Ds. C.J. Droger (CGK): Zondagsschool heeft me gevormd en veel Bijbelkennis gegeven
Het is een vreugde om het Woord van God door te geven, vindt ds. C.J. Droger. „Wat is het heerlijk om de kinderen te mogen vertellen Wie God is, wie ze zelf zijn en Wie de Heere Jezus is.”

De predikant van de christelijke gereformeerde kerk (cgk) in Vlaardingen sprak maandag in de Beth-Elkerk in Sliedrecht over het thema ”Vertel het door!” De Bond van Hervormde Zondagscholen en het Landelijk Contact Jeugdwerk van de CGK beleggen dit voorjaar een aantal toerustingsavonden voor leidinggevenden van zondagsscholen.

Ds. Droger begint met het delen van herinneringen uit zijn eigen zondagsschooltijd. „Ik zat als kind op de zondagsschool van de gereformeerde gemeente in Middelharnis. We zaten in het kerkgebouw, jongens en meisjes apart, de meisjes met een hoedje op. Een oudere man achter een katheder vertelde uit de Bijbel.”
Ze gebruikten een boekje van het Hervormd Bondsbureau. „Bovenin stond waarover de vertelling zou gaan. Daaronder stonden een tekst en twee psalmen, een makkelijke en een moeilijke psalm.”
Leren werd gestimuleerd, herinnert ds. Droger zich. „Uiteindelijk werd je beloond met een boek. En dat werkte bij mij. Ik kan nog zes van zulke boeken vinden in mijn boekenkast.” Hij besluit: „De zondagsschool, ik ging er graag naartoe. Hij heeft me gevormd en veel Bijbelkennis gegeven.”
Emotie
Zo’n twintig deelnemers hoorden ds. Droger uitleggen dat het een Bijbelse opdracht is om de Bijbelse geschiedenis door te geven. „Doe dat biddend en grondig voorbereid, laat het doorleefd zijn, vanuit het hart, en laat zien dat je er persoonlijk bij betrokken bent.”
Voorkom clichés bij de toepassing van de vertelling, aldus ds. Droger. „En laat merken dat je persoonlijk betrokken bent. Kinderen moeten voelen: het heeft zijn hart, het raakt haar. Emotie daarbij is niet erg.”
Een ander advies: „Je kunt vertellingen kruiden en opluisteren met voorbeelden, met illustraties uit het dagelijks leven en graag ook uit het geestelijk leven, van jezelf of een ander.”

Wat moet de spits van de vertelling zijn? „Theologisch: wat openbaart God van Zichzelf en van Zijn daden? Daarna staan we stil bij wat God zegt over ons en wat dat betekent voor ons.”
Zondagsschoolleiders vragen zich soms af of de vertelling wel bij de kinderen landt. „Laat dat aan God over.”
Doop
Denk aan de doop en aan Gods verbondsbeloften, bemoedigt de predikant. „God verbindt Zijn Naam aan die van een kind en Hij belooft om hun God te zijn. Pleit dan: Heere, wat U beloofd hebt in de doop, wilt U dat vanmorgen doen?”
De doop mag meer aandacht krijgen tijdens de zondagsschoolbijeenkomsten, vindt hij. „Er zijn veel afhakers en het komt steeds vaker voor dat in reformatorische kring overgedoopt wordt. Bied tegenwicht: besteed een les aan de doop.”
Verder adviseert ds. Droger: „Stem je vertelling af op de kinderen die voor je zitten. Houd rekening met de leeftijd. Houd rekening met kinderen met autisme of andere kenmerken. Dat kan een uitdaging zijn. Stem met de ouders af.”
De bekende prediker C.H. Spurgeon zei: „Ik preek alsof ik alle mensen kan bekeren, terwijl ik het niet kan.” Ds. Droger: „Hij ging ervoor. Als Spurgeon de kansel opging, bad hij: „Heere, ik vertrouw erop dat U mijn preek zegent.” Wat zou het mooi zijn als jij ook zó tot zegen mag zijn.”