Parachute geen trouwjurk, maar lijkkleed
Slechts monumenten, musea en gerestaureerde tanks herinneren in het vredige landschap van de Ardennen aan het laatste wanhoopsoffensief van de nazi’s. Het ging de geschiedenis in als Battle of the Bulge, bij ons beter bekend als het Ardennenoffensief.
In de vroege ochtend van 16 december 1944 barst het geweld los. Meer dan 2000 Duitse kanonnen beschieten de linies van de Amerikanen en vallen het matig bezette westfront aan met dertig divisies. Door de mist kunnen de geallieerden geen gebruik maken van hun vliegtuigen, en de drie aanvalsgolven van de Duitsers weten in eerste instantie met wisselend succes Amerikaanse linies te doorbreken. Door onder meer de smalle en modderige wegen, felle tegenstand van de verdedigers en gebrek aan brandstof verloopt de opmars echter steeds trager en komt die uiteindelijk tot stilstand.
Schuren
Over de slag om de Ardennen zijn tal van boeken en artikelen geschreven. Rapporten en verhalen die elkaar tegenspreken of op z’n minst in detail met elkaar schuren. Over het doel van Unternehmen Wacht am Rhein (de Duitse codenaam voor het offensief) bijvoorbeeld. Of de omsingeling van Bastogne (Bastenaken), de heldenmythes of juist het tegenovergestelde. Feiten en fictie buitelen over elkaar heen.
Een van de deskundigen die grondig onderzoek hebben gedaan naar de gevechtshandelingen van zowel de geallieerden als de Duitsers rond het Ardennenoffensief is oorlogshistoricus majoor (b.d.) Johnny Bona, oud-commandant van de bekende Bastogne Barracks. Deze kazerne was in december 1944 hoofdkwartier van de Amerikaanse bevelvoerend commandant, generaal Anthony McAuliffe. Bona is bovendien een van de eigenaren van het boeiende oorlogsmuseum Le Mess in Bastogne.
Strategie
Het plan uit de koker van de Führer, hoewel tot mislukken gedoemd, was in diens optiek nog helemaal niet zo onlogisch, vindt Bona. „Wacht am Rhein had een militair en een strategisch oogmerk. Het militaire doel was de vernietiging van zo veel mogelijk Amerikaanse militairen. Daarmee zou volgens Hitler de opmars stokken en werden de geallieerden gedwongen tot vredesonderhandelingen met de Duitsers. Daardoor konden dan troepen vrijgemaakt worden aan het westfront en in Noorwegen, een totaal van 1 miljoen manschappen, voor de strijd tegen de Sovjets. De ene dictator wil niet graag door de andere verslagen worden.”
Het strategisch doel was de verovering van Antwerpen om gebruik van de haven voor de aanvoer van militair materieel te voorkomen. Volgens de historicus heeft vermoedelijk ook Hitler, net als zijn generaals, beseft dat Wacht am Rhein weinig kans van slagen had. „Maar hij moest wat doen. En hij duldde geen tegenspraak. Voorgestelde aanpassingen in de strategie door zijn staf werden categorisch geweigerd.”
Bona legt uit dat het plan uiteindelijk drie fases kende. De drie aanvalslinies van de Duitsers zouden eerst het gebied tot de Maas moeten veroveren. Op basis daarvan zou daarna de vervolgroute naar Antwerpen bepaald worden (fase 2). Na het vastlopen van het offensief kwam tot slot (fase 3) het ‘probleem’ Bastogne in beeld. De strategisch gelegen stad, met een Amerikaanse troepenconcentratie van 18.000 man –en niet te vergeten flinke brandstofvoorraden–, vormde een serieuze bedreiging voor zowel de opmars als de latere terugtocht.
Nuts
Op 20 december is de omsingeling een feit, en twee dagen later eisen de 11.000 Duitsers rond Bastenaken dat de manschappen van McAuliffe zich overgeven. Die schrijft op een stuk papier zijn historische reactie: „NUTS” (loop naar de pomp).
Nog een kleine week proberen de Duitsers door de Amerikaanse linies te breken. De stad wordt gebombardeerd en aan puin geschoten, maar de verdediging blijft intact. Op 26 december lukt het generaal Patton op zijn beurt vanuit het zuiden een doorbraak te forceren en komt er een eind aan de omsingeling door vijandelijke troepen.
Wacht am Rhein kost uiteindelijk ruim 17.000 Duitse soldaten het leven. Bij de geallieerden zijn de verliezen nog groter. Daar sneuvelen ruim 19.000 militairen. De slag bespoedigt uiteindelijk de oorlog. Doordat er aan het oostfront troepen zijn weggehaald, kunnen de doorgebroken troepen van de Sovjets niet meer gestopt worden. En ook in het Westen ontstaan er gaten in de frontlinie.
Bona is nog stelliger. „Zonder Ardennenoffensief had Hitler zijn dertig divisies kunnen verdelen over beide fronten. Gevolg was ongetwijfeld meer geallieerde slachtoffers door de langere duur van de oorlog. Mogelijk zou dan de atoombom niet op Hiroshima, maar op Berlijn zijn gedropt. Kortom, dankzij het Ardennenoffensief is Duitsland niet totaal vernietigd.”
Minder bekend is dat West-Europa ternauwernood ontkwam aan Sovjetoverheersing. Bona: „In april 1945 ontdekten veiligheidsdiensten plannen van de Russen om na de strijd tegen Duitsland door te stoten naar West-Europa. Door de atoombom op Hiroshima en Nagasaki durfde Stalin dat niet meer. Hij wist niet dat de Verenigde Staten op dat moment maar twee atoombommen hadden.”
Renée Lemaire
Onlosmakelijk verbonden aan de omsingeling van Bastogne is de geschiedenis van Renée Lemaire (1914-1944). Aan een winkel langs Rue de Neufchâteau 21 hangt een herinneringsbord met haar naam. In december 1944 was dit pand een noodhospitaal van de 10th Armored Division. De plaquette herdenkt de Belgische verpleegster Renée Lemaire en dertig soldaten die omkwamen bij een bombardement door de Luftwaffe. Op 24 december werd het huis geraakt door een voltreffer. De Amerikanen en de verpleegster werden hierbij gedood.
„De jonge verpleegkundige was de dochter van een winkelier hier in de stad”, vertelt Bona. Ze werkte in het Brugmannziekenhuis in Brussel. Toen de vakantie naderde, besloot ze hier Kerst bij haar familie te gaan vieren. Door de Duitse omsingeling kon ze Bastogne niet meer verlaten. Ze bood vervolgens spontaan aan om te helpen en werd door kapitein-arts Jack Prior als assistent toegewezen aan zijn medische eenheid.”
De hulppost was gevestigd in een lege winkel waar in totaal zo’n 150 Amerikanen lagen. Twee dagen lang werkte Lemaire daar onvermoeibaar met een andere verpleegster, de Congolese Augusta Chiwy. Die laatste overleefde de oorlog.
Volgens Prior sneuvelde Renée terwijl ze na het bombardement probeerde gewonden uit het brandende gebouw te halen. Volgens anderen was ze echter op slag dood. Bona vertelt dat de moedige verpleegster, die door de soldaten van de 101e Luchtlandingsdivisie de eretitel ”engel van Bastenaken” ontving, door Prior werd begraven in de witte parachute die ze had gekregen om er een trouwjurk van te maken.
Op de 50e verjaardag van haar dood werd op initiatief van Prior de herdenkingsplaat bevestigd aan het gebouw aan de Rue de Neufchâteau. Ze ligt op het gemeentelijke kerkhof van Bastenaken, niet ver van Augusta Chiwy, die in 2015 overleed en met militaire eer werd begraven.
Frau Vincken
Ook gewone burgers lieten zich soms niet onbetuigd. Het boek Snow & Steel van Peter Caddick-Adams beschrijft een gebeurtenis op de afgelegen boerderij van de familie Vincken in het door Duitsland geannexeerde deel van België. Twee verdwaalde Amerikaanse soldaten kloppen aan en mogen samen met hun gewonde kameraad binnenkomen bij de gastvrije familie. Ze mogen blijven eten en zelfs de door de familie vetgemeste haan wordt geslacht en gebraden.
Opnieuw wordt er op de deur gebonsd. Dit keer staan er vier Duitse soldaten die om onderdak vragen. Mevrouw Vincken nodigt ook hen binnen, maar vertelt wel er bij dat er nog andere gasten zijn; geen vrienden van hen… Voordat de Duitsers kunnen reageren, zegt de gastvrouw: „Het is kerstavond. Er wordt hier niet geschoten. Een van de Amerikanen is gewond en vecht voor z’n leven. Ze zijn allemaal net zo moe als jullie en even hongerig. Jullie kunnen allemaal mijn zonen zijn, dus laten we aan wat anders denken dan aan oorlog.”
„Het is kerstavond; er wordt hier niet geschoten” - Frau Vincken, boerin in België
De geweren van alle soldaten worden door Frau Vincken apart bewaard. Dan nodigt zij de mannen aan tafel en zegent de maaltijd. „Ik zag tranen in haar ogen”, herinnerde haar man zich later. „En toen ik de tafel rondkeek, zag ik dat ook de soldaten emotioneel waren.” De volgende ochtend vertrekken de mannen weer, zonder elkaar iets aan te doen.
Een soortgelijke gebeurtenis heeft plaats als para-infanterist sergeant Deam op de avond van 24 december 1944 met een arm vol champagneflessen vanuit Bastogne Barracks naar zijn kameraden loopt, richting de verdedigingslinie. Volgens oorlogshistoricus Bona loopt Deam door een veetunneltje. „Plotseling staat er een Duitse soldaat voor hem. Beide mannen grijpen naar hun wapen. Het is echter spiegelglad en het lukt ze niet hun evenwicht te bewaren. Bovendien wil Deam zijn flessen niet laten vallen. Als ze beiden op de grond terechtkomen vraagt de Duitse militair de Amerikaan om een sigaret. Het gevolg is dat ze uiteindelijk samen een fles champagne leegdrinken. Deam vraagt de Duitser om zijn adres, zodat hij na de oorlog contact met hem kan opnemen. Ondanks dat de Amerikaan de oorlog overleeft, is het daar nooit van gekomen. Hij schreef aan het eind van zijn leven enorm veel spijt te hebben dat deze band geen vervolg heeft gekregen.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over het Ardennenoffensief van tachtig jaar geleden. Maandag deel twee.