Maar volgens bronnen binnen D66 werd die optie al snel als „onverstandig" verworpen, omdat de partijtop, inclusief Dittrich zelf, wilde vasthouden aan het model waarbij de fractievoorzitter de politiek leider is.

Een overweging bij de gedachte om Dittrich als opvolger van De Graaf aan te wijzen, was dat D66 daarmee zou investeren in het kabinet en in de portefeuille Bestuurlijke Vernieuwing.

Maar het kiezen van een nieuwe fractievoorzitter en nieuwe partijleider zou te veel onrust opleveren. „Dat konden we niet gebruiken en dus kwamen we al heel snel tot de conclusie dat het onverstandig zou zijn als Dittrich De Graaf zou opvolgen", aldus een bron binnen de D66–top.

Dittrich zelf wilde zaterdagochtend, voorafgaand aan het overleg, niet ingaan op de stelling dat hij graag minister zou willen worden.

D66–Kamerlid Van der Laan sprak op Radio 1 berichten tegen dat D66–minister Brinkhorst (Economische Zaken) Dittrich onder grote druk gezet heeft om zijn ministeriële aspiraties op te geven. „Ik heb die indicaties niet", zei ze. Ze beschuldigde andere partijen ervan dat gerucht te hebben verspreid. „Het is door dit soort spelletjes dat Nederland walgt van de politiek".