De Italiaanse demissionaire premier Silvio Berlusconi heeft zaterdag een nieuwe regering geformeerd en gepresenteerd aan de Italiaanse president Carlo Azeglio Ciampi. Nadat de president akkoord was gegaan met het kabinet, trad Berlusconi zaterdagavond opnieuw aan als premier.
Berlusconi vertelde na zijn onderhoud met de president hoe het zestigste Italiaanse kabinet na de Tweede Wereldoorlog eruitziet.
Het nieuwe kabinet wijkt niet veel af van het conservatieve kabinet waarvan de premier woensdag gedwongen was het ontslag in te dienen. Gianfranco Fini, leider van de Nationale Alliantie, blijft minister van Buitenlandse Zaken en ook vice-premier Giulio Tremonti blijft op zijn post.
Wel is er een nieuw ministerie van Ontwikkeling en Territoriale Cohesie gevormd, waaraan de voormalige onderminister van Economie Gianfranco Micciche leiding gaat geven.
De politieke tactiek om het ontslag van een kabinet in te dienen en onmiddellijk daarna een nieuwe regering te formeren is gelouterd in Italië. In het verleden hebben verschillende premiers de tactiek gebruikt om de positie van een kabinet te verstevigen.
Berlusconi was er tot woensdag steeds tegen omdat hij de eerste Italiaanse premier wilde zijn wiens regering de gehele regeerperiode van vier jaar overeind zou blijven. Berlusconi’s kabinet was al het langstzittende van alle kabinetten die Italië sinds WO II regeerden.
Om nieuwe verkiezingen te voorkomen moet Berlusconi nog een horde nemen. Zijn nieuwe ploeg moet deze week door beide kamers van het parlement goedgekeurd worden. Berlusconi heeft liever geen nieuwe verkiezingen omdat de verwachting is dat zijn coalitie daarin een zware nederlaag zou lijden, zoals in de regionale verkiezingen van eerder deze maand. Toen verloren de coalitiepartijen hun meerderheid in twaalf van de veertien deelnemende regio’s.
Het slechte presteren van de coalitie in die verkiezingen was de aanleiding voor de huidige politieke crisis. De kleine coalitiepartij UDC trok zich terug om Berlusconi te dwingen af te treden en een nieuwe regering te formeren.
De ontevredenheid van de Italianen over de regering is vooral het gevolg van de zwakke Italiaanse economie en de aanwezigheid van Italiaanse troepen in Irak, waar een ruime meerderheid van de burgers fel tegen is, zeker na het doodschieten van de Italiaanse inlichtingenofficier Nicola Calipari door Amerikaanse militairen.