Veel muziek maar weinig genot
Geen Bach, wel Beethoven, Bartók en Bob Marley. Vwo-examenkandidaten luisterden woensdagmiddag tweeënhalf uur naar klassieke én moderne muziekfragmenten. De trieste balans: „Je kon van niet één stukje echt genieten.”
De kop is eraf. Woensdagmiddag begonnen de centraal schriftelijke examens in het voortgezet onderwijs. Als eerste stond muziek voor het vwo op het rooster. De Scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis heeft elk jaar een groep kandidaten voor dit vak, mede dankzij de enthousiaste inzet van de muziekdocenten, M. van der Veer en S. van Wijgerden.
Lokaal 004 op de Maurits. Een rood-wit lint en een paneel versperren de toegang. ”Stilte, examen” vermaant een pamflet. Uit het lokaal klinkt heftige muziek. Het is tien over halfvier. De examenkandidaten zijn bij het vierde en laatste onderdeel: reggaefragmenten van musicus Bob Marley. De muziek klinkt als pop, maar dat is het niet, vertelt de 18-jarige vwo’er Arjan de Nooijer na afloop. „Reggae is afkomstig uit Jamaica; het zijn negerprotestsongs. Lekker swingend.”
Dat mag zo zijn, Van der Veer vindt het „bepaald geen muziek” voor de jeugd. „Bob Marley was vooral in de jaren ’70 populair. Jongeren luisteren tegenwoordig naar heel andere muziek. Liedjes die veel op de radio komen, die vinden ze meestal mooi.” De docent krijgt tegengas. Zijn leerlingen blijken thuis wel degelijk Bob Marley te luisteren.
Het muziekexamen bestaat elk jaar voor driekwart uit klassieke en voor een kwart uit moderne muziek. Dit keer begint het met de middeleeuwse componist Josquin des Prez. Via de cd krijgen de kandidaten drie keer een fragment uit het Latijnse koorwerk ”Tu solus qui facis mirabilia” te horen. In het examenboekje staat de baspartij afgedrukt, maar bij één noot is het voorteken -een kruis of een mol- weggelaten. De opdracht: noteer dit voorteken voor de desbetreffende noot. Een kwestie van akelig goed luisteren.
Dat geldt nog sterker bij opdracht 4. Opnieuw laat de cd een fragment horen. Op de lettergrepen ”qui redemisti nos” hebben de alten een beweeglijke partij, terwijl de sopranen, tenoren en bassen lange noten zingen. Omcirkel het bewuste altstukje. Het antwoord geeft vier mogelijkheden die minimaal van elkaar verschillen. Pittig, zelfs voor een geoefend luisteraar.
Via Des Prez gaat het naar Beethoven. Niet minder dan veertig minuten lang moeten de vwo’ers vragen over diens achtste symfonie beantwoorden. „Dat is te veel”, vindt Van der Veer. „Zeker omdat het allemaal korte fragmenten waren. Je kon niet één keer even wat langer genieten. Dat gold eigenlijk voor het hele examen.”
Ook bij Beethoven lastige opdrachten. Bijvoorbeeld nummer 18: de cd laat een fragment in driekwartsmaat horen, maar het klinkt als een tweekwartsmaat. Opdracht: noteer het ritme. Zelfs Van der Veer en Van Wijgerden hadden er moeite mee, „laat staan die kinderen.” En wat te denken van het lezen van een partituur met elf notenbalken? Ook Bernard Haitink zou even goed moeten kijken.
Van de veertig vwo-kandidaten op de Prins Maurits doen er vijf muziek. De 17-jarige Hannah Stribos -petje op- vindt het een nadeel dat het hele examen wordt geleid door een cd. „Je kunt niet even bij een vraag blijven hangen als je wat meer tijd nodig hebt om na te denken. De cd gaat door.”
De vijf vwo’ers zijn niet de eersten de besten op muziekgebied. Harmke Grootenboer (17) won kortgeleden de hoofdprijs als saxofoniste op een concours in Melissant. En Arjan de Nooijer, organist, werd tweede. Ook de andere twee kandidaten -Marleen du Pree (18) en Janneke Hoekman (18)- spelen, zingen of doen beide. Alleen Harmke overweegt door te gaan naar het conservatorium. De andere vier houden de muziek liever als hobby.
Als Van der Veer en Van Wijgerden het muziekexamen zelf hadden mogen maken, dan hadden ze het totaal anders aangepakt. „Veel meer vanuit de betekenis van muziek”, zegt Van der Veer. „Er worden nu allemaal technische en intellectuele vragen gesteld. De betekenis van de Latijnse koorteksten bij Des Pres wordt helemaal niet genoemd, terwijl die soms wel heel belangrijk is voor het muzikale verloop van het stuk.”
Van Wijgerden: „Ik zou minder fragmenten kiezen, maar ze langer laten horen, zodat de kandidaten ook eens echt kunnen genieten van de muziek; goed in de sfeer kunnen komen. Dat is nu, met zo veel korte stukjes, onmogelijk.”