Veel hulp Haïti dreigt te laat te komen
De internationale gemeenschap heeft Haïti massaal hulpgoederen toegezegd, maar de hulpverlening in het land stuit op grote problemen. Cruciale hulp dreigt daardoor te laat te komen.
Het vliegveld in de hoofdstad Port–au–Prince is door de aardbeving flink beschadigd. Verder is er een gebrek aan brandstof om vliegtuigen na aflevering van hulpgoederen weer te laten vertrekken. Ook schort het aan opslagplaatsen en personeel voor de distributie van de goederen.
De onveilige situatie in Haïti stelt reddingswerkers en andere hulpverleners voor nog meer problemen. Volgens reddingswerkers worden hulpgoederen geplunderd en lopen mensen met vuurwapens rond. Voedselopslagplaatsen van de Verenigde Naties in de hoofdstad zijn leeggeroofd. Ook zeggen reddingswerkers dat de hulpverlening belemmerd wordt door de slechte samenwerking met de Haïtiaanse autoriteiten.
Onder de eerste reddingsteams die in Haïti zijn aangekomen voor het helpen van slachtoffers van de aardbeving, zijn hulpverleners uit de Dominicaanse Republiek, Venezuela, de Verenigde Staten, Frankrijk en Bolivia. De regering in Havana heeft de Verenigde Staten toestemming gegeven het Cubaanse luchtruim te gebruiken voor het evacueren van slachtoffers van de beving uit Haïti.
De internationale gemeenschap heeft tot nu toe 268,5 miljoen dollar (186,3 miljoen euro) financiële hulp beloofd aan de slachtoffers van de aardbeving in Haïti. De VN willen deze maand voedselhulp leveren aan twee miljoen mensen.
Frankrijk heeft verscheidene landen vrijdag opgeroepen miljoenen aan schulden die Haïti bij hen heeft, kwijt te schelden. Frankrijk zelf heeft 4 miljoen euro kwijtgescholden. Haïti, het armste land van het westelijk halfrond, moet de Fransen nu nog 54 miljoen terugbetalen.
De aardbeving in Haïti heeft circa 300.000 mensen dakloos gemaakt. In Port–au–Prince is een op de tien huizen verwoest. Volgens de VN woonden in het door de aardbeving getroffen gebied ongeveer 3,5 miljoen mensen.