Meer studenten krijgen stagevergoeding
Het aandeel studenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs dat een stagevergoeding krijgt, is tussen 2015 en 2022 gestegen van 56 naar 65 procent. Het bedrag dat ze krijgen, laat wel te wensen over.
![Een stagiair met zijn werkgeefster in de tuinbouw. Steeds meer instellingen keren een stagevergoeding uit. beeld Bureau Bretagne](https://images.rd.nl/fill/crop:2500:1563:sm/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F203079_e1e61701cc.jpeg)
Dat laatste komt doordat de gemiddelde vergoedingen niet volledig zijn meegegroeid met de inflatie. Relatief zijn ze dus gedaald, stelt het Centraal Planbureau (CPB) na onderzoek waarvan de resultaten deze dinsdag zijn gepresenteerd. Of je tijdens je stage wordt betaald, hangt ook af van de studierichting die wordt gevolgd. Studenten die stage lopen in de bouw-, techniek- of transportsector ontvangen het vaakst een vergoeding.
De studie van het CPB, die werd uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, brengt gedetailleerd in kaart welke studenten tijdens de studie een stagevergoeding hebben gekregen. Daarbij is gekeken naar mogelijke verschillen in onderwijsniveau, opleidingsrichting en persoonlijke achtergrondkenmerken. „De studie is niet uitgevoerd vanwege signalen over ontevredenheid, maar omdat het ministerie wilde weten hoe de vergoedingen zich ontwikkelen”, zegt onderzoeker Paul Verstraten. „We hebben er administratieve gegevens van de Belastingdienst voor gebruikt. Voordeel daarvan is dat je alle studenten in beeld hebt en niet alleen degenen die willen reageren. Nadeel is dat je niet peilt welke gevoelens er leven rond de vergoeding die ze ontvangen.”
Uit het onderzoek blijkt dat het aandeel studenten in het mbo en hbo dat een stagevergoeding ontvangt, toeneemt met het onderwijsniveau. Zo kreeg in het afstudeerjaar 2022-2023 22 procent van de studenten op een mbo-entreeopleiding een stagevergoeding; voor mbo 4-opleidingen bedroeg dat percentage 66 procent en voor hbo-bacheloropleidingen 76 procent.
Daarnaast zijn er ook grote verschillen tussen opleidingsrichtingen. In mbo 4 ontvangt 94 procent van de studenten binnen de richting bouw en infra een stagevergoeding, terwijl dat binnen de richting uiterlijke verzorging niet meer dan 26 procent is. In het hoger beroepsonderwijs zijn de grootste verschillen te zien tussen enerzijds de richting techniek, industrie en bouwkunde (89 procent krijgt geld tijdens een stage) en anderzijds de richting taalwetenschappen (34 procent).
Krapte
De verschillen zijn wellicht te verklaren vanuit krapte op de arbeidsmarkt, zegt Verstraten. „Hier en daar is het echt lastig om gecertificeerd personeel te vinden. Werkgevers proberen jongeren dan aan zich te binden, zodat er na een stageperiode een arbeidscontract kan worden afgesloten. Daarnaast verschilt wellicht de financiële ruimte die een sector heeft om vergoedingen toe te kennen.”
„Werkgevers proberen jongeren dan aan zich te binden” - Paul Verstraten, onderzoeker CPB
De stagevergoeding per maand over de onderzochte periode is weliswaar gestegen, maar gemiddeld onvoldoende om de hoge inflatie van de laatste jaren te compenseren. De hoogte van de vergoedingen loopt ook sterk uiteen. In het studiejaar 2022-2023 ontvingen studenten van een mbo-entreeopleiding gemiddeld 110 euro per maand, tegenover gemiddeld 359 euro per maand voor universitaire masterstudenten. Dit verschil is overigens gedeeltelijk te verklaren doordat mbo-studenten gemiddeld minder uren stage lopen.
Ook binnen opleidingsrichtingen lopen de bedragen uiteen. Neem mbo 3. Daar krijgen studenten in de zorgsector gemiddeld 178 euro per maand aan stagevergoeding toegeschoven, terwijl studenten met hetzelfde onderwijsniveau in de bouw 337 euro krijgen.
Inkomen
Met het oog op deze verschillen probeert het CPB een beeld te krijgen van de achtergrond van studenten, maar dat blijkt niet zo eenvoudig. Wel is duidelijk dat het huishoudinkomen van de ouders samenhangt met het al dan niet ontvangen van een stagevergoeding. Studenten van ouders met een relatief hoger huishoudinkomen ontvangen vaker een vergoeding tijdens hun studie. Dat is gedeeltelijk verklaarbaar vanuit de opleidingskeuze: studenten uit rijkere gezinnen blijken vaker opleidingen te kiezen waarbij tijdens de stage een vergoeding wordt uitbetaald.
Het planbureau wilde ook weten of er een verband is tussen de leeftijd van studenten of het al dan niet hebben van een migratieachtergrond, en het ontvangen van een stagevergoeding. Die relatie is echter „beperkter en niet eenduidig”.