Het CDA is geen christelijke partij
Het CDA moet zich niet presenteren als een christelijke partij, want dat is zij niet, stelt Meindert Leerling .

In het Reformatorisch Dagblad van zaterdag 11 maart stelt burgemeester Wienen van Katwijk dat ondanks winst voor de ChristenUnie door het sterke verlies aan CDA-raadszetels „per saldo het christelijk geluid in gemeenteraden vermindert.”Het is dan wel de vraag wat Wienen onder christelijk geluid verstaat. Een algemeen oordeel past mij niet, maar van de doorsnee-vertegenwoordiger van het CDA hoor ik zelden of nooit een christelijk geluid. Een christelijk getuigend geluid dan, welteverstaan. Dat is wat anders dan een christelijk-sociaal geluid. Zoiets kan alleen een afgeleide zijn van het direct getuigende: Jezus is Koning en alleen het Woord van God is normatief.
Het christelijk-sociale geluid (in de praktische vertaling weinig verschillend van het socialistisch-sociale geluid) mag nooit uitsluitend bepalend zijn voor het imago van christelijke politiek. Dat zou de volledige verhorizontalisering zijn van de Bijbelse opdracht. Het moet gaan om een helder belijdend getuigenis en een goed uitgewerkt, Schriftgetrouw (genormeerd) program. Daarin schiet het CDA in zowel woord als daad volledig tekort.
Het CDA is dan ook geen christelijke (belijdende) partij in de klassieke betekenis van het woord. Dat zou dr. Klink (zie zijn opmerking in het RD van zaterdag) toch moeten weten. Een christelijke politieke partij aanvaardt de Bijbel als het onfeilbaar Woord van God, dat gezaghebbend is voor mens en samenleving. Daar wil het CDA niet aan en daar heeft het CDA vanaf de oprichting nooit van willen weten. Het moest voor alles een open volkspartij zijn, waarbij politieke vertegenwoordigers zich zouden kunnen laten inspireren door de Bijbel.
Maar inspireren -en dan nog niet eens door iedereen- is iets anders dan normeren. Vandaar dat in het CDA niet-christenen volwaardig kunnen meedoen. Van hen kan toch moeilijk worden verwacht dat zij een christelijk geluid laten horen. Als niet-christelijke raadsleden hun zetels zijn kwijtgeraakt, is daarmee dus ook het christelijk geluid niet verminderd.
Laat het CDA in dezen toch open en eerlijk zijn. Het is dan ook niet zo verbazingwekkend, dat een CDA-voorman als Balkenende bij zijn openbare optredens -behalve dan in de kring van de EO, waar hij er juist mee hoopt te scoren- niet openlijk over zijn geloof spreekt.
Misleidend
In het RD van vorige week woensdag 8 maart vraagt mr. Keijser uit Amsterdam hoe dat kan. Waarom toch wordt elke verwijzing naar God door Balkenende angstvallig vermeden? Is het CDA niet meer christelijk? zo vraagt Keijser zich af. Nee, het CDA is en was geen belijdende, christelijke partij. Het is verbazingwekkend dat vele orthodoxe christenen dat blijkbaar na 25 jaar nog niet inzien of willen inzien.
Voormannen als Van Agt en Lubbers hebben in het verleden openlijk toegegeven dat het CDA geen christelijke politieke partij is, zoals in het verleden de ARP en in het heden ChristenUnie en SGP. De huidige voorlieden van het CDA handelen dan ook niet fair door het CDA nog altijd te profileren als een christelijke politieke partij. Dat is misleidend.
En omdat het CDA geen christelijke, belijdende partij wilde zijn, werd 25 jaar geleden de RPF uit gewetensnood geboren! En die tegenhanger in de hedendaagse ChristenUnie (en natuurlijk ook de SGP) is daardoor nog altijd nodig.
Kamerlid Mosterd huilt daarom krokodillentranen als hij jammerend vaststelt dat de ChristenUnie alleen kan groeien dankzij het CDA. Uiteraard, want de ChristenUnie is het Schriftgebonden alternatief voor de Bijbelgetrouwe CDA-stemmers. Ook Mosterd zou moeten weten waar de schoen echt wringt. Beslist niet in de eerste plaats vanwege het gemis aan „een degelijk christelijk en sociaal geluid”, zoals hij dat noemt, maar om het belijdend getuigen in een steeds meer van de geestelijke ankers losgeslagen maatschappij.
De auteur is oud-voorzitter van de RPF-fractie in de Tweede Kamer.