APELDOORN – De bekende nazi jager Simon Wiesenthal is dinsdagochtend overleden. Hij stierf in zijn slaap in zijn woonplaats, de Oostenrijke hoofdstad Wenen.
Wiesenthal werd een symbool van de strijd tegen de nazi’s. Hij bracht naar schatting 1100 verdachten voor de rechtbank.
Hij was ook betrokken bij de opsporing van de Oostenrijkse politieman Karl Silberbauer, verantwoordelijk voor de arrestatie van Anne Frank en haar deportatie naar Bergen Belsen.
David Barnouw van het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) noemt Wiesenthal een man van „grote” betekenis. „Hij heeft zich als een terriër vastgebeten in de opsporing van de oorlogsmisdadigers. Onder zijn leiding is er veel meer gedaan dan door een hoop ministeries van Justitie samen.”
Wiesenthal was ervan overtuigd dat er geen alternatief was voor zijn werk, aldus Barnouw. „Zijn idee was: Als we dit niet doen, blijven veel misdadigers vrij rondlopen. Mede door zijn werk is de belangstelling voor de holocaust gegroeid. Diverse landen zijn meer ernst gaan maken met de opsporing van verdachten. Nederland stelde bijvoorbeeld eind jaren zeventig een aparte officier van justitie hiervoor aan.”
Ronnie Naftaniël van het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) noemt Wiesenthal een „groot en erudiet man, die geen wraak maar gerechtigheid zocht. Als mensen onbestraft oorlogsmisdaden zouden mogen begaan, zou de geschiedenis zich volgens hem herhalen. Hij deed zijn werk om volgende generaties te beschermen.”
Naftaniël vermoedt dat nooit zal worden opgehelderd wat Wiesenthals rol in de opsporing van Adolf Eichmann was. „In Israël zegt men dat het hun eigen geheime dienst was. Wiesenthal zegt dat hij de dienst had getipt. Dit was ook een manier van hem waarop hij zelf aan zijn eigen imago bouwde.”