Gehamer op vergroening zint werknemer Tata Steel niet. „Het is een oneerlijk speelveld”
Een definitief vertrek hangt boven de hoofden van de werknemers van Tata Steel na het aangekondigde massaontslag. Zij richten hun onvrede vooral op de buitenwereld: de overheid en haar regels, en milieuactivisten.

Een geronk van optrekkende auto’s en vrachtwagens klinkt vrijdag rond twee uur ’s middags voortdurend bij de poort Rooswijk van Tata Steel. Op de achtergrond klimmen witte rookwolken de blauwe hemel in. De ochtenddienst zit erop voor de werknemers die de staalfabriek in Velsen-Noord verlaten.
Een definitief vertrek hangt hun boven het hoofd. Afgelopen woensdag kregen de werknemers te horen dat hier 1600 banen verdwijnen, oftewel 17 procent. De dalende staalprijs, de Amerikaanse importheffingen en stijgende energiekosten dwingen de fabriek tot een transformatie, schreef de directie in een verklaring. De reorganisatie moet de kosten verlagen en de concurrentiepositie herstellen. Maandag zou het personeel tijdens een cao-bijeenkomst bij elkaar komen.
Naast het ronkende auto- en vrachtverkeer verlaten via een fietssluis andere werknemers geruisloos per fiets het fabrieksterrein. De meesten willen niks zeggen over de ontslagronde. „Ik moet de pont halen”, klinkt het een paar keer als excuus.
„Je hebt mensen met gezinnen. Mensen die een huis hebben gekocht”, zegt Ahmed El Qerchaoui (51) hangend over zijn fietsstuur. Hij werkt bij de vertinnerij waar hij inpakmateriaal produceert. Sinds woensdag is de toekomst onzeker voor hem en zijn collega’s. Vooral de vrees of zij nog wel werk vinden als ze hun baan verliezen leeft onder vijftigplussers bij het bedrijf.
Sfeer
Iedereen wacht nu af wat er gaat gebeuren, vertelt El Qerchaoui over de sfeer op de werkvloer. De reorganisatieplannen zijn nog niet uitgewerkt en het is onduidelijk waar de klappen precies vallen. „We willen natuurlijk dat iedereen blijft.” Hijzelf werkt al negentien jaar bij de fabriek, maar maakt zich niet druk. „Tuurlijk, het is mijn brood. Maar morgen schijnt de zon weer”, glimlacht hij.
De mensen bij de fietssluis die wel willen praten richten hun onvrede vooral op de buitenwereld: de overheid en haar regels, milieuactivisten. Tata Steel ligt al jaren onder vuur vanwege vervuiling en moet verduurzamen door schoner staal te produceren.
Terwijl Tata Steel, meent El Qerchaoui, rekening moet houden met milieuregels en kosten maakt voor verduurzaming, produceren fabrieken in India en China goedkoper staal zonder zich om het milieu te bekommeren. Hij vindt het een oneerlijk speelveld.
„Chinees staal is troep.” Robin (48) –hij wil niet met zijn achternaam in de krant– neemt het hartstochtelijk op voor Tata Steel, waar hij twaalf jaar werkt. Dat de staalprijs daalt kan gebeuren. Hij haalt er zijn schouders over op. Net als over Trumps heffingen.
Alleen „het gehamer op vergroening” zint hem niet. Het zet het bedrijf continu in een kwaad daglicht en dat helpt niet. „Er zullen dingen beter moeten, tuurlijk. Geef ons de kans om te vergroenen. Wij maken hier het beste staal. Daar moeten we trots op zijn als Nederlanders.”
Armoe
Hij richt zich tot de overheid. Die moet Tata steunen door regels te versoepelen en financieel bij te springen. „Mocht Tata sluiten, dan heb je één armoe in de hele IJmond.” Al denkt hij dat het zover niet komt. „Daarvoor is Tata Steel te belangrijk.”
In het bedrijfsverzamelgebouw IJzersterk op tien minuten lopen van poort Rooswijk zitten John Mol (57) en Willem de Groot (60) van FNV Tata Steel met hun notitieblok. Ze hebben vrijdagochtend driftig meegeschreven tijdens een onlinebijeenkomst onder leiding van Hans van den Berg, bestuursvoorzitter van Tata Steel Nederland.
Mol en De Groot vallen vooral over wat zij zien als een rectificatie van Van den Berg. Woensdag stond in de verklaring dat het banenverlies vooral zou gelden voor het management en ondersteunende functies. Daar werd hoop uit geput dat de ontslagronde de mensen op de werkvloer zou ontzien. Tijdens de onlinebijeenkomst vrijdag maakte Van den Berg duidelijk dat het ontslag elke werknemer kan treffen. Mol en De Groot voelen zich misleid. De Groot: „Iedereen kan de sjaak zijn.”
Een woordvoerder van Tata Steel bevestigt dat het ontslag elke werknemer kan raken. „In de ruis, in de hectiek van woensdag is de boodschap verkeerd binnengekomen. Alle afdelingen en eenheden kunnen geraakt worden. Maar de nadruk ligt op het management en ondersteunende functies.”
De Groot en Mol hekelen het gebrek aan onderbouwing van de plannen en komen tot de conclusie dat de eerste ontslagen in juli vallen. Uiteindelijk gaat het om 1600 voltijdbanen, op een totaal van 9200 voltijdbanen. Twee personen kunnen een voltijdbaan vervullen. De ontslagronde treft meer dan 1600 mensen, beaamt de Tata Steelwoordvoerder.
Mol maakt zich zorgen dat dit de eerste stap kan zijn naar sluiting van de fabriek. Dat was ook een vraag tijdens de onlinebijeenkomst van iemand aan Van den Berg, zegt Mol, en hij leest voor van zijn notitieblok. „Is dit de eerste stap naar sluiten?” Nee, zei Van den Berg. „Absoluut niet. We willen het voortbestaan veiligstellen.” Mol richt zijn hoofd weer op. „De toekomst zal het laten zien.”