Opinie

Weerloze weg van Jezus normatief

Voor een christenpacifist is de weerloze weg van Christus normatief, aldus drs. Pieter Post. Maandag sprak hij op het congres ”Rechtvaardige oorlog, vroeger en nu” van de Vereniging van Christen Historici over ”Rechtvaardige oorlog vanuit dopers-christelijke perspectief”. Hieronder een samenvatting van zijn lezing.

10 June 2008 11:19Gewijzigd op 14 November 2020 05:56

De kwestie of het een christen geoorloofd is wapens te dragen, heeft het doperdom en andere historische vredeskerken niet in overeenstemming geacht met de weg van Christus en dus ontkennend beantwoord. Vanuit deze vredestraditie deed ik eind jaren 70 een beroep op de Wet gewetensbezwaarden militaire dienst.

Van huis uit had ik de verschrikkelijke ervaringen van mijn vader zaliger meegekregen, die als 19-jarige jongen in de oorlogsdagen van mei 1940 had meegevochten tegen de inval van de Duitsers. Door die werd hij overtuigd pacifist. Vrede en verzoening konden volgens hem alleen worden bereikt wanneer de navolging van Christus daadwerkelijk serieus werd genomen, hetgeen voor hem betekende een volstrekt afzien van geweldsdeelname.

Een christenpacifist is een vredestichter die zich welbewust is van het feit dat de verantwoordelijkheid om te beschermen iedereen aangaat daarbij aannemend dat de weerloze weg van Jezus normatief is. Een pacifist is zich eveneens bewust van de spanning tussen idealisme en realisme.

In de doperse opvatting over de kerk is de christelijke gemeente een verzameling van gelovigen die zich heeft verbonden aan het eschatologische perspectief van de Nieuwe Tijd. Belangrijk is daarbij de gelovigendoop als een teken van persoonlijk geloof en bekering waarmee het onderscheid tussen deze oude wereld en de toekomstige nieuwe wereld zichtbaar wordt gemarkeerd. De gedoopte laat de oude wereld achter zich en staat op in de Nieuwe Tijd; in Christus is hij op dat moment naar het woord van de apostel Paulus ”een nieuwe schepping”: „het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden” (2 Kor. 5:17).

Burgerslachtoffers
De gedoopte gemeente bekleedt in feite de status van eerstelingen van de Nieuwe Tijd die zich „niet door kracht noch door geweld” manifesteert, maar door Gods Geest (Zacharia 4:6). De gemeente drukt hiermee haar geloof uit in God die op aarde een duurzame Nieuwe Tijd van recht en vrede wil en niet van vernietiging. Vanuit deze roeping kan zij dan ook niet anders dan vredesgemeente zijn.

Het is nu zaak dat de gemeente zó in de Nieuwe Tijd staat dat zij de wereld laat zien waar die tijd op uitloopt, namelijk op een gemeenschap van gerechtigheid en vrede. In de praktijk betekent dit dat de gemeente afziet van macht en geweld, maar ook dat zij zich geconfronteerd ziet met de wereldse machten en krachten.

De Amerikaanse doopsgezinde historicus John D. Roth plaats in zijn boek ”Choosing against War. A Christian View” (2002) dan ook kritische kanttekeningen bij het leerstuk van de rechtvaardige oorlog. Het leert weliswaar zo veel mogelijk het geweld te beteugelen en te minimaliseren, maar dat laat onverlet dat er nog veel vragen onbeantwoord overblijven.

1. Er zijn in de geschiedenis geen gevallen bekend waarin naties zich neerlegden bij het bezwaar van de christenen in hun regeringen of legers dat een conflict niet beantwoordde aan de criteria van een rechtvaardige oorlog.

2. Het leerstuk creëert de mogelijkheid dat christenen van beide partijen elkaar onder vijandelijke omstandigheden doden op grond van hetzelfde motief van de rechtvaardigheid. Het ”God met ons” op de riemen van soldaten van zowel Duitse als geallieerde zijde bevestigt de absurditeit van deze claim op rechtvaardiging.

3. De regel om zo weinig mogelijk burgerslachtoffers te maken is meermalen met voeten getreden, getuige bijvoorbeeld de Amerikaanse bombardementen op Dresden, Hiroshima, Nagasaki en Vietnam.

4. Er is niets unieks aan dit leerstuk, omdat het dichter tegen de natuurwet van Cicero aanschurkt dan dat het gebaseerd is op het Evangelie, dat de vijandliefde leert als derde weg tussen passiviteit en geweld.

Lange adem
De historische vredeskerken blijven dan ook kritisch staan tegenover overheden en gezagsinstanties die het woord ”rechtvaardig” in de mond nemen. Ook al draagt de overheid volgens Romeinen 13 het zwaard, daarmee wordt gezegd dat de overheid bevoegd is om recht te spreken over mensen die slecht doen. Het geheel staat in het licht van Romeinen 12, waarin in een lange reeks van vermaningen aan de christenen van Rome wordt opgeroepen tot liefdesbetoon.

Vanuit deze context kunnen we concreet worden. Dat christenpacifisten anderen de kastanjes uit het vuur laten halen, is een beeldvorming die inmiddels is achterhaald. Zo leiden Christian Peacemakerteams in de Verenigde Staten onder anderen mensen op om in conflictgebieden verzoening te leren bewerkstelligen. De Mennonite Economics Development Associates (MEDA) verstrekken kredieten aan armen en helpen beginnende ondernemers met microprojecten.

In Nederland verleent Mediation Service vanuit de doopsgezinde broederschap diensten aan kerk en samenleving op het gebied van mediation en coaching en stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan het creëren van een cultuur van vrede en geweldloosheid.

Deze voorbeelden laten zien dat weerloosheid en geweldloosheid weinig opleveren, tenzij actief wordt ingezet op verzoeningspraktijken die de tegenstellingen tussen landen, bevolkingsgroepen of op het werk en thuis overbruggen of weten op te heffen in navolging van de weerloze weg van Christus.

Dat hoop een kwestie van de lange adem is, zal niemand verbazen. De vraag is: zullen christenpacifisten en niet-christenpacifisten elkaar ooit ergens, wie weet wanneer, op die weg van hun Heer weten te vinden?

De auteur doopsgezind theoloog en medewerker van het doopsgezind seminarium aan de Vrije Universiteit.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer