,,Werkstuk af in 2 seconden": meerderheid christelijke studenten gebruikt ChatGPT
Studenten maken volop gebruik van kunstmatig intelligente chatbots zoals ChatGPT en Copilot: „Een werkstuk kun je in 2 seconden afhebben.” Hun docenten hebben er aanmerkelijk minder kaas van gegeten.
Uit het onderzoek dat Jeroen van der Laan, onderwijsadviseur mediawijsheid aan het Hoornbeeck College, woensdag openbaar maakte, blijkt dat 56 procent van de jongeren regelmatig een kunstmatig intelligente chatbot gebruikt. Het onderzoek had plaats onder 2900 christelijke jongeren van 12 tot 20 jaar.
Leren jongeren met het gebruik van chatbots nog wel zelfstandig nadenken?
Van der Laan: „Dat is een spannende vraag. Voor met name de oudere christelijke jongere en de hoger opgeleide jongere is het gebruik van chatbot dagelijkse praktijk. We moeten hun leren er verantwoord mee om te gaan.”
Uit het onderzoek blijkt dat 40 procent van de studenten kritiekloos aanneemt wat de chatbot voorschotelt. Lopen ze dan niet het gevaar zich te conformeren aan een progressieve, linksgeoriënteerde opvatting?
„Absoluut, dat gevaar zit er zeker in. Want wie voedt de chatbot? Je gebruikt het hele internet. Als je wilt weten hoe je moet denken over regenboogpaden, krijg je een politiek-correct antwoord, maar zeker geen Bijbels gefundeerde reactie. Dat is natuurlijk bij Google ook zo, maar daar kun je zelf je bronnen kiezen. Gebruik je de info van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten of van homolobbyclub COC? Het probleem is dat ChatGPT dan een kant-en-klare tekst levert, zonder enige vorm van bronvermelding.”
In uw onderzoek gaf een student terug: „Als je een heel lang werkstuk moet maken, kun je het binnen 2 seconden afhebben.” Heeft het nog zin om studenten een werkstuk te laten maken?
„Studenten een gewoon werkstuk laten maken, heeft echt geen zin. Ze laten ChatGPT de tekst genereren, verbouwen de zinnen wat, en geen haan die ernaar kraait. ChatGPT gebruiken is het nieuwe googlen. Je hoeft studenten echt geen opdracht te geven met alleen feitelijke vragen. Ze voeren een prompt (opdrachtregel, BvdD) in ChatGPT in en ze krijgen de tekst kant-en-klaar aangeleverd, precies op het niveau dat ze willen hebben.
„Ze laten ChatGPT de tekst gegenereren, verbouwen de zinnen wat, en geen haan die ernaar kraait” - Jeroen van der Laan, onderwijsadviseur mediawijsheid Hoornbeeck College
Het gebeurt massaal. Zelfs op het basisonderwijs. Als groep 8-leerlingen in de Bijbel bepaalde personen moeten opzoeken voor Namen en Feiten? Dan gebruiken ze ChatGPT; dat gaat veel sneller.”
Leerlingen die een chatbot gebruiken, vermelden dat er meestal niet bij. Is dat correct?
„Iets wat je knipt en plakt van het web is plagiaat, dus fraude. Maar tekst van een chatbot is nieuwe tekst, waarvoor de leerling zelf de prompt heeft geschreven. Er is sprake van een co-productie van de leerling en een machine. De vraag is dus: Van wie is dit product?
Wat mij betreft, is klakkeloos inleveren van de tekst van de chatbot als 100 procent eigen werk geen fraude, maar ethisch ook niet juist. Wel zou de chatbot een van de bronnen kunnen zijn, naast boeken en wetenschappelijke artikelen.”
Is het dan wel terecht dat docenten het gebruik van chatbots verbieden en aanmerken als fraude?
„Docenten kunnen hun ogen niet sluiten voor het bestaan van chatbots en het gebruik ervan blijven afwijzen. Sommige eisen dat hun studenten voor examenwerk geen chatbot mogen gebruiken. Maar als ik ze vraag hoe ze dat checken, blijven ze mij het antwoord schuldig. Dit is echt een gepasseerd station.”
Chatbots zijn bovendien ongelooflijk mooie hulpmiddelen. Neem een leerling met dyslexie. Die laat een chatbot zijn tekst controleren en de spelfouten eruit halen.
Natuurlijk kan een student een chatbot alle informatie laten produceren die hij wil. Maar wat zegt dat over de parate kennis en vaardigheden van de student? Ze zullen zich dus wel eerst een bepaalde basis eigen moeten maken. Al is het maar om de output van de chatbot te kunnen controleren op waarheidsgehalte.”
Een student een klassiek werkstuk laten schrijven, heeft dus geen zin meer. Wat zijn de opties die een docent nog wel heeft?
„Hij moet kritisch naar zijn onderwijspraktijk kijken: er is echt heel veel veranderd door de komst van chatbots. Maar daarop kunnen ze hun opdracht afstemmen en die AI-proof maken. Een voorbeeld? Laat je studenten een vlog maken. Of een stuur ze de straat op om interviews te houden. Laat ze opschrijven wat de geïnterviewden hebben gezegd en van elke geïnterviewde een foto te maken. Dat kan een chatbot niet.”
„Zelfs groep 8-leerlingen gebruiken ChatGPT voor Namen en Feiten” - Jeroen van der Laan, onderwijsadviseur mediawijsheid Hoornbeeck College
Dat vraagt best wat van de digitale attitude van de docent.
„Jazeker, maar het ontbreken daarvan is juist het drama van het onderwijs.”
Wat staat docenten te doen?
„Docenten moeten hun studenten vandaag de dag niet alleen 20e-eeuwse, maar ook 21e-eeuwse vaardigheden, zoals het werken met chatbots bijbrengen. Ik besef dat met name de oudere docenten er huiverig tegenover staan, maar dat ontslaat hen niet van hun plicht. Ze zullen zich daarvoor het gebruik van chatbots eigen moeten maken, om te weten wat de mogelijkheden ervan zijn.”
Allereerst moeten ze weten dat het er is. Dat is voor sommigen al een hele eye-opener. Vervolgens moeten ze weten hoe het werkt. Mijn advies zou zijn: sluit jezelf een avondje op in je zolderkamertje en ga maar eens experimenteren met prompts. Ga zelf ervaren wat er gebeurt.
Ten slotte zou een select gezelschap van docenten studenten kunnen begeleiden in het goede gebruik van chatbots. Leer ze hoe ze de verkregen informatie moeten wegen en beoordelen, en hoe het bevragen van de chatbot beter zou kunnen. Leer ze er slim mee omgaan. Leer ze bijvoorbeeld hoe ze ChatGPT een voorbeeldberekening kunnen laten maken van een moeilijke wiskundesom.”