Opinie

Grenzeloze groei is eindig

Nadat de Nederlandse economie de afgelopen 25 jaar met ongeveer 100 procent is gegroeid, deed zich vorig jaar een krimp voor met 4 procent. Het is opmerkelijk dat zo’n dip, terwijl onze economie volgens deskundigen gezond en robuust was, met zo veel problemen gepaard gaat: omvallende bedrijven, werkloosheid en grote moeilijkheden met de overheidsfinanciën. Blijkbaar is ons economisch systeem zo sterk ingericht op groei, dat bij een beperkte krimp al forse problemen optreden.

C. van Bruchem
28 January 2010 10:39Gewijzigd op 14 November 2020 09:43

Er zijn altijd wel argumenten te vinden waarom groei noodzakelijk is. Zo’n 25 jaar geleden moest de economie groeien om de werkloosheid terug te dringen. Nu moet de economie groeien om de vergrijzing te betalen en als die voorbij is, zal er wel weer wat bedacht worden.Economische groei is minder een natuurverschijnsel dan wel eens wordt gesteld. Onlangs zag ik een grafiek van de economische ontwikkeling sinds het begin van onze jaartelling. Die lijn loopt eeuwenlang vrijwel horizontaal en gaat pas na 1800 steil omhoog. Tot het begin van de 19e eeuw groeide de wereldeconomie hooguit met enkele tienden van procenten per jaar. Natuurlijk was er hier en daar meer groei, zoals in Nederland in de gouden eeuw, maar dat was geen algemeen verschijnsel. Pas na de industriële revolutie rond 1820 komt de groei, zoals wij die kennen, op gang. Economische groei is dus niet in de menselijke natuur ingebakken, maar historisch gezien eerder een uitzondering.

In een ander boek zag ik ook een langetermijnlijn, die min of meer het spiegelbeeld vormt van die van de economische groei. Die tweede lijn loopt ook tot 1850 ongeveer horizontaal, maar buigt daarna duidelijk naar beneden. Dat is de lijn van de soortenrijkdom van de aarde. Inmiddels is naar schatting minstens 30 procent van de soorten die ooit op deze planeet te vinden waren, definitief verdwenen; voor een belangrijk deel door menselijke activiteiten. Het lijkt erop dat groei per saldo niet bijdraagt aan de ontplooiing van de schepping, maar veeleer aan de destructie ervan.

Een groei van ruim 3 procent per jaar betekent dat productie en consumptie iedere 20 à 25 jaar verdubbelen en in honderd jaar zelfs twintig keer zo groot worden. Daar zijn de hulpbronnen van de aarde niet tegen opgewassen. Dat wordt de laatste decennia steeds duidelijker, nu grote volken elders in de wereld ook een zeker welvaartspeil trachten te bereiken. Door technische verbeteringen kunnen deze hulpbronnen langer meegaan, maar dat neemt niet weg dat ze eindig zijn en daarom is een alsmaar doorgaande groei onmogelijk. Ook bijvoorbeeld het sterk in de belangstelling staande systematisch hergebruik van grondstoffen vergt veel transport en energie en voor de accu’s van elektrische auto’s zijn zeldzame metalen en andere delfstoffen nodig. Er is dus alle reden om het groeidogma, dat duidelijk trekken heeft van afgodendienst, kritisch te bezien.

Maar kunnen we wel zonder groei? Krijgen we dan bijvoorbeeld geen massale werkloosheid? Dat hoeft niet, zeker niet als de bevolking gaat krimpen. Wel zal de technische ontwikkeling minder gericht moeten worden op arbeidsbesparing en zal het werk anders verdeeld moeten worden. Dat vraagt om een andere manier van denken, andere instituties, en wellicht een ander economisch systeem.

Het is net als met fietsen: je moet blijven rijden, anders val je om. Maar dat komt mede door de bouw van de fiets; met een driewieler val je niet om als je stilstaat. Bij fietsen is er trouwens een alternatief voor omvallen: gewoon afstappen.

Zou er voor de economie ook niet zoiets zijn, zodat we uit de desastreuze greep van de groei kunnen komen? Daar zouden economen meer over moeten nadenken.

De auteur is landbouweconoom en oud-lid van de Eerste Kamer. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer