Agenten uit reformatorische kring bezorgd over „crimineel” gebruik vuurwerk door jongeren uit Biblebelt
Met de jaarwisseling in het verschiet houden ze hun hart vast. Nogal wat jongeren op de Biblebelt zijn „crimineel” in de weer met vuurwerk. Dat zeggen Ben de Raaf en Frank Zuidijk, politiemannen uit reformatorische kring.
„Best beangstigend” was een ervaring van brigadier Frank Zuidijk (27) tijdens een jaarwisseling in Yerseke een paar jaar geleden. Met een collega stond hij in een groep jongeren in het Zeeuwse vissersdorp. Er werd zwaar, illegaal vuurwerk gegooid. „Ineens ontplofte een stuk zwaar vuurwerk, vermoedelijk een cobra, tussen mijn benen. Als ik geen brandwerende broek had gedragen, had ik in brand kunnen staan. Ik weet nog steeds niet of het ging om een gerichte actie tegen de politie. Het gekke was dat de sfeer best goed was.”
„Ineens ontplofte in Yerseke zwaar vuurwerk tussen mijn benen; ik had in brand kunnen staan” - Frank Zuidijk, politieman
In een wegrestaurant in Ridderkerk gaat de Zeeuwse politieman in gesprek met Ben de Raaf (63), werkzaam bij de Rotterdamse politie. De twee agenten behoren tot de reformatorische kring. Beiden maken ze zich zorgen over wangedrag van sommige christelijke jongeren in met name dorpen in de Biblebelt, onder meer tijdens de jaarwisseling.
De Raaf: „In Nieuw-Beijerland en ’s-Gravendeel, in de Hoeksche Waard, bestookten kerkelijke jongeren afgelopen jaarwisseling politiemensen met zwaar vuurwerk. De Rotterdamse politie (die ook de Hoeksche Waard als werkterrein heeft, JV) zat met de handen in het haar. Vanwaar dit schokkende geweld? Mijn seculiere collega’s vroegen: „Jullie zijn toch van die zware gelovigen?” Ik antwoord dan dat we allemaal van dezelfde lap gescheurd zijn, maar voel tegelijkertijd plaatsvervangende schaamte.”
Zuidijk: „Jongeren in Biblebeltdorpen die zich tijdens de jaarwisseling misdragen, zijn de rest van het jaar over het algemeen harde werkers. Het probleem is dat ze het kennelijk een verworven recht vinden om tijdens oudjaar andermans spullen kapot te maken. Aan die zogenaamde traditie zouden we dan niet mogen komen.”
„Jongeren vinden het kennelijk een verworven recht andermans spullen te vernielen” - Frank Zuidijk, politieman
De Raaf, die zo’n veertig jaar politieman is en volgend jaar afzwaait: „Enkele tientallen jaren geleden waren oudjaarsnachten onschuldiger en gemoedelijker dan nu. Als politieman vond ik een dienst tijdens de jaarwisseling leuk. Het zijn de krenten in de pap. Je rent vanaf middernacht urenlang van hot naar her. Je slaat brandweerlieden op hun schouders: „De beste wensen!” Ik werd op straat destijds wel eens bekogeld met vuurwerk, maar dat was dan hooguit een strijker. In het ergste geval gaf je een raddraaier een aframmeling. Ik zeg er wel bij dat na een uur of vijf in de ochtend, als uitgaansclubs leegstroomden, vaak de echte ellende begon. Dan praat ik over steek- en schietincidenten. Tegenwoordig vinden politiemensen een dienst ook in de eerste paar uur van het nieuwe jaar niet meer zo leuk. Ze krijgen cobra’s, dat zijn explosieven, naar zich toegegooid en vragen zich af: draag ik wel genoeg gehoorbescherming en ben ik wel veilig?”
Zuidijk: „In Arnemuiden werd de mobiele eenheid een paar jaar geleden belaagd met zwaar vuurwerk. Sommige politiecollega’s kampen nog steeds met gehoorproblemen.”
Oliebollen
De Raaf en Zuidijk roepen ouders in reformatorische kring op hun kinderen in de gaten te houden én hen een gezellige thuisbasis te bieden.
„Is het nou heel oubollig om op oudejaarsavond uit de Bijbel te lezen en te bidden?” - Ben de Raaf, politieman
De Raaf, vader van vier zoons: „Is het nou heel oubollig om op oudejaarsavond om kwart voor twaalf een stukje uit de Bijbel te lezen en te bidden? Is dat iets dat nauwelijks meer voorkomt? Ik zou dat bijzonder vinden, als je bedenkt dat de wereldklok op vijf voor twaalf staat. De dominee doet in zijn laatste preek van het jaar nog een appel op zijn hoorders en vervolgens staan diezelfde hoorders na middernacht illegaal vuurwerk af te steken. Ik vind dat heel ingewikkeld. Ik zou zeggen: Laten pa en ma hun huis openstellen. Gooi de bitterballen en oliebollen in het vet en laat jongeren binnenkomen.”
Zuidijk, vader van een zoontje van 1 jaar: „Voor ouders van pubers kan het moeilijk zijn om hun kinderen thuis te houden. Ik ben opgegroeid met drie oudere broers en mocht voor mijn gevoel minder dan mijn vrienden. Met oudjaar moest en zou ik om twaalf uur de straat op. Ik was niet te houden en stak vuurwerk af. Ik mocht van mijn ouders bijvoorbeeld 10 euro uit mijn spaarpot pakken en besteden aan vuurwerk. Eenzelfde bedrag moest ik dan ook overmaken naar een goed doel, zoals Woord en Daad.”
De Raaf: „Ik heb als jongen de laatste dagen van het jaar astronauten gegooid op plekken waar dat niet mocht.”
Zuidijk: „Een beetje kattenkwaad kan geen kwaad. Als een kind op 30 december een rotje afsteekt op een plek waar nauwelijks iemand daar last van heeft, dan maak ik daar geen probleem van. Maar iets heel anders is het als een jongere een Cobra 6 naar een agent of hulpverlener gooit. Dat is geen baldadigheid, maar crimineel gedrag. Jongeren zouden moeten beseffen dat achter uniformen van hulpverleners mensen van vlees en bloed schuilgaan. Ze willen aan het eind van hun dienst ook graag terug naar hun familie.”
„Ik ben soms verbijsterd over de houding van ouders uit reformatorische kring” - Ben de Raaf, politieman
De Raaf: „Het gooien van een Cobra 6 naar iemand is in juridische zin poging tot doodslag. En dan zijn sommige ouders ook nog verbaasd dat hun zoon langere tijd in voorarrest blijft zitten. Ik ben soms verbijsterd over de houding van ouders uit reformatorische kring. Ooit hoorde ik van een Veluwse politiecollega die na een dienst op een kerkelijke feestdag opliep met een in het zwart geklede vader en diens zoon. Die jongeman reed later die dag onder invloed pa’s auto tegen een boom. De politie greep de knul in zijn nekvel en de jongeman belandde in een cel. De politie vertelde de vader dat zijn zoon z’n auto in de prak had gereden. Pa kwam in zijn zwarte pak naar het politiebureau en mocht even met zijn zoon spreken. De collega’s verwachtten dat die knul onder uit de zak zou krijgen. Maar nee hoor, pa zei: „Wat ben jij nou voor een hufter om je door de politie te laten pakken?””
Zuidijk: „Ik onderscheid drie groepen ouders. De eerste groep vergoelijkt misdragingen van hun kinderen. In de trant van: „Ach, we zijn allemaal jong geweest, het loopt wel los die ene dag van het jaar.” De tweede groep ouders gaat in gesprek met hun kinderen en wil weten waar ze uithangen. De derde groep heeft geen idee wat hun kinderen uithalen. Die ouders zeggen: „Mijn kinderen misdragen zich niet.””
De Raaf: „Politiecollega’s in Rotterdam denken nog wel eens: als de dominee nou maar stevig waarschuwt, misdragen die jongeren zich niet langer. Dan zeg ik: „We hopen dat Gods Woord beslag legt, maar de praktijk is anders. Jongeren laten zich vaak niet gezeggen door een predikant.””
Zuidijk: „Op verzoek van een predikant heeft de politie elders in Nederland een filmpje gemaakt over de gevaren van vuurwerk. Wat doet dat geknal met oude mensen, hulpverleners en dieren? Die dominee liet dat filmpje zien op catechisatie. Dat was een zeer nuttige actie.”
De Raaf, die tal van jeugdboeken schreef: „Zo’n filmpje is inderdaad een goed middel om jongeren te bereiken. Kranten lezen ze niet. Veel kerkenraden weten zich geen raad met jongeren die zich misdragen. Ambtsdragers beperken zich vaak noodgedwongen tot ziekenbezoeken en het geven van catechisaties.”
Zuidijk: „Ik wil wel zeggen dat je met veel jonge reformatorische gasten heel goed kunt praten. In veel Zeeuwse dorpen is het traditie om tijdens oudjaar met brommers zonder uitlaat rond te crossen. Als politie knijpen we dan een oogje dicht, zolang het daar bij blijft. Vorig jaar, de zaterdag voor oudejaarsdag, maakten jongeren in Arnemuiden met hun brommers ook veel herrie. Iemand wees me erop dat er in een kerk een rouwdienst aan de gang was en dat de rouwstoet naar de begraafplaats zou lopen. Met een collega liep ik naar jongeren met luidruchtige brommers. Ik hoefde mijn verhaal amper af te maken. Meteen zetten ze hun brommers uit en besloten ze om op dat moment ook geen vuurwerk af te steken.”
De Raaf: „Er zijn helaas ook andere verhalen. Ik hoorde dat in een Zeeuws dorp een predikant op oudejaarsavond in de kerk bad voor een man die op sterven lag. Diezelfde avond veroorzaakten jongeren uit die kerk op een kruising in dat dorp vlak bij het sterfhuis toch vreselijke knallen.”
Niet nuchter
Vaak misdragen reformatorische jongeren zich na overvloedig drank- en drugsgebruik, stellen de politiemannen vast.
Zuidijk, verbonden aan de gereformeerde gemeente (zo’n 2000 leden) in het Zeeuwse ’s Gravenpolder (dat valt onder de gemeente Borsele): „Ik werk momenteel in Middelburg. In het uitgaansleven kom ik ook reformatorische jongeren tegen. Die zijn dan vaak niet meer nuchter. Ook kerkelijke jongeren gebruiken drugs. Die zijn erg makkelijk te verkrijgen. Een pilletje hier, een snuifje daar. Vaak is sprake van groepsdruk. Vorig jaar hield ik in onze kerkelijke gemeente een presentatie over drank- en drugsgebruik. Onlangs benaderde de gemeente Borsele diverse reformatorische kerkelijke gemeenten over middelengebruik door jongeren in onze regio. Artsen maken zich daarover grote zorgen.”
De Raaf, verbonden aan de gereformeerde gemeente van Rotterdam-Alexanderpolder (ongeveer 380 leden): „Ik schrik ervan dat deze problematiek ook in reformatorische kerken in Zeeland speelt.”
Zeepkist
Vaker dan nu zouden reformatorische kerken contacten moeten aanknopen met wijkagenten en andersom. Daar zijn beide politiemannen van overtuigd. Ben de Raaf is binnen de politie-eenheid Rotterdam lid van een 150 mensen tellend christennetwerk. Het kan nuttig zijn om bijvoorbeeld christelijke dienders in te zetten bij demonstraties waar christenen op afkomen, betoogt De Raaf. „Ten tijde van het Eurovisiesongfestival in 2021 in Rotterdam voelden christenen passie om te gaan evangeliseren op plekken die daarvoor niet waren toegestaan. Ze stonden op een zeepkist en schroomden niet om festivalbezoekers toe te roepen dat ze rechtstreeks naar de hel gingen. De politie vond dat verstoring van de openbare orde. Twee christelijke agenten gingen daar toen surveilleren. Een van hen ging in gesprek met een knul en hield hem voor dat Daniël in gebed ging in plaats van te schreeuwen. Doordat de agent de taal van de evangeliserende betoger begreep, ontstond er contact tussen die twee. Gevolg was dat de christelijke demonstrant zijn boeltje pakte en vertrok van de verboden plek.”
Zuidijk, binnen de politie-eenheid Zeeland West-Brabant regionaal coördinator van het Landelijk Kennisnetwerk Bijbelgordel: „Wij lichten beginnende agenten voor over de gewoonten in reformatorische kring. We geven hen bijvoorbeeld mee dat je met één grove vloek het contact met een reformatorisch gezin totaal kwijt kan zijn. En als er huwelijksproblemen spelen, moet een agent tegen een reformatorisch stel niet te snel zeggen: „Dan gaan jullie toch uit elkaar?”
Het mooiste is als kerkelijke gemeenten en wijkagenten contacten leggen, juist ook in rustige tijden. Dan kun je bij crises snel een beroep op elkaar doen. Overigens werkt het best goed om Zeeuwse jongeren in dialect aan te spreken. Als ik in Arnemuiden een jongen op een scooter zonder helm zie rijden en hem in plat Zeeuws vermaan, heb ik meteen de aandacht.”