OpinieOpinie

Steef Post: Achter scherp oordeel gaat compassie schuil

Met grote woorden moeten we voorzichtig zijn. Daarin heeft Jurjen ten Brinke gelijk. Maar een grens trekken is volstrekt Bijbels.

Steef Post
15 January 2025 21:44
„Sommige mensen zijn van zichzelf geneigd om meer dan twee mijlen met de ander te lopen, terwijl anderen sneller grenzen trekken. Zoals ik.” beeld iStock
„Sommige mensen zijn van zichzelf geneigd om meer dan twee mijlen met de ander te lopen, terwijl anderen sneller grenzen trekken. Zoals ik.” beeld iStock

Onlangs hield Jurjen ten Brinke een pleidooi voor nuance (RD 8-1). Kritische feedback kan waardevol kan zijn, maar het uitspreken van oordelen, zoals onder andere gebeurde in mijn column over de Alphacursus, is naar zijn smaak een brug te ver. In zijn artikel staat de uitspraak van de Heere Jezus uit de Bergrede centraal: „Oordeel niet.” Het oordeel is aan God en christenen kunnen beter zoeken naar wat hen bindt en zich richten op gezamenlijke doelen. Ten Brinke pleit voor een milde houding zonder dat theologische overtuigingen vervagen.

Leren

Het werken in de stad heeft hem milder en genadevoller gemaakt, zegt Ten Brinke. Dat is mooi. En misschien sluit deze milde houding aan bij het karakter van deze betrokken evangelist. Sommige mensen zijn van zichzelf geneigd om meer dan twee mijlen met de ander te lopen, terwijl anderen sneller grenzen trekken. Zoals ik. Als dit verschil tussen nuance en scherpte met het door God gegeven karakter samenhangt, dan is dat bedoeld om van elkaar te leren.

Wie we zijn, bepaalt hoe we de Bijbel lezen. Bepaalde teksten lichten op en over andere teksten lezen we heen. De tekst „Oordeel niet” uit de Bergrede is voor mij een vermaning die ik dagelijks tot me zou moeten nemen, omdat ik mezelf er te vaak op betrap dat ik negatieve gedachten heb over iemand die ik nauwelijks ken. Het artikel van Ten Brinke is een goed medicijn voor mij. Tegelijk triggert me iets.

Splinter

Het artikel van broeder Ten Brinke begint met de woorden: „In de Bergrede is Jezus in Zijn onderwijs kraakhelder.” Hij verwijst daarbij naar de tekst: „Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt” (Mattheüs 7:1-2). Maar wat hij kraakhelder noemt, is voor mij de belangrijkste weeffout in zijn verhaal. De tekst op zich is helder. Lees onbevangen verder en zie hoe Jezus doelt op het huichelachtige gedrag van broeders die over broeders oordelen. Het gaat over kritiek hebben op iemand die behept is met een zonde ter grootte van een splinter, terwijl je zelf bijna niet uit je ogen kunt kijken vanwege een balk. Het is een ziekte die bijna alle mensen aangeboren is, aldus Calvijn. En dit is niet de enige plek in de Bijbel waar deze waarschuwing tot ons komt, steeds in scherpe woorden, vaak in combinatie met het laatste oordeel. „Maar u, waarom oordeelt u uw broeder? Of ook u, waarom veracht u uw broeder? Wij zullen immers allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden” (Romeinen 14:10; zie ook Johannes 8:7; Jakobus 4:11-12). Helder tot zover.

De weeffout is dat Ten Brinke dit niet alleen betrekt op mensen, maar ook op de leer. Deze uitleg kan simpelweg niet waar zijn. In hetzelfde hoofdstuk uit de Bergrede waarschuwt Jezus voor valse profeten. Hij geeft zelfs criteria aan de hand waarvan men hen kan onderscheiden (vers 15-20).

Misschien heb ik een balk in mijn oog voor teksten die mildheid beogen, maar Ten Brinke heeft toch minstens een splinter in zijn oog voor de vele teksten die erop wijzen dat we alert moeten zijn voor een valse leer. De gemeente van Efeze wordt expliciet erom geprezen dat ze leraars die zich als apostel voordeden, hebben beproefd en ontmaskerd als leugenaars (Openbaring 2:2). Kolosse krijgt de waarschuwing: „Ziet toe, dat niemand u als een roof meevoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus” (Kolossenzen 2:8). Zie verder bijvoorbeeld Mattheüs 24:24; 2 Petrus 2:1; 2 Timotheüs 4:3-4 of 1 Johannes 4:1.

Ten Brinke veegt „het veelgebruikte argument ”we schrijven de persoon niet af, maar de theologie”” te snel van tafel. De Studiebijbel zegt bij vers 1 expliciet dat het hier gaat over mensen en niet over beoordelen in de zin van het onderscheiden van geesten (Filippenzen 1:10). Ten Brinke stelt terecht dat achter theologische inzichten en instituten personen schuilgaan, maar vergeet dat achter het scherp aan de orde stellen van een onware leer compassie kan zitten voor mensen die door deze leer worden verleid.

Verbazing

Met grote woorden moeten we voorzichtig zijn. Ook Ten Brinke ziet in dat er een grens is en verwijst daarbij naar 1 Johannes 4:2-3, waar de lijn getrokken wordt bij het al of niet belijden dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Dit is een belangrijke grens die laat zien waar de leugen begint. Het is niet de enige. Ook profeten die „vrede, vrede, geen gevaar” roepen, worden verleiders genoemd (Jeremia 8:11; Ezechiël 13:10).

Maar hoe het ook zij, op dit punt moet ik bekennen dat ik mijn hele leven al aan het oefenen ben om de grens tussen waarheid en leugen niet te nauw te trekken. Wanneer wij straks deel uitmaken van die ontelbare menigte mensen die de Heere Jezus met de wolken zal zien wederkomen –„Het is de Heere, we hebben Hem verwacht”– zullen we om ons heen kijken en met blijdschap, verwondering en verbazing ontdekken met wie wij ons gaan verheugen en verblijden.

De auteur is mediator, coach, trainer en doet onderzoek naar conflicten in de christelijke gemeente.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer