Kinderopvang op school vraagt om twee verschillende activiteiten en expertises, stelt Liesbeth Verheggen.
Het lijkt zo simpel. De politiek signaleert een probleem van werkende ouders, namelijk een slechte aansluiting tussen school en buitenschoolse opvang, en scholen moeten dat oplossen. Scholen zijn tenslotte al voor een groot deel van de dagbesteding van het kind verantwoordelijk. De bedachte oplossing is charmant door haar eenvoud en er zit zelfs een bepaalde logica in. Scholen kúnnen vanuit hun spilfunctie ook best een belangrijke rol vervullen in de oplossing van het probleem.
Waarom dan toch die weerstand vanuit het onderwijsveld? Enerzijds wordt dat veroorzaakt doordat de oplossing in al haar eenvoud voorbijgaat aan een aantal essentiële randvoorwaarden. Anderzijds komt die houding voort uit wantrouwen. Te vaak zijn de afgelopen jaren maatschappelijke problemen over de schoolmuur gegooid, in de veronderstelling dat scholen dit naast hun primaire taak, het verzorgen van goed onderwijs, oplossen. Ook nu weer wordt een probleem ogenschijnlijk opgelost met een plan dat inhoudelijk op een bierviltje past. Zonder financiële onderbouwing.
Recht
Toch doet dit het achterliggende idee van Van Aartsen en de zijnen geen recht. Nederland heeft behoefte aan een goed systeem waarin kinderen onderwijs krijgen én buitenshuis opgevangen kunnen worden.
Wat is er dan nodig, opdat kinderen tot hun recht komen en zowel ouders als scholen er vertrouwen in hebben? Allereerst de erkenning dat onderwijs iets anders is dan voor- en naschoolse opvang. Kinderen mogen niet van 07.30 uur tot 19.30 uur ’op school’ zitten. Dat betekent dat onderwijs verzorgd moet worden door gediplomeerde onderwijsvakmensen, en buitenschoolse opvang door pedagogische professionals die overweg kunnen met de dynamische groepsinteractie onder kinderen - waaronder pestgedrag en uitsluiting. En natuurlijk sportcoaches, spelbegeleiders et cetera. Niemand ziet onze kinderen graag de hele middag voor de tv.
Erkennen dat het om twee verschillende activiteiten en expertises gaat, betekent ook erkennen dat er verschillende eisen aan de huisvesting gesteld worden. Veel schoolgebouwen zijn oud en zelfs nauwelijks geschikt voor het hedendaagse onderwijs. Het personeel past daar op creatieve manier een mouw aan, maar het gaat te ver om sport- en spelactiviteiten in dezelfde krappe en onhandig ingerichte gebouwen onder te brengen.
Business plan
Wat nodig is, is een business plan: Bepaal wat er aan menskracht en huisvesting nodig is om het probleem op te lossen en stel het benodigde budget beschikbaar. Vervolgens moeten alle partijen die bij het kind betrokken zijn -van de school tot de huidige buitenschoolse opvang, inclusief het buurthuis en de sportvereniging- een gezamenlijk plan opstellen. Niet als extra taak binnen de huidige setting, maar als prioriteit waarvoor mensen en middelen vrijgemaakt kunnen worden. Scholen kunnen hierin een belangrijke verantwoordelijkheid krijgen.
De Algemene Onderwijsbond (AOb), met ruim 75.000 leden de grootste onderwijsbond in Nederland, wil graag vanuit zijn expertise en vertegenwoordigende rol bij dit proces betrokken zijn, om tot een totaalplaatje te komen waarin iedereen tot z’n recht komt: van ouder tot werknemer - met het kind voorop,
De auteur is dagelijks bestuurder van de Algemene Onderwijsbond (AOb).