BinnenlandBijen houden

Imker moet bijenvolk per 2025 registreren: „Een papieren tijger”

Waar honden, katten en landbouwdieren al jaren geregistreerd worden, bestond er altijd een uitzondering voor bijen en hommels. Maar per 1 januari moeten imkers –ook de hobbymatige– hun bijenvolken aanmelden.

8 January 2025 15:55
Een imker in de weer bij een bijenkast. Kees Verrips, eigenaar van 25 volken, is niet enthousiast over de nieuwe registratieplicht. beeld ANP, Sander Koning
Een imker in de weer bij een bijenkast. Kees Verrips, eigenaar van 25 volken, is niet enthousiast over de nieuwe registratieplicht. beeld ANP, Sander Koning

„Niet enthousiast” is imker Kees Verrips over de registratieplicht. Volgens de eigenaar van zo’n 25 bijenvolken ontbreekt een heldere motivatie. „Het argument luidt dat dankzij registratie besmettelijke ziektes beter bestreden kunnen worden. Maar die ziektes komen helemaal niet vaak voor. Dus ik zie de maatregel als schieten met een kanon op een mug.”

In Nederland zijn er al jaren drie bijenziekten waarvan imkers aangifte moeten doen. Dit gaat om Amerikaans vuilbroed, de kleine bijenkastkever en de Tropilaelapsmijt. De laatste twee zijn parasieten die (nog) niet in Nederland voorkomen. Door klimaatverandering rukt de kever –die al wel in Italië is gesignaleerd– op naar het noorden, bleek in 2019 uit wetenschappelijk onderzoek.

Van Amerikaans vuilbroed waren er tussen 1990 en 2019 73 uitbraken in Nederland. De laatste jaren zijn dat er steeds minder. Bij deze uiterst besmettelijke bijenziekte worden bijenlarven aangetast door een bacterie. Als Amerikaans vuilbroed toeslaat, moet een bijenvolk worden geruimd en ook eventuele andere kasten op locatie. Ook komt er een vervoersverbod in een straal van 3 kilometer om de brandhaard. Met de registratie van de volken zouden zulke besmettelijke ziekten beter kunnen worden bestreden, zo is de gedachte van de maatregel.

Dat klinkt mooi, maar de werkelijkheid is weerbarstig, zegt Verrips van imkerij De Werkbij uit Veenendaal. De registratie van de standplaats heeft als peildatum 1 februari. „Dat is op zich het beste moment, want in de winterperiode zijn de meeste imkers niet aan het werk met hun volk. Maar een eventuele uitbraak vindt vaak plaats in de zomer, als volken op heel andere plekken staan om bijvoorbeeld fruitbomen te bestuiven. Verhuizing van volken hoef je niet door te geven, dus mij ontgaat de toegevoegde waarde van de registratie. Zo is het een papieren tijger.”

Een honingbij. beeld ANP, Sander Koning

Formuliertje invullen

Imker Marten Schoonman, eigenaar van drie volken, ziet de tekortkomingen van de registratieplicht, maar heeft begrip voor de nieuwe maatregel. De oprichter van Beep, een stichting voor de monitoring van bijenvolken: „Ik zie het zo: honden en katten moeten worden geregistreerd. Nu bijen ook. Het is een kwestie van een formuliertje invullen. Maar dat is niet moeilijk. En: imkers houden nu bijvoorbeeld ook al bij welke geregistreerde medicijnen ze gebruiken.”

Voor de gemiddelde hobbyimker ziet Schoonman geen duidelijke voordelen. „Het enige wat ik kan verzinnen is inderdaad dat er een betere aanpak volgt bij een uitbraak van een besmettelijke ziekte, zoals Amerikaans vuilbroed. Het ministerie kan imkers dan makkelijker bereiken. Nu wordt men ook gecontacteerd, maar loopt dat via imkerverenigingen. Daar is alleen niet iedereen lid van.”

„Honingbijen zijn nuttige beestjes, maar vaak wordt vergeten dat ze de natuur uit balans kunnen brengen” - Prof. dr. Koos Biesmeijer, ecoloog

Dat er wat weerstand is bij imkers kan Schoonman wel begrijpen. „Als er wat verandert komen er altijd vragen. Ik verwacht dat het even duurt voordat de registratie goed op gang komt.”

Betere balans

Als onderzoeker ziet prof. dr. Koos Biesmeijer weinig waarde in het verzamelen van de te registreren data. „Je kunt hiermee alleen het aantal volken bijhouden, maar dat konden we nu al vrij nauwkeurig schatten”, zegt de ecoloog en wetenschappelijk directeur bij Naturalis die al ruim 25 jaar onderzoek doet naar (honing)bijen.

Wat volgens hem wél interessant zou zijn om te registeren, is waar de volken in het bloeiseizoen vliegen. Biesmeijer: „Met die data kunnen we aan de slag om een betere balans te krijgen tussen honingbijen en de natuur. Honingbijen zijn fantastische, nuttige beestjes. Ze bestuiven veel gewassen. Maar vaak wordt vergeten dat ze de natuur ook uit balans kunnen brengen. Ze concurreren namelijk om de beschikbare nectar met wilde bijen, zweefvliegen en andere bestuivers. Van nature komen er één à twee honingbijen per vierkante kilometer voor. In sommige steden loopt dat nu op tot tientallen of enkele honderden exemplaren per vierkante kilometer. Dat beïnvloedt de hoeveelheid zeldzame insecten, ook van soorten die op de Rode Lijst staan.”

Data over de vliegbewegingen van honingbijen zou zelfs in het voordeel kunnen zijn van Nederlandse imkers, vertelt de hoogleraar. „Als imkers weten waar honingbijen actief zijn, kunnen ze beslissen hun volken elders in te zetten waar meer stuifmeel en nectar beschikbaar is. Ook kun je beter grip krijgen op uitwassen. Zo zien we nu dat buitenlandse imkers in het najaar hun volken massaal naar de Biesbosch brengen om te profiteren van het bloeien van de reuzenbalsemien.”

Meer over
Biodiversiteit

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer