alleen de baard ontbreekt bij de Veenendaalse predikant. „Wat Spurgeon voor mij betekent? Alles.”Nu de biografie, waar hij slechts een halfjaar aan heeft gewerkt, af is, sluit dr. Van der Sluijs het hoofdstuk Spurgeon definitief. „Wat zou je nog meer over hem willen weten? Alles is nu echt wel gezegd.”
Toen hij een week geleden het hoofdstuk in zijn boek ”Spurgeon een spelbreker” over de begrafenis van de predikant in 1892 nog eens doorlas, stroomden de tranen over zijn wangen, zegt hij. „Ik was erbij. Ik was erbij. En ik heb afscheid genomen. Echt.”
De spelbreker uit Londen. Zo noemt hij Spurgeon consequent. „Hij was in alle opzichten een spelbreker. Van het hypercalvinisme, van het arminianisme, van het modernisme en van het moralisme. Haarscherp legde hij bloot dat al die ismen als verbinding het rationalisme hebben. En elkaar daarin raken.”
Veel van het materiaal dat hij heeft gebruikt voor de biografie van Spurgeon had hij de afgelopen tijd al verzameld. Eén conclusie springt er voor hem uit. „Spurgeon was veel meer calvinist dan hij zelf besefte. En zijn kritiek op het calvinisme was vooral kritiek op het hypercalvinisme.”
Dr. Van der Sluijs zegt Spurgeon ook in zijn biografie te hebben gecheckt op zijn verhouding tot de Reformatie. „En dan blijkt opnieuw dat hij zo ongelooflijk reformatorisch is. Centraal in alles staat bij hem de verzoening door voldoening, het kruis van Christus.” Dan, zachtjes: „De man zelf was een preek.”
Spurgeon was een rasechte autodidact, meent dr. Van der Sluijs. „Hij laat in zijn leven helder zien dat God de hele academische wereld niet nodig heeft. En tegelijk keert hij zich niet van die wereld af en ziet hij het grote belang van een goede scholing van predikanten.”
Spurgeon leefde volgens dr. Van der Sluijs op een keerpunt in de geschiedenis van Europa en Amerika. „Het rationalisme in de vorm van Schriftkritiek maakte zich breed vanuit Duitsland. Scherp onderkende Spurgeon het rationalisme in het hypercalvinisme en arminianisme, waarbij verstandelijke denksystemen de theologie en de prediking gingen beheersen. Als geen ander doorzag hij dat op deze wijze de weg gebaand werd voor het rationalisme van de moderne theologie. Vooral het arminianisme maakte zich breed via de slogan ”Niet de leer, maar de Heer”. Zo werden echter de dijken rond de orthodoxie verzwakt en uiteindelijk doorbroken”, meent dr. Van der Sluijs.
Spurgeon schudde het kerkelijk leven op. „Iedere zondag preekt hij in zijn Metropolitan Tabernacle voor zo’n 5000 mensen. Denk je dat eens in, dat is toch geweldig? En het maakte hem niet verwaand, niet ijdel. Hij werd er eerder depressief van.”
Wat maakt uw biografie bijzonder tussen al die andere boeken over Spurgeon?
„Dat het geschreven is door een, op onderdelen, kritische buitenstaander.”
Wat is uw grootste kritiek op Spurgeon?
„Dat hij baptist was. Dat leidt namelijk tot een andere visie op het verbond en op de gemeente. Spurgeon separeerde, zij het heel voorzichtig, in zijn spreken tot de gemeente. Je krijgt dan een tweedeling in de gemeente, en dat heeft de Reformatie ons zo niet geleerd. Niet de prediker maakt scheiding tussen bekeerden en onbekeerden, dat doet het Woord zelf. Dat is het verschil. Maar ik moet eerlijk zeggen: zoals hij het preekte, kon het niet veel kwaad.”
Spurgeon leerde de verkiezing door God, maar niet de verwerping van eeuwigheid.
„Dat heeft alles te maken met de nadruk die hij ook wil leggen op de verantwoordelijkheid van de mens. De verwerping heeft een eeuwigheidsdimensie en moet, volgens Spurgeon, niet zozeer gezien worden als een daad van God. Maar dat leidde bij hem geenszins tot een prediking van de alverzoening. Juist hij wist haarscherp te onderscheiden tussen zijn en schijn. Buiten Christus was het verloren, daar was hij heel scherp in. Hij kwam in zijn prediking héél dicht bij Dordt. Het huidige opponeren tegen de verwerping van eeuwigheid beoogt de verantwoordelijkheid van de hoorders veilig te stellen. Dit is een misverstand. Het gaat om de verantwoordelijkheid van de prediker. Als hij het Woord recht snijdt, dan komen de eeuwigheidsdimensies van de verkiezing en de verwerping openbaar. En dit gebeurde nu juist in de prediking van Spurgeon.”
Spurgeon heeft ook ons land bezocht en zich uitgesproken negatief getoond over de kerkelijke situatie in Nederland.
„Dat klopt. Ik denk eerlijk gezegd dat hij deze toen toch wat te negatief heeft ingeschat. Hij was van mening dat een godvrezend mens in Nederland amper nog de juiste prediking kon beluisteren. Dat heeft denk ik ook veel te maken met het feit dat hij zich geen goed beeld van het kerkelijk leven in ons land kon vormen tijdens zijn korte bezoek.”
Charles Haddon Spurgeon is, volgens dr. Van der Sluijs, altijd een groot kind gebleven. „Hij had iets naïefs. Dat maakte ook dat hij heel dicht bij de mensen stond. En hij was charismatisch en zéér christocentrisch.
Ik moet nog wel eens terugdenken aan kerkdiensten die ik bijwoonde bij ds. Joh. van der Poel. Die had daar ook iets van. Hoe die, in de preek, ineens kon zeggen: „Lieve, lieve Heere Jezus…” En dan was het stil. Dan hing de geur van Christus in het gebouw.
Zo was het bij Spurgeon ook. Hij ádemde in God.”
Spurgeon een spelbreker, dr. C. A. van der Sluijs;uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2010; ISBN 978 90 239 2413 5; 324 blz.; € 19,50.