Bijbel kent geen rechtvaardige oorlog
Een eventuele oorlog met Irak heeft een stroom van kerkelijke positiebepalingen op gang gebracht, waarin militair ingrijpen door de VS scherp wordt afgewezen. In de Verklaring van de Raad van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) heet het opnieuw: „God wil geen oorlog.” Wat zegt de Bijbel eigenlijk over oorlog? Een analyse van Rainer Mayer.
„God wil geen oorlog” - het is een vaak aangehaald citaat uit de eerste algemene vergadering van de oecumenische Raad van Kerken (1948) in Amsterdam. In diezelfde verklaring wordt echter ook gezegd dat onder christenen de meningen nogal uiteenlopen over de vraag of oorlog ook een daad van gerechtigheid kan zijn. Bovendien wordt vastgesteld dat er nog geen functioneel systeem gevonden is om politieke veranderingen uitsluitend via een vreedzame weg door te voeren.
Kort na de Tweede Wereldoorlog had men de ervaringen met het Hitlerregime in het achterhoofd. Dat regime kon alleen door internationale militaire inspanningen bedwongen worden. En dat regime was juist door de appeasementpolitiek van onder meer de Britse premier Chamberlain pas echt sterk was geworden.
De Tweede Wereldoorlog bracht oneindig veel leed over volken en mensen. Weliswaar was er ook ongerechtigheid aan de kant van de overwinnaars - denk maar aan de oorlogstechnisch volledig overbodige bombardementen op Dresden, een stad vol met vluchtelingen.
Recent lieten de gebeurtenissen in het uiteenvallende Joegoslavië zien dat vrede tussen volken zo nodig met militaire middelen afgedwongen moet worden. Menig principieel pacifist heeft deze bittere les in het Kosovo-conflict opnieuw moeten leren.
Shalom
Bestaat er wel een ”gerechtvaardigde oorlog”? De gedachte van een dergelijke oorlog vindt zijn grondslag in de Romeinse tradities (Cicero/Livius). In de lijn hiervan ontwikkelden christelijke theologen zoals Ambrosius en Augustinus de volgende criteria voor een gerechtvaardigde oorlog:
-Alleen de verdedigingsoorlog is gerechtvaardigd. Er moet sprake zijn van groot moreel onrecht aan de kant van de tegenpartij. Er moeten vreedzame toenaderingspogingen aan de strijd voorafgaan. Bovendien moet de oorlog door een geautoriseerde macht (”overheid”) worden verklaard.
-Wraak mag het doel van een oorlog niet zijn. Het mag alleen de bedoeling zijn om een gerechtvaardigde vrede te stichten.
-In de manier van oorlogvoering dient een evenredigheid van de middelen in acht te worden genomen. Verwonding van niet-betrokken derden moet zoveel mogelijk vermeden worden. Vooral mag de strafmaat de mate van schuld niet overstijgen.
-Uiteindelijk moet erop worden gelet dat het na de oorlog te verwachten welzijn groter zal zijn dan het kwaad dat aanleiding gaf tot de oorlogsvoering (afweging van situaties).
In deze vorm kan de leer van een gerechtvaardigde oorlog niet direct uit de Bijbel worden afgeleid. De Bijbel biedt geen ”oorlogsleer”. Volgens de brief van Jakobus zijn de boze lusten en hartstochten van de mensen de diepere oorzaken voor strijd en oorlog (Jak. 4:1 en volgend).
Daarentegen is vrede, de ”shalom” in veelomvattende zin, zowel volgens het Oude als het Nieuwe Testament een gave van God (op de nieuwe aarde), die niet door mensen bewerkstelligd kan worden (zie bijvoorbeeld Jes. 13:11; Ez. 36; Zef. 3; Ef. 2:14; Kol. 1:20).
De Bijbel beziet oorlogen in deze wereld in de tijd die voorafgaat aan de wederkomst gewoon als onvermijdelijke feiten. (Luk. 3:14; 14:31; 1 Kor. 9:7; 2 Tim. 2:4). Maar daarmee zijn ze nog niet gerechtvaardigd. Jezus wees de gewapende tegenstand tegen de Romeinse overheersing af. Christenen moeten midden in deze wereld staan als vredestichters (Matth. 5:9).
Eindtijd
De bijbelse visie op oorlog en vrede onderscheidt zich vooral daarin van de hedendaagse geseculariseerde -ten diepste naïeve-visie, dat ze er niet van uitgaat dat de wereldvrede maakbaar is door menselijke acties van goede wil en door crisismanagement. „Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw…” (Ef. 6:12). Deze strijd heeft met de eerste komst van Jezus Christus een hoogtepunt bereikt en speelt zich af op het geestelijke vlak (vgl. Mark. 3:24-27; Luk. 16:18). Zoals Jezus de antigoddelijke machten heeft bestreden en overwonnen, zo staan ook christenen in een strijd, waarvan hun de overwinning is beloofd.
Desondanks geeft het Nieuwe Testament geen aanwijzingen dat de wereldgeschiedenis zich zal ontwikkelen in de richting van het goede. Eerder zijn oorlogen en krijgsgehuil de ”weeën” van de eindtijd (Mark. 13:7; Openb. 6:1), totdat God door Jezus Christus Zijn eeuwige vrederijk zal oprichten.
De visies van christenen ten opzichte van oorlogshandelingen zullen daarom altijd verschillend blijven.
Massavernietiging
De traditionele leer van de gerechtvaardigde oorlog is in het tijdperk van de massavernietigingswapens niet langer bruikbaar. Toch blijft de kern essentieel: „Subjectief: dat ieder zijn deelname aan een oorlog in elk geval voor zijn God zal moeten verantwoorden. Objectief: dat oorlog en militaire dienst vanuit christelijk oogpunt slechts verdedigd kunnen worden als handelingen in dienst van de instandhouding of het herstel van de noodzakelijke rechtsorde.” (Helmut Gollwitzer).
Twee opvattingen moeten onder christenen, op grond van de bijbelse uitspraken, in elk geval worden uitgesloten: aan de ene kant het fatalistisch accepteren van oorlog als een apocalyptisch onheil. En aan de andere kant de verheerlijking van oorlog als een bevrijdingsproces dat de mensheid naar een wereldvrederijk voert.
Vertegenwoordigers van beide visies beroepen zich graag op bijbelse teksten, met name op het boek Openbaring. Ze leggen dit boek echter op een verkeerde manier uit, omdat ze Gods soevereine handelen in de heilsgeschiedenis gelijkstellen aan het schuldige menselijke handelen.
Pacifisme
De mankementen in kerkelijke visies op de vraag naar oorlog en vrede berusten tegenwoordig vooral op het feit dat de kerken te snel en te direct op de politieke toer gaan. Daarmee verwarren ze het ambt van de verkondiging met het ambt van de staat. Op individueel niveau is vaak de fout dat er onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen persoonlijke en sociale ethiek. Luther ontwikkelde de volgende regel: afzien van geweld bij zelfverdediging en gebruik van geweld bij de verdediging van anderen.
Het spreekt echter voor zich dat daarmee niet alle problemen zijn opgelost. De belangrijkste vraag moet getuigen van verantwoordelijkheidsbesef. De theoloog Dietrich Bonhöfer heeft gezegd dat de vraag niet moet zijn „hoe ik zelf zo heldhaftig mogelijk uit de strijd tevoorschijn kom” maar „hoe een komende generatie verder kan leven.”
Volgens een bijbels georiënteerde theologie bestaat er dus geen ”gerechtvaardigde oorlog”, maar ook geen ”rechtvaardig pacifisme”. In conflictsituaties kunnen de verantwoordelijke, handelende personen schuldigen worden - welke beslissing ze ook nemen. Vandaar dat christenen op vergeving zijn aangewezen.
Vrede en gerechtigheid horen bij elkaar - oorlog en gerechtigheid niet. Dat „gerechtigheid en vrede elkaar kussen” (Ps. 85:11) is volgens de Bijbel steeds een gave van God en een vrucht van het luisteren naar „wat God de Heere spreken zal. Want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken, maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren.” (Ps. 85:9).
De auteur is professor evangelische theologie en didactiek aan de universiteit van Mannheim.