Onderzoek: veranderend stemgedrag kerkganger voor CDA groter probleem dan ontkerkelijking
Ja, ontkerkelijking en secularisatie hebben het CDA veel zetels gekost. Toch laat nieuw onderzoek zien dat het veranderend stemgedrag van mensen die nog wel naar de kerk gaan een veel groter probleem is voor de partij.
Dat schrijven onderzoekers Tom van der Meer en Marcel Hanegraaff in het winternummer van het blad Christendemocratische Verkenningen, het wetenschappelijk tijdschrift van het CDA, dat zaterdag verscheen. Beide politicologen beamen dat het aantal kerkgangers sinds de jaren 70 sterk is afgenomen. Maar, tonen ze aan, de daling in loyaliteit onder de overgebleven religieuze (kerkgaande en niet-kerkgaande) kiezers is een veel grotere electorale vijand van het ooit zo machtige CDA.
Al in 2011 analyseerde politicoloog Kees van Kersbergen het verval van het CDA. Kersbergen identificeerde twee problemen: het dalende aantal gelovigen en de afnemende bereidheid van religieuze kiezers om CDA te stemmen.
Op dat laatste probleem gaan Van der Meer en Hanegraaff dieper in. Voor hun onderzoek gebruikten ze de resultaten van het Nationaal Kiezersonderzoek over de periode 1971-2023. Door middel van simulaties berekenden beide wetenschappers de gevolgen van de ontzuiling van stemgedrag en die van de ontkerkelijking afzonderlijk.
Kerkgaande protestanten
De resultaten zijn opvallend. Zo blijkt dat als de overgebleven religieuze kiezers in 2023 in dezelfde mate op het CDA hadden gestemd als in 1986, de partij dertien extra zetels zou hebben behaald. Dat terwijl alleen ontkerkelijking vanaf dat jaar de partij slechts drie zetels kostte.
Op basis van het verkiezingsjaar 2006 komt eenzelfde beeld naar voren. Als de religieuze stemmers in 2023 in dezelfde mate op het CDA hadden gestemd als in 2006, dan had de partij in totaal op negentien zetels kunnen uitkomen. Van de religieuze kiezers lieten vooral de kerkgaande protestanten en de niet-kerkgaande katholieken het afweten, blijkt uit een nadere opsplitsing.
Hanegraaff en Van der Meer schrijven dat CDA-stemmers van 2010 tot 2021 vooral uitwaaierden richting VVD en de PVV en tussen 2021 en in 2023 vooral richting NSC. Allemaal partijen met een niet-christelijk profiel. Niet verrassend, stellen de auteurs, omdat het CDA zich vanaf 2010 tot vrij recent zich vooral profileerde langs seculiere thema’s, zoals economie en veiligheid. Vooral Wopke Hoekstra koos daarvoor in zijn tijd als lijsttrekker, in de hoop met dergelijke klassieke VVD-thema’s de aan de VVD verloren kiezers terug te winnen. Geen succes, concluderen de auteurs over die tactiek. „Door zelf te benadrukken dat de verkiezingen draaiden om economie en veiligheid, maakte het CDA het makkelijker voor christendemocratische kiezers om over te stappen naar seculiere partijen met een sterker profiel op die thema’s.”
„Als het een partij lukt het eigen thema tot een centrale inzet van de verkiezingen te maken, is die partij spekkoper” - Marcel Hanegraaff en Tom van der Meer
Kopiëren
Om christelijke kiezers terug te winnen moet het CDA volgens de politicologen zijn eigen thema’s herwaarderen en in een modern jasje steken. Het nadoen en kopiëren van electoraal succesvolle partijen is een heilloze weg. De ingezette koers onder de in 2023 aangetreden CDA-leider Henri Bontenbal, met een hernieuwde focus op normen en waarden, achten de onderzoekers in die zin verstandig, omdat het CDA nog steeds geassocieerd wordt met dat thema.
Hanegraaff en Van der Meer: „Als het een partij lukt het eigen thema tot een centrale inzet van de verkiezingen te maken, is die partij spekkoper. Het CDA was traditioneel eigenaar van het thema normen en waarden. Het is een onderwerp dat onder leiders als Van Agt, Heerma sr. en vooral Balkenende veel aandacht kreeg.”