West voor en na de brand
Terschelling heeft alles wat een wandelaar wenst, behalve stadsgezichten. De ‘hoofdstad’ van het eiland is West-Terschelling – een dorp. Maar met stadse allures en een rijke historie.

Voor we aan bos, strand, wad en de 248 kilometer wandelpad die het eiland telt beginnen, moeten we eerst iets weten van de geschiedenis van het eiland. Een dorpswandeling door West-Terschelling –gewoon West– dus.
De route loopt niet van vroeger naar nu –zoals een tijdlijn– maar scharrelt door de tijd heen. Met als terugkerend refrein: de tijd vóór en de tijd ná de grote brand van 1666. Dan plundert en brandschat de Engelse furie nagenoeg heel West. De Westerkerk ontspringt de dans, maar verliest later toch zijn 17e-eeuwse jasje. Als de kleine Friese baksteentjes in 1950 in slechte staat blijken, wordt de kerk opgefrist met een rode bakstenen muur, die later wit wordt geschilderd. Weg is de 17e-eeuwse charme.

Ook de 55 meter hoge Brandaris, die ’s nachts zijn licht 30 mijl over de zee laat schijnen, is van voor de brand. In 1594, als de Terschellinger Willem Barentsz aan zijn eerste tocht om de noord begint, staat deze vuurtoren er al. Het is trouwens niet de oudste versie; in 1323 werd hij voor de eerste keer gebouwd, als markering naar de Zuiderzee.
Fraaie trap- en klokgevels verraden de Amsterdamse invloed
De Dellewalbaai, een natuurlijk gevormde haven aan de waddenzijde van het eiland, wordt wel de enige natuurlijke baai van Nederland genoemd. Het is een duin- en kweldergebied met een rijke natuur.
Schepen die vanuit de Zuiderzee op reis gaan naar verre landen, vertrekken vanaf de rede van West. Logisch dat in het dorp veel commandeurshuizen staan. De meeste zijn kort na de brand gebouwd door welgestelde scheepskapiteins in dienst van de VOC. Fraaie trap- en klokgeveltjes, siermetselwerk en stenen stoeppalen verraden de Amsterdamse invloed. Muurankers vermelden het jaar van de bouw, na 1666. In de Commandeurstraat zijn twee historische panden samengevoegd. Ze vormen het dak boven museum ’t Behouden Huys.
West is georiënteerd op de zee en de zeevaart. Schepen op de rede en de walvisvaart brengen goed geld in het laatje. Sinds 1875 heeft Terschelling een eigen zeevaartschool, met eerst 26 leerlingen. Nu staat er bij de jachthaven een Maritiem Instituut Willem Barentsz, met 26 opleidingen en zo’n 500 studenten.

We passeren het Oude Reddingboothuis, het Loodskantoor en de Oude Kazerne, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog gemobiliseerde soldaten verbleven. De sporen van WO II liggen buiten het dorp aan de zeezijde. En op de begraafplaats aan de Longway. Wij bezoeken echter de oude begraafplaats in het dorp. Op veel stenen staat een schip gebeiteld, opvallend veel (jonge) mensen verloren het leven op zee. Langs het pad staan de houten kruisen van onbekend gebleven zeelieden die aanspoelden op de stranden. De zee geeft, de zee neemt.
De wandeling door West is goed te combineren met een van de uitgezette routes door de duinen.