Kan dat wel in de krant, een afbeelding gemaakt met AI?
Een bezorgde lezer trok aan de bel. Ze stuurde een mail over een afbeelding in de krant, gemaakt met behulp van kunstmatige intelligentie (AI). Ze vroeg: Kan het RD, mag onze gezindte wel meegaan met deze on-Bijbelse uitvinding?

Laat het helder zijn: op de redactie delen we de zorgen van deze abonnee over kunstmatige of artificiële intelligentie. De ontwikkelingen zijn amper bij te benen, nieuwsberichten over AI volgen elkaar in hoog tempo op en regelmatig zijn er grote technologische doorbraken, waardoor AI steeds verder binnendringt in de levens van gewone mensen. En dat terwijl de doordenking over hoe we ons hiertoe hebben te verhouden –zeker in de gereformeerde gezindte– nog maar nauwelijks op gang lijkt te zijn gekomen.
Toegegeven, vooralsnog zijn het vooral AI-chatbots zoals ChatGPT die het grote publiek bereiken. Deze beantwoorden vragen, schrijven teksten, genereren beelden, en doen dat in steeds betere kwaliteit. Tegelijk, veel meer dan een handige digitale assistent, een soort opgevoerde zoekmachine, is zo’n chatbot nog niet. Maar de ontwikkelingen gaan wel zo snel dat binnen afzienbare tijd iedereen over een persoonlijke AI-assistent kan beschikken. Zo’n ‘AI-agent’ kun je alles vragen, weet zodoende veel van je en wordt daarmee misschien wel een intiemere gesprekspartner dan de mensen om je heen.
Ethisch
Daarom is bezinning over AI broodnodig. Dat is zoeken en tasten naar de juiste houding. In een recente opiniediscussie in het Reformatorisch Dagblad werd dat goed zichtbaar. De ene scribent vraagt zich bezorgd af of AI zich –meer nog dan de smartphone– zal ontwikkelen tot een levensbeheersende dictator, de ander pleit voor praktisch gebruik met de Bijbel als kompas.
De bezorgde vraag staat niet per se haaks op de pragmatische houding. AI is een invasieve technologie die meer nog dan de smartphone, of misschien wel mede dankzij de smartphone, een belangrijke, intieme rol gaat spelen in het leven van mensen. Zoals bij alle levensvragen, ook de praktische, dient de Bijbel inderdaad richtinggevend te zijn. Een levenshouding die dagelijks getoetst wordt aan Gods Woord bewaart dan ook voor een al te innige omarming van nieuwe technologie, zonder deze direct als on-Bijbels geheel te verwerpen.
Als krant volgen we de ontwikkelingen op het gebied van AI kritisch en nieuwsgierig. We schrijven erover en geven ruimte aan diverse meningen. We bezinnen ons intussen ook op de vraag of we AI-toepassingen kunnen gebruiken op de werkvloer, en zo ja, hoe we dat dan ethisch verantwoord kunnen doen.
Het zou onverstandig zijn alleen maar te schrijven óver de technologie, zonder zelf te ervaren hoe deze werkt
Maar hoe zit dat dan met zo’n illustratieve afbeelding bij een artikel, gemaakt met hulp van AI, waar de bezorgde abonnee over mailde? Op beperkte schaal experimenteren we inderdaad met AI. Dat is met reden. Het zou onverstandig zijn alleen maar te schrijven óver de technologie, zonder zelf te ervaren hoe deze werkt, en hoe mensen –ook abonnees dus– daarop reageren. Behoedzaam, gekaderd in heldere richtlijnen, proberen we hierin onze weg te vinden.
Dat is een zoektocht waarin we regelmatig zullen moeten bijsturen, en waarin we vooralsnog ervaren dat AI mogelijk nuttig gereedschap kan zijn, maar niet meer dan dat. Want van één ding zijn we heilig overtuigd: journalistiek is een menselijk ambacht, verhalen schrijven een creatief proces bij uitstek. Nooit zullen we dat overgeven aan chatbots of machines.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.