OpinieColumn

We reizen in de hoop thuis te komen

Sinds een jaar heb ik een kamer voor mezelf – wat een geluk! De deur achter je huishouden dichttrekken en de stilte in fietsen. Van stad naar platteland, van rommeltjes en klusjes naar een plek waar alles blijft zoals ik het achterlaat. Geen mensen, alleen boeken en gedachten. Koffiedrinken met de boom voor mijn raam.

11 February 2025 07:08Gewijzigd op 11 February 2025 11:03

Maar. Uiterlijke onrust kun je achterlaten, innerlijke niet. Ben ik in die prachtige, stille kamer, voel ik de onweerstaanbare drang om op reis te gaan. Dat is tragisch in een mensenleven: heb je je droom bereikt, blijkt je hart nog altijd onrustig. Ooit hoorde ik in een preek dat voor elk geluk dat je hier najaagt geldt: „…en ziet, het was Lea” (Genesis 29:25).

Soms vliegt de stilte mij aan. Dan verwijt ik mijn boom dat hij niks terugzegt. Dan móét ik de trein pakken, of de auto (het vliegtuig laat ik hier nadrukkelijk achterwege).

En Blaise Pascal fluistert: „Al het leed der mensen spruit hieruit voort, dat zij niet rustig in hun kamer kunnen blijven.”

Daarover mijmer ik, een reisgidsje over de Yorkshire Dales in mijn handen. Het vinden van een goed vakantieverblijf is in huize Stam altijd een puzzel. Allemaal verliefd op Engeland, dus dat ging snel. Maar verder moet het huis dicht bij een station zijn, en tóch in de natuur. Voldoende slaapkamers, maar a.u.b. niet allemaal twijfelaars. (Britten grossieren daarin.)

Nu het perfecte huisje geboekt lijkt, maakt Pascal van mij een twijfelaar. Stel dat het twee weken lang regent? Dat het snikheet is? Dat het er stikt van de muggen? Wat is het ergste wat er kan gebeuren, vraagt de pastoraal werker in mij aan mijn angstige zelf. Maar dat is het nu juist. Wat er in die veertien dagen van huis allemaal aan leed kan geschieden gaat mijn schrijversverbeelding te boven. Wat bezielt reizigers eigenlijk, wat zoeken we?

Om mijn vastlopende pensées te ontvluchten, neem ik doelloos de trein. We naderen Kampen alweer. In de trein zit een meisje, en op het perron staat een jongen. Zij vliegt eruit en hij vangt haar op. Terwijl ik denk: Rachel of Lea? zegt een luide stem door de coupé: Zo’n ontvangst willen we allemaal wel!

En dan weet ik het. We reizen omdat we thuis hopen te komen. Ergens, of bij iemand. En misschien zijn er juist veel omzwervingen (en veel leed) nodig om te ontdekken dat dat verlangen hier nooit blijvend wordt vervuld. Dat leer je niet in een kamer, Pascal.

Tevreden met deze conclusie stap ik mijn keukentje binnen. Om daar te ontdekken dat –o misère– mijn handtas in de trein is achtergebleven.

Pascal heeft gelijk. Maar ik heb een column.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer