„Jongeren vroeg leren omgaan met sociale media is hetzelfde als ze matigheid te leren door ze alcohol te geven”
De Tweede Kamer wil dat er een leeftijdsgrens komt voor sociale media die verslavende technieken gebruiken. Geen verbod, maar een norm – is dat niet te vrijblijvend?

Minimaal vijftien jaar zouden gebruikers van TikTok, Snapchat en Instagram kunnen zijn, staat als voorbeeld in het voorstel waar dinsdag een Kamermeerderheid voor stemde. De motie van D66, mede ingediend door de drie christelijke partijen, riep de regering ook op met andere landen regels op te stellen voor techbedrijven om de gezondheid van jongeren te beschermen.
Een leeftijdsgrens voor sociale media is een „heel goed idee”, vindt Barbera Bakker van Yona, een christelijk platform dat bewust en verantwoord mediagebruik wil bevorderen. „Sociale media hebben grote invloed op het welzijn van jongeren en beïnvloeden hun denken. Je overvraagt kinderen van 12 of 13 jaar als je verwacht dat ze op een verantwoorde manier gebruikmaken van TikTok of Instagram. Die platforms zijn erop gemaakt je zo lang mogelijk achter het scherm te houden.”
Met het idee dat jongeren van jongs af moeten leren omgaan met sociale media, maakt ze korte metten. „Moeten we 12-jarigen dan ook wekelijks een sigaretje of een beetje alcohol geven, zodat ze op hun achttiende matigheid hebben bereikt?”
Grenzen
Ook Justine Pardoen van Bureau Jeugd & Media, gespecialiseerd in mediaopvoeding en mediawijsheid, vindt het gezond om grenzen te stellen aan socialemediagebruik. Wel gaat een verbod voor bepaalde leeftijden, waar Australië momenteel aan werkt, haar te ver. „Een gezin moet zelf de vrijheid hebben om te bepalen hoe kinderen met sociale media omgaan.” Ze vergelijkt het met de landelijke afspraak scholen smartphonevrij te maken. Daarbij mogen scholen zelf kiezen of telefoons in de pauze wel zijn toegestaan of dat alleen in bepaalde leerjaren geen smartphone gebruikt wordt. „De winst is dat elke school over beleid nadenkt, afspraken moet maken en draagvlak creëren voor regels.”

Pardoen noemt de gesuggereerde 15 jaar „een uit de lucht gegrepen” leeftijd. „Waarom niet 13 of 17? Die 15 jaar is onvoldoende gemotiveerd.” Ze zou graag een richtlijn per platform zien. „Kinderen kun je het beste als eerste toelaten op platforms waar je als ouder ook bent, zoals YouTube en WhatsApp. Dan kun je ze beter begeleiden, omdat je de app kent en weet wat de risico’s zijn.”
Kijkwijzer
Pardoen pleit voor een systeem à la de Kijkwijzer, die aangeeft of films, televisieprogramma’s of computerspellen mogelijk schadelijk zijn voor kinderen. Op die manier zou je volgens haar ook een minimumleeftijd kunnen koppelen aan verschillende platforms. „Dat geeft ouders houvast en maakt hen bewust in wat ze wel of niet toestaan. Bovendien kun je er een gesprek over voeren.”
Of sociale druk er dan niet alsnog toe leidt dat het gros zo’n advies negeert? „Voor ouders is het een leerproces dat ze ook nee kunnen zeggen. Ze hoeven geen slachtoffer van sociale media te zijn”, reageert Pardoen. „Misschien ontdek je door tegen je kind duidelijk nee te zeggen dat je zelf ook te afhankelijk bent geworden van de smartphone.”
Tegelijk ligt er volgens haar ook een verantwoordelijkheid bij techbedrijven om algoritmes minder verslavend te maken. Dat de Kamer geen verbod voor bepaalde leeftijden wil, helpt daarbij, legt ze uit. „Waarom zouden bedrijven anders hun best doen om verslaving tegen te gaan als hun platform toch verboden is voor jongeren?”
Klatergoud

Wat Bakker van Yona betreft mag een leeftijdsgrens gerust verdergaan dan een vrijblijvende norm. Tegelijk is ze blij met een begrenzing vanuit de overheid. „Alle beetjes helpen. Als opvoeders zoeken we vaak redenen waarom onze kinderen tóch een smartphone nodig hebben. Maar als de overheid al zo’n norm stelt, zou je zeker als christen de handschoen moeten oppakken. Het gaat om het welzijn van onze jongeren en ten diepste ook om de manier waarop je omgaat met de tijd die je krijgt. Wil je je kinderen dan onderdompelen in het klatergoud op de socials of hun leren wat het betekent als christen door het leven te gaan? Dat laatste betekent tegen de stroom in zwemmen, omdat dat voor onze ziel het beste is.”
Het is volgens Bakker niet zo dat je brein op je vijftiende wel in staat is om een smartphone verantwoord te gebruiken. „Pas als je begin twintig bent, weet je beter waar je voor staat, ben je minder beïnvloedbaar, lukt het je beter te reflecteren, kun je tijdsbesteding begrenzen en kritisch keuzes maken in wat je volgt.”
Stel smartphonebezit zo lang mogelijk uit, adviseert ze ouders. En begin al helemaal niet aan apps als Snapchat en TikTok. „Daarbij glipt de tijd echt tussen je vingers door. Ik ken geen jongere die na tien minuten op TikTok uit zichzelf stopt. Als volwassene zou me dat niet eens lukken.” Het idee „bij ons thuis mag niks” kunnen ouders voorkomen door iets positiefs te stellen tegenover het ingedamde telefoongebruik, oppert Bakker. „Wees beschikbaar voor de kinderen, door bijvoorbeeld ’s avonds aan de koffietafel te kletsen zonder aanwezigheid van schermen. Ook als kinderen al vroeg mooie hobby’s in het echte leven leren, ontdekken ze hoe waardevol en leuk dat kan zijn. Investeer daarin. Ga samen de natuur in, neem een museumjaarkaart, bied boeken of leuk speelgoed.”