OpinieCommentaar
Faber verspilt tijd en energie met dubbele asielwet
In de Tweede Kamer heeft het CDA, net als JA21 en de ChristenUnie, een bijzondere positie, tussen de coalitie- en de ‘echte’ oppositiepartijen in.

In de Tweede Kamer heeft het CDA, net als JA21 en de ChristenUnie, een bijzondere positie, tussen de coalitie- en de ‘echte’ oppositiepartijen in.
Home
Krant
Media
Puzzels
Meer
Onder andere bij het verbouwen van de onderwijsbegroting van minister Bruins kwam dat duidelijk tot uiting. De christendemocraten waren toen, anders dan bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA en de SP, bereid om met Wilders om tafel te gaan, om onder zijn regie te overleggen over de vraag hoe die begroting „minder slecht” kon worden gemaakt.
Het is het kabinet sindsdien echter niet gelukt een hechte samenwerkingsrelatie aan te gaan met een vaste groep oppositiepartijen, zodanig dat de bewindslieden zich behalve in de Tweede Kamer ook in de Senaat van voldoende steun verzekerd weten. Alle oppositiepartijen, ook het CDA, kunnen daarom vasthouden aan de lijn: ”Wat goed is steunen we en wat niet goed is, steunen we niet”.
Of asielminister Faber deze woorden inmiddels in voldoende mate tot zich heeft laten doordringen, is de vraag. Hoewel ook zij is aangewezen op de oppositie om haar veelbesproken asielwetten straks succesvol door de Eerste Kamer te kunnen loodsen, is haar houding, onder andere ten opzichte van het CDA, tot dusver weinig constructief.
Dat Bontenbal alles uit de kast haalt om haar op een ander spoor te krijgen en stevige taal daarbij niet schuwt, is dan ook goed te begrijpen. „Wij kijken alleen naar de inhoud”, waarschuwde hij zaterdag nog maar eens.
Ieder die dat met hem doet en Fabers werkwijze op inhoud beoordeelt, kan maar één conclusie trekken: ze opereert ondermaats. Een voorbeeld: Faber wil haar wet die vluchtelingen straks niet één, maar twee verschillende beschermingsstatussen kan geven, meteen van kracht laten worden. Zij houdt daaraan vast in de wetenschap dat het asielstelsel kort daarna opnieuw op de schop moet. Namelijk wanneer het door de EU-lidstaten aanvaarde asiel- en migratiepact ook in de Nederlandse wetgeving moet worden geïncorporeerd.
Dat vereist wederom een nieuwe wet, formeel de Uitvoerings- en implementatiewet asiel- en migratiepact 2026 geheten. De procedure die vereist is om ook die wet voortvarend door de Kamer te loodsen, is al opgestart. Dat roept de vraag op waarom Faber niet zorgvuldiger te werk gaat en voor één integrale herziening gaat. Goedbeschouwd is haar wet immers niets meer dan een overbruggingswet, die, zo lijkt het, vooral bedoeld is voor de permanente marketingcampagne van de PVV.
Een warme aansporing aan het adres van Bontenbal om zijn rug recht te houden, is hier dus zeker op zijn plaats. Ja, in de politiek is het geven en nemen en in dat spel mag ook de PVV een portie voor zich opeisen. Maar deze verspilling van wetgevingsarbeid kan de Kamer niet over zijn kant laten gaan.