Meer produceren, niet harder werken
Nederland en Europa zien zich geplaatst voor de uitdaging om de productie per gewerkt uur te vergroten. Anders raken we economisch verder achterop bij bijvoorbeeld de Verenigde Staten.
Wees gerust, het betekent niet harder werken, een zwaardere fysieke belasting. Een stijging van de toegevoegde waarde van onze arbeid, van wat ieders inzet bijdraagt aan de welvaart, zal vooral gerealiseerd moeten worden door slimmer en efficiënter te werken. Daarvoor heb je vernuftige, technologisch hoogwaardige machines nodig, meer automatisering en digitalisering, robots en kunstmatige intelligentie (AI).
Na het herstel van de coronacrisis blijft de economische groei aan de magere kant. In Nederland boekten we vorig jaar een piepklein plusje van 0,1 procent. Dit jaar zal het iets meer zijn, maar een flinke versnelling ligt niet in het verschiet. Waarom zou je ook altijd moeten groeien?, hoor je dan vaak. Een terechte vraag, maar in ieder geval betekent stilstand of krimp dat er, bij een toenemend aantal inwoners, per hoofd minder valt te verdelen.
Het nationaal inkomen, de omvang van de economie, kunnen we uitbreiden langs twee wegen: door meer mensen in te schakelen en door de productiviteit van die mensen te verhogen. Op het eerste punt is niet veel winst te behalen. Immers, het aanbod van personeel schiet tekort. Er zijn weinig werklozen, de bevolking vergrijst, ouderen blijven al langer actief, de meeste vrouwen hebben inmiddels een baan en de arbeidsmigratie willen we liever beperken. Rest misschien deeltijdwerkers proberen te verleiden om wat extra uren te draaien.
De arbeidsmarkt is krap, dat dwingt om de aandacht –met het oog op blijvende groei– te richten op de tweede pijler: stijging van de productiviteit. Ook dat is lastig. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) leren dat tussen 1974 en 2013 de jaarlijkse toename gemiddeld 1,5 procent bedroeg. Vanaf 2014 was dat slechts 0,4 procent. In 2023 trad zelfs een daling op van 1,3 procent. Uitvindingen en vernieuwingen in arbeidsprocessen lijken de laatste decennia minder effect te sorteren dan in de vorige eeuw.
Hoe kan die trend gekeerd worden? Tien jaar geleden waarschuwde toenmalig minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) dat robotisering kan leiden tot oplopende werkloosheid, vooral onder laaggeschoolden. Robots pikken de banen in, was de gedachte. Die vrees is voorbij. Het wordt er weliswaar niet gezelliger op, maar waar mogelijk zullen toch echt machines de man en vrouw van vlees en bloed verdringen. Verder zijn natuurlijk extra uitgaven voor kennis en innovatie gewenst. Het afstoten (faillissementen) van minder productieve activiteiten en bedrijven helpt eveneens.
Maar het valt allemaal niet te regelen door even aan een knop te draaien. Productiviteit verhogen is een zaak van lange adem. Nu investeren, op termijn oogsten. Dat maakt die keuze voor politici soms onaantrekkelijk. Zij gaan omwille van electoraal gewin liever voor iets als koopkrachtverbetering op korte termijn.
De auteur is oud-redacteur economie van het RD.